100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle relevante jurisprudentie voor het tentamen vermogensrecht $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle relevante jurisprudentie voor het tentamen vermogensrecht

1 review
 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle relevante jurisprudentie van het vermogensrecht

Preview 2 out of 11  pages

  • May 14, 2019
  • 11
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Marjoleinloeff • 4 year ago

avatar-seller
1. Berg en dalse watertoren-arresten

De term Berg en Dalse watertoren slaat op twee, aan elkaar gerelateerde, arresten van de Nederlandse Hoge
Raad. Het ging hierbij om een civiele procedure vanwege hinder door een onrechtmatige daad.
Aanleiding voor de rechtsgang was een uit de hand gelopen burenruzie tussen de eigenaren van twee
landgoederen, ir. Van Stolk en jhr. mr. Van der Goes, in de omgeving van het Gelderse Berg en Dal.
Oorspronkelijk ging de ruzie over het gebruik van een gezamenlijke toegangsweg. Van Stolk besloot hierom het
uitzicht van de ander te verpesten door een aantal hoge palen op zijn erf te zetten met daartussen een lap. Na
een kort geding dienden deze palen weer verwijderd te worden.
Hierna besloot dezelfde persoon om een Amerikaanse watertoren met grote schoepen te laten plaatsen,
zogenaamd om grondwater op te pompen. De watertoren was echter niet op een waterleiding of put aangesloten.
Op 8 februari 1934 bepaalde de rechtbank van Arnhem dat de toren verwijderd diende te worden (Rb. Arnhem
08-02-1934, W 12824). Nu werd de toren alsnog aangesloten op de waterleiding om zo Van Stolks moestuin te
bewateren. Na weer een rechtszaak bepaalde de rechtbank op 12 juli dat de toren nu wel mocht blijven staan,
omdat deze nu wel een functie had.
De zaak werd voorgelegd aan het gerechtshof. Deze bepaalde dat de toren toch verwijderd diende te worden.
Deze was immers alleen neergezet om de buurman te hinderen.
Hierna werd de zaak voorgelegd aan de Hoge Raad die bepaalde dat de toren weer wel mocht blijven staan. Dit
arrest werd bekend onder de naam Berg en Dalse watertoren I (HR 13-03-1936, NJ 1936, 415).

De zaak werd terugverwezen naar het hof die vervolgens oordeelde dat de toren toch verwijderd diende te
worden aangezien het zeer aannemelijk was dat deze slechts was geplaatst om het uitzicht van de klager te
verpesten. De Hoge Raad heeft dit oordeel bevestigd in het arrest Berg en Dalse watertoren II (HR 02-04-
1937, NJ 1937, 639).

2. Grensoverschrijdende garage-arrest

Essentie
In dit arrest gaat het om de bouw van een garage door Kuipers, waarbij deels de perceelgrens wordt
overschreden. Buurvrouw De Jongh is hier niet blij mee en stelt een vordering tot amotie in. Hiermee vordert zij
om dat gedeelte van de garage, welk op haar perceel was gebouwd, van dat perceel te verwijderen, althans deze
strook grond te ontruimen en ter vrije beschikking te stellen. Kuipers beroept zich erop dat hij te goeder trouw
was geweest. De rechtsvraag in dit arrest luidt: ‘Is er sprake van misbruik van recht (artikel 3:13 van het
Burgerlijk Wetboek) bij uitoefening van het recht van amotie?’

Rechtsregel
Van misbruik van het recht, in de zin van artikel 3:13 van het Burgerlijk Wetboek, door het uitoefenen van het
recht van amotie kan slechts dan sprake zijn, indien het nadeel dat Kuipers door de amotie zou lijden, zowel op
zichzelf beschouwd als in zijn verhouding tot het belang dat De Jongh met haar vordering nastreeft, zo groot zou
zijn dat, alle verdere omstandigheden in aanmerking genomen, De Jongh naar redelijkheid niet tot de uitoefening
van haar recht van amotie te vorderen had kunnen komen.

Inhoud arrest
In 1964 heeft Kuipers op zijn perceel een garage gebouwd, welk bouwwerk zonder toestemming van De Jongh
over de gehele diepte van 5½ à 6 meter ter breedte van ongeveer – volgens De Jongh 76 cm en volgens Kuipers
65 à 70 cm op het aangrenzend perceel van De Jongh is gebouwd. Buurvrouw De Jongh vorderde veroordeling
van Kuipers om dat gedeelte van de door hem gebouwde garage hetwelk op het perceel van De Jongh was
gebouwd, van dat perceel te verwijderen, althans deze strook grond te ontruimen en ter vrije beschikking van De
Jongh te stellen.

Kuipers beroept zich er onder meer op dat hij te goeder trouw was geweest en had mogen afgaan op de uiterlijke
schijn. De grens tussen beide percelen bestond destijds uit een heg. Deze heg is geplant als afscheiding tussen de
erven. Kuipers wist daardoor niet beter dan dat deze heg de grens tussen beide percelen vormde en heeft de
garage laten bouwen op de grond, die volgens bovengenoemde uiterlijke afscheiding tot zijn perceel behoorde.

Bij aanvang van de bouw van de garage was al twijfel gerezen of de heg wel de juiste grens tussen beide
percelen aanwees, maar partijen hadden verondersteld dat eventuele overschrijding onbelangrijk zou zijn en ten
hoogste enkele centimeters zou bedragen en dat het dan met een geldelijke vergoeding kon worden vereffend.

, Pas een jaar later schakelt De Jongh een landmeetkundige in, toen bleek dat de garage zich verder op de grond
van De Jongh bevond dan partijen aanvankelijk hadden verondersteld.

Het wordt De Jongh verweten dat, ondanks de bestaande onzekerheid over de juiste grens en Kuipers met de
bouw voortging, zij geen maatregelen heeft getroffen om die bouw te verhinderen. De Jongh had de schade
hiermee kunnen voorkomen. De rechtbank is van oordeel dat De Jongh door haar houding impliciet heeft
toegestemd met de voortgang van de bouw en dat zij daarom achteraf geen afbraak kan vorderen. Wel staat het
De Jongh vrij om, zoals tussen partijen is besproken, een geldelijke vergoeding voor de geleden schade te
vorderen.

Het Hof heeft Kuipers veroordeeld om het gedeelte van de garage dat op het perceel van De Jongh is gebouwd te
verwijderen. De Hoge Raad verwerpt het beroep van Kuipers en overweegt met betrekking tot het beroep op
misbruik van recht:

‘Dat nu vaststaat dat Kuipers bij de bouw van zijn garage de grens heeft overschreden, waardoor de Jongh van
haar genot van eigendom is verstoken, De Jongh in beginsel recht heeft de amotie van het op haar terrein
gebouwde gedeelte van de garage te vorderen, ook al was Kuipers te goeder trouw en heeft hij een redelijke
schadevergoeding aangeboden. Misbruik van het recht door het uitoefenen van het recht van amotie zou slechts
dan zijn indien het nadeel dat Kuipers door de amotie zou lijden, zowel op zichzelf beschouwd als in zijn
verhouding tot het belang dat De Jongh met haar vordering nastreeft, zo groot zou zijn dat, alle verdere
omstandigheden in aanmerking genomen, De Jongh naar redelijkheid niet tot de uitoefening van haar recht
amotie te vorderen had kunnen komen.’

3. Blaauboer/Berlips-arrest

Essentie
In dit arrest wordt er onderscheid gemaakt tussen absolute en relatieve rechten. Indien je een goed onder titel
verkrijgt, ben je niet gebonden aan de persoonlijke verplichtingen. Dit geldt in het bijzonder als dat goed van een
eerdere rechthebbende is geweest.

Rechtsregel
De persoonlijke verplichtingen van een goed gaan niet over op degene die dat goed onder bijzondere titel
verkrijgt. Persoonlijke rechten ten aanzien van een goed (in tegenstelling tot verplichtingen), gaan wel over op
de verkrijger van dat goed onder bijzondere titel. Dit wordt dan ook wel een kwalitatief recht genoemd (zie art.
6:251 BW).

Inhoud arrest
Berlips verkoopt zijn grond aan Blaauboer. Bij de verkoop belooft hij aan Blaauboer dat hij een weg zal
aanleggen op een naastliggende strook grond, die hij ook in zijn bezit heeft en behoudt. Later wordt die strook
grond overgedragen aan een derde, zonder dat de weg is aangelegd. Blaauboer eist schadevergoeding van Berlips
op grond van wanprestatie. Berlips stelt dat de verplichting tot het aanleggen van de weg is overgegaan op de
nieuwe eigenaar van de strook grond.

Het Hof stelt Berlips in het gelijk. Het Hof oordeelt het volgende:

“Er is geen wezenlijk verschil tussen de situatie waarin iemand door erfopvolging eigenaar van een zaak wordt
– daarbij verkrijgt de verkrijger alle rechten en plichten van de overledene – en de situatie waarin iemand door
overdracht eigenaar wordt.”

De Hoge Raad oordeelt dat de verbintenis niets te maken heeft met de eigendom van de grond. Als Blaauboer
zijn recht kan worden uitgeoefend tegen iedere rechthebbende op de grond, waarop de weg moest worden
aangelegd, dan zou dat recht ‘droit de suite’ (goederenrechtelijk gevolg) hebben en dus een goederenrechtelijk
karakter hebben. Dat strijdt met het strikte onderscheid dat gemaakt moet worden tussen het goederen- en
verbintenissenrecht. Eigendom en verbintenis staan dus los van elkaar. Indien dit onderscheid niet gemaakt zou
worden, zouden overeenkomsten een belemmering kunnen vormen voor het verkopen van een stuk grond. Je zou
dan, zonder dat je het weet, gebonden kunnen zijn aan een andere overeenkomst. Inschrijving in een openbaar
register is in dit geval namelijk niet verplicht. De Hoge Raad acht dit in strijd met het beginsel van
rechtszekerheid.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenegodding. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (1)
  Add to cart