Samenvatting van de literatuur van Inleiding Sociologie week 4. Het gaat om H8, H9 en H12 van het boek De samenleving, 14e editie (nieuwe versie 2019!). Daarnaast is het voorgeschreven artikel van Gijsberts & Vervoort (2009) samengevat.
Inleiding Sociologie literatuur week 5
Hoofdstuk 8: Sociale stratificatie
Wat is sociale stratificatie?
Sociale stratificatie is een systeem waarmee een samenleving verschillende categorieën mensen op
een bepaalde manier in een hiërarchie rangschikt, waarbij sommige mensen meer geld, macht en
prestige hebben dan anderen.
Sociale stratificatie:
- Is een kenmerk van een samenleving en niet alleen een reflectie van individuele verschillen.
- Wordt van generatie op generatie doorgegeven.
Sommige individuen ervaren sociale immobiliteit: een positieverandering in de sociale
hiërarchie.
- Is een universeel, maar variabel verschijnsel (de definitie).
- Bestaat niet alleen uit ongelijkheid, maar ook uit overtuigingen. Het wordt gesteund door
een geheel van culturele overtuigingen waarin bepaalde vormen van ongelijkheid als
gerechtvaardigd worden beschouwd.
- Kent twee basisvormen: kastenstelsels en klassensystemen.
Kastenstelsels en klassensystemen
Kastenstelsels:
- Zijn gebaseerd op afkomst.
- Laten weinig of geen sociale mobiliteit toe, partner binnen kaste.
- Komen vooral voor in traditionele, agrarische samenlevingen.
- Gesloten systeem.
Klassensystemen:
- Zijn zowel gebaseerd op afkomst als meritocratie (individuele prestaties), categoriseren
wordt afgekeurd.
- Laten enige sociale mobiliteit toe.
Intergenerationele mobiliteit kan plaatsvinden: als kinderen een andere sociale positie,
meestal hoger, innemen dan hun (voor)ouders.
- Komen veel voor in moderne industriële en postindustriële samenlevingen.
- Meer open systeem.
Klassenconsistentie is de mate waarin de sociale positie van een individu, op verschillende dimensies
van sociale gelijkheid, toch gelijk blijft. Dit is hoger in kastenstelsels dan in klassensystemen.
Kast en klasse gemengd: Europa en Groot-Brittannië
Sommige landen (o.a. Sovjet-Unie) beweerden dat zij een klasseloze maatschappij vormden. Hier is
sprake van structurele sociale mobiliteit: een verschuiving in de sociale positie van grote aantallen
mensen; een verschuiving die eerder aan maatschappelijke veranderingen dan aan individuele
inspanningen toegeschreven kan worden.
China: opkomende sociale klassen
Ideologieën spelen een belangrijke rol voor het in stand houden van samenlevingen zonder een
gelijke verdeling. Een ideologie bestaat uit culturele overtuigingen die bepaalde sociale regelingen,
waaronder patronen van ongelijkheid, rechtvaardigen.
, Volgens Plato was in elke cultuur ongelijkheid. Marx was zeer kritisch op deze ongelijkheid, de elite
wordt gesteund. Hierdoor kunnen hiërarchieën het lang volhouden.
Economische en technologische veranderingen in een samenleving zorgen voor ideologische
aanpassingen. Het is moeilijk om de bestaande sociale stratificatie te veranderen.
De functies van sociale stratificatie
Het structureel functionalisme houdt zich bezig met de wijzen waarop de stratificatie bijdraagt aan
het functioneren van de samenleving.
- Volgens de these van Davis en Moore is stratificatie, vanwege de functionele gevolgen, een
universeel verschijnsel. Sociale stratificatie heeft een gunstige invloed op het functioneren
van een samenleving.
- Een kastenstelsel beloont mensen als zij aan de verplichtingen van hun door afkomst
bepaalde sociale positie voldoen.
- Het ongelijke beloningsstelsel van klassensystemen zorgt ervoor dat de meest getalenteerde
mensen belangrijke functies willen vervullen en dat mensen bereid zijn om zich in te
spannen.
- Dit komt de samenleving ten goede. Gelijkheid betekent minder productiviteit en minder
efficiëntie.
Kritiek:
- Hoe bepalen hoe belangrijk een bepaalde groep is?
- Zijn beloningen een reële afspiegeling van aan de samenleving geleverde bijdragen?
- Kastenelementen van sociale stratificatie kunnen voorkomen dat individuen hun talenten
ontwikkelen.
- Er is de neiging om de betekenis van uitermate goed betaald werk te overschatten.
- Sociale ongelijkheid kan conflicten veroorzaken en kan zelfs een revolutie ontketenen.
Stratificatie en conflict
De conflictsociologie stelt dat de stratificatie de samenleving in verschillende klassen verdeelt.
Sommige categorieën mensen profiteren van deze situatie ten koste van anderen, en de
klassenindeling leidt tot sociale conflicten.
Karl Marx: klassenstrijd
Karl Marx stelt dat kapitalisten de economische productiemiddelen bezitten en het proletariaat, dat
arbeid tegen loon verkoopt, uitbuiten. Hij raakte ervan overtuigd dat de arbeidende klasse de macht
van de kapitalisten voorgoed over zou nemen. Arbeid brengt alleen maar vervreemding teweeg, een
gevoel van isolement en ellende dat voortkomt uit machteloosheid.
Kritiek: een systeem van ongelijke beloning is noodzakelijk om juiste mensen op de juiste positie te
kunnen plaatsen en mensen te motiveren om hard te werken.
Daarnaast zijn de voorspelde revolutionaire veranderingen uitgebleven, want:
- De fragmentatie van de kapitalistische klasse.
- Een hoge levensstandaard; de meesten hebben een witteboordenberoep i.p.v. een
blauweboordenberoep en ook de werksituatie is verbeterd.
- Meer werknemersorganisaties.
- Meer juridische bescherming.
Er zijn ook mensen die stellen dat Marx’ analyse van het kapitalisme nog steeds opgaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mlw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.