100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Theater en Dans; hoor- en werkcolleges $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Theater en Dans; hoor- en werkcolleges

2 reviews
 201 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak 'Inleiding theater en dans' van de bachelor Media en Cultuur aan de Universiteit van Utrecht. Het bestand bevat zowel de hoor- en werkcolleges als een aantal samenvatting van de teksten welke in de cursus worden behandeld.

Preview 3 out of 29  pages

  • May 16, 2019
  • 29
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: hanjo1 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: suzannerijpma1 • 5 year ago

avatar-seller
Inhoudsopgave
Week 1 – Dramaturgie............................................................................................................................2
Hoorcollege – Syllabus H1..................................................................................................................2
Werkcollege 1 – Taylor en Symonds...................................................................................................4
Taylor en Symonds – Studying musical theatre..................................................................................5
Week 2 – Performativiteit......................................................................................................................6
Hoorcollege - Culler............................................................................................................................6
Werkcollege 1 – Parker en Segdwick..................................................................................................8
Werkcollege 2 – Henrik Ibsen Nora (1879).........................................................................................9
Week 3 – Theatraliteit..........................................................................................................................10
Hoorcollege – Oostveldt...................................................................................................................10
Bram van Oostveldt – De verlichting en het theater, paradoxale verhoudingen..............................12
Werkcollege 1 - Bleeker....................................................................................................................14
Week 4 – Authenticiteit........................................................................................................................15
Hoorcollege – Syllabus H2................................................................................................................15
Werkcollege 1 – Brecht, Double.......................................................................................................17
Werkcollege 2 – Registratie Make Happy – Bo Burnham.................................................................19
Week 5 – Archief..................................................................................................................................20
Werkcollege 1 – Taylor.....................................................................................................................20
Werkcollege 2 – Mathur...................................................................................................................22
Week 6 – The performance capture artist: lichamen, data en technologie..........................................23
Hoorcollege - Karreman....................................................................................................................23
Werkcollege 1 – Hansen...................................................................................................................26
Werkcollege 2 – Wide Open , Beek; Syllabus H5...............................................................................26
Responsiecollege..................................................................................................................................26




1

,Week 1 – Dramaturgie
Hoorcollege – Syllabus H1
Dramaturgie in de praktijk

Een dramaturg? (Volgens de klassieke opvatting)

Een belezen en geleerde man die toneelstukken bewerkt/vertaald met behulp van bureauresearch. Hij is de tussenschakel
(tussen tekst en opvoering en tussen theater en publiek)  Hij is de advocaat van de tekst en ontwikkelt een concept
samen met de regisseur. Hij kijkt als eerste toeschouwer of alles begrijpbaar is en of de regisseur consequent is in zijn
keuzes. Hij geeft ook lezingen en schrijft bijv. de inleiding van een programmaboekje.

Geschiedenis van de dramaturgie.

Oorspong:

 Dramaturgie (Duits), afgeleid van:
 Dramaturgia (Grieks) = structuur van een toneeltekst, afgeleid van:
 Drama (Grieks) = toneeltekst, afgeleid van:
 Dran (Grieks) = handelen

Klassieke opvatting: dramaturgie als bewaken van concept dat door de regisseur wordt opgevoerd/voorgesteld. Later is het
concept minder verbonden geworden aan de ‘tekst’.

Gotthold Ephraim Lessing (Hamburgische Dramaturgie (1767-69)) was de eerste dramaturg. Hij was als theatermaker niet
heel erg succesvol. In zijn boek schreef hij kritische essays over het theater. De dubbele functie van de dramaturg komt
sterk naar voren: betrokken in het maakproces maar met een zekere kritische distantie (was ook criticus).

Friedrich von Schiller (1759-1805) en Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) werkte vanaf 1781 samen. Schiller was
dramaturg onder leiding van Goethe als regisseur; dit was de eerste samenwerking tussen deze twee beroepen. Voorheen
moesten de acteurs zelf hun kostuums zoeken en kregen ze enkel hun eigen tekst te zien. Door deze samenwerking werd
dit echter anders, zo kwamen er leesrepetities met z’n alle. De regisseur ging dus voor verbinding zorgen en werd artistiek
auteur.

Enscenering (inszenierung): verwijst naar de opvoering, wordt ook breder gebruikt (in het dagelijks leven). Het is verwant
aan de rol van de regisseur. Voorheen was de rol van de regisseur erg technisch, hij werd gezien als de producent, dus nog
niet als artistiek leider. In de 19e eeuw kwam het idee van de artistieke leider op. Het ensceneren, of in scene zetten van
een tekst, is een betekenisvol proces met bepaalde strategieën. Het wordt gezien als ‘tot verschijning brengen’ van een
tekst, maar dit verschuift in de loop van de 20 e eeuw. In NL werd er vertrokken vanuit een klassiek idee van dramaturgie
(Bleeker); dramaturgie moet het concept van het stuk bewaken en controleren of dat goed gaat, ruimt voor intellectuele
reflectie.

‘In the Netherlands and Flanders, it was only in the sixties that dramaturgy developed as a phenomenon, as a
consciousness or a practice […] Dramaturgy, as it was then conceived, starts from a concept (usually an interpretation
of a text) that the director and the dramaturg work out before the rehearsals begin. This concept entails a well-defined
direction in which they want the performance to go—that is, the idea that the play should express. Seen this way, the
dramaturgical concept is a goal one has to work towards. Often, the dramaturg is assigned the role of protector of this
goal.’ Maaike Bleeker (2003): 164.  In Nederland kwam in de jaren ’60 het idee van de dramaturg op.

‘What was new and positive in this dramaturgy was that it made room for intellectual reflection in the theatre, and
made room as well to adapt and transform historical material to meet contemporary needs. It was, however, also from
this tradition that the mistaken idea grew that directing is the execution of a dramaturgical concept thought out in
advance. As a result, dramaturgy became associated with pre-given concepts that have to be fulfilled, rules that have



2

, to be imposed on the artistic material, prescriptions that have to be carried out—or, to put it simply, with limitations
imposed upon artistic freedom.’ Bleeker 2003: 164.  De dramaturg moet ook het concept bewaken.

Maaike Bleeker: dramaturgie als ‘mode of looking’  Positie die besloten ligt in het werk, het betekend een bepaalde
manier van kijker, en hoe wordt de toeschouwer uitgenodigd om te kijken en in welke bredere context staat het.

Er zijn echter ook tegenstanders van de dramaturgie; ‘Ik heb helemaal niets met dramaturgie. Ook niet met dramaturgen
trouwens. Volgens mij kun je ze allemaal ontslaan en een herscholingscursus geven.’ Alex van Warmerdam, geciteerd door
Robbert van Heuven (2006).

De ontwikkeling: vroeger was er altijd een narratief in een verhaal, nu is dat niet meer zo vanzelfsprekend meer. Het
narratief komt niet altijd meer voort uit de tekst. Er is namelijk niet altijd meer sprake van een opvoering van een tekst.
Huidige dramaturgie: niet alleen maar nadenken over hoe de tekst op te voeren.

Educatie:

• 1962: oprichting Instituut voor Theaterwetenschap (Universiteit Utrecht)
• 1964: Oprichting Instituut voor Dramaturgie (Universiteit van Amsterdam)
• De voorstelling als nieuw object van wetenschappelijk onderzoek

Dramaturgie in theorie

Tom Nicholas (Britse toneelschrijver/onderzoeker) - Dramaturgie houdt zich bezig met de beleving/het avontuur van de
toeschouwer tijdens een voorstelling. Het gaat dus om de constructie en structuur van de voorstelling. Welke elementen
zijn van belang voor het creëren van een betekenis voor de toeschouwer? Hij maakt een onderscheid tussen dramatrug en
de regisseur, waarbij de dramaturg in een bredere context nadenkt. Er wordt gedacht aan de notie van wat theater is en
wat het kan veranderen.

Ontwikkeling in de theaterpraktijk; dramaturgie is veranderd. Er is niet meer per se een narratief nodig in een stuk, bij het
tekst-gebaseerde theater van vroeger was dit wel van belang. Nu is het narratief niet vanzelfsprekend te zijn, ook niet als er
wel tekst is. Er is niet altijd meer tekst, maar wel altijd een dramaturg:

• ‘The construction of a piece and how all the different elements add up to create meaning for an audience.’
• De dramaturg denkt na over de ‘affective journey an audience will go on throughout watching a piece.’
 Dramaturg houdt zich bezig met de beleving van de toeschouwers die het stuk creëert.

Dramaturgie gaat over de constructie van elementen van een voorstelling, en hoe daarmee een betekenisvol geheel van
wordt gemaakt voor het publiek. Dramaturgie is ook een manier van kijken en reflecteren op een voorstelling. Bleeker ziet
dramaturgie als een mode of looking, een manier van kijken naar de possible arrangements of the diverse elements used by
the artist en hoe dat functioneert.

‘In this [postdramatic] theatrical practice, doing dramaturgy turns into a quest for provisional or possible arrangements
of the diverse elements used by the artist and the question of how this challenges, invites, puts off, or leads astray an
audience. Here, dramaturgy turns into a mode of looking that implies an eye for the possibilities inherent in the ideas
and the material, as well as an eye for their implications, their effects.’ Bleeker.

‘Seen this way, the dramaturgy of a particular work is inseparable from the work; it is the work seen from a particular
point of view. The director or choreographer herself or himself can look at her or his own work from a dramaturgical
point of view as well, and, no doubt, at times she or he will do so. It can also be productive to ask somebody else to
take this position in the creative process in order to open up the possibility for a dialogue.’ Bleeker 2003: 166.

 Nicholas en Bleeker sluiten bij elkaar aan

Volgens Marianne Kerkhoven is er kleine (eerste twee niveau’s, dus binnen de vier muren van het theater) en grote (de
context) dramaturgie. ‘Het theater ligt in de stad en de stad ligt in de wereld en de wanden zijn van huid’. Het gaat om het
contact met de buiten wereld.



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bczutrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66475 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  9x  sold
  • (2)
  Add to cart