Bino 2 READERS
Reader 2: Neurogene incomitante motiliteit
Verworven: vaak unilateraal, meestal n. III en VI
Congenitaal: meestal n. IV
Pathologische oorzaken
Trauma
Hersenschudding: meest voorkomend, vooral n. VI
o VI: lange zenuw, maakt een knik -> is daardoor kwetsbaar voor trauma door
verplaatsing hersenstam of schedelbasisfractuur
o IV: hersenschudding zorgt voor scheurtjes in de zenuwvezels rond hersenstam, n. IV
kruist achter de hersenstam
Lichte hersenschudding -> unilateraal
Ernstige hersenschudding -> bilateraal
o III: aangedaan bij een ernstige hersenschudding, zorgt voor parese of paralyse,
unilateraal of bilateraal
Aangezichtstrauma: orbitafractuur, beschadiging trochlea, zorgt voor een mechanische
beperking
Vasculair
DM: door beschadiging van de diepe bloedvoorziening (vasa nervosum)
o Langer aanwezige DM en vasculaire aandoeningen
o Soms eerste teken van diabetes (n. III of VI verlamming, n. IV minder vaak)
o Pupil vaak gespaard -> zenuwvezels lopen oppervlakkig
o Tumor of aneurysma uitsluiten!
Hypertensie & atheroma (vaatwandverdikking arterie)
o Microvasculaire occlusie (n. VI)
o Hersenstam infarct (n. III, IV en VI i.c.m. andere afwijkingen)
Aneurysma: cirkel van Willis (vaak n. III)
o Plotseling -> spoed (naar neuroloog)
o Risico op subarachnoidale bloeding
Sinus cavernosus fistel: opening in arteriole verbindingen
o Kan spontaan ontstaan, kan scheuren (trauma) -> bloed in sinus cavernosus -> hoge
hersendruk
o Kenmerken: visusverlies, rood oog (dilatatie bloedvaten), chemose, kronkeling
venen, pulsatie oogbol (soms), verlamming n. III, IV en VI
Artritis
Artritis temporalis: ontstekingsziekte, >60 jaar, ernstige complicaties
o Plotselinge unilaterale ischemische neuropathie, daarna raakt andere oog aangedaan
o Haaruitval, hoofdpijn (kammen), zichtbare temporale arteriën (biopsie), hoge
erythrocyten bezinking (bloedonderzoek), malaise, gewichtsverlies
o Behandeling: systemische steroïden, (evt. prednison)
Artritis: ontsteking gewrichten, vaak jongere patiënten
o Vaak eerst andere klachten voordat er een oogspierparese ontstaat
Tumoren
Tumor: 5-25% van de oogspierverlammingen (vaak n. VI, soms n. III)
o Vaak diplopie als eerste klacht, vaak door uitzaaiingen
Sinus cavernosus & orbitale apex: meer anterior, beschadiging n. III, IV en VI
o Soms is trigeminus betrokken
, o Pijn: betrokkenheid n. II -> optische atrofie, vermindering corneagevoeligheid,
proptosis
Hersenstam & cerebellumpontine hoek tumor
o Hersenstam: complexere neurale uitval
o Cerebellumpontine hoek tumor: vaak n. VI i.c.m. nystagmus
Pseudotumor & ontstekingsziekten
Pseudotumor: acute ontsteking in orbita weefsel
Tolosa-Hunt syndroom: niet-specifieke granulomateuze ontsteking in het voorste deel van de
sinus cavernosus
o Ophthalmoplegie (n. III, IV en VI), pijn, gevoelloos (n. V1), visusverlies, soms
betrokkenheid n. II
MS: vaak neuritis, soms eerst verstoring oogbewegingen
o INO (bilateraal), n. VI (soms n. IV)
o Begint tussen 16-40 jaar, soms herstel na 6 maanden
Virussen
Herpes Zoster: unilaterale jeuk, verspreid zich, ernstige pijn
o Soms uitval zenuwen, meestal herstel binnen 3-12 maanden (soms lichte onderactie
aangedane spieren)
Andere virussen: meestal kinderen, andere oorzaken uitsluiten
Migraine
Ophthalmoplegische migraine
o Plotselinge misselijkheid, overgeven, hemicraniële pijn
o Ipsilaterale n. III parese (pupil betrokken) -> herstel binnen 1 maand
o Ontstaat vaak als kind -> kan terugkomen
Oculomotorius parese (n. III)
Totale uitval: RM, RS, RI, OI, levator, sphincter pupillae, ciliare spier
Partiële uitval:
o Alle extra-oculaire spieren
o Superior tak (RS en levator)
o Inferior tak (RM, RI, OI, intra-oculaire spieren)
o Geïsoleerde oogspieren
o Cyclische oculomotore veranderingen
Anatomie
Traject: nucleus (colliculus superior) -> mesencephalon -> pendunkel (anterior hersenstam) -> cirkel
van Willis -> sinus cavernosus -> spieren
Uitval nucleus (geïsoleerd): door pathologie hersenstam (zeer zeldzaam)
o Unilaterale n. III parese en overactie contralaterale RS
Infranucleair (fasciculaire deel): meer uitval dan n. III, ook andere klachten
o Syndroom van Benedikt (dorsale fasciculus): ipsilaterale n. III, contralaterale hemiparese
en contralaterale coördinatiestoornis
o Syndroom van Weber (ventrale fasciculus): ipsilaterale n. III, contralaterale hemiplegie
Infranucleair (perifeer = buiten hersenstam)
o Aneurysma: meestal ook pupildefect (meest oppervlakkig)
o Tumoren (hypofyse)
o DM/hypertensie: infarct bloedvoorziening, vaak pupilsparend, vaak >45 jaar
o Hersenschudding: soms i.c.m. pupildefect
o Sinus cavernosus: ook uitval andere zenuwen
Pijn: ruimte innemend
Pulsatie/ruis: cavernosus fistel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Optostudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.