CASUS
“De 8-jarige Tim werd doorverwezen door een kinderarts die een spoedconsult vroeg in verband met ernstig gewichtsverlies in het afgelopen jaar
waarvoor hij geen somatische oorzaak kon vinden. Tim maakt zich buitensporig veel zorgen over zijn gewicht en weegt zichzelf elke dag. Hij klaagt
erover dat hij te dik is en niet afvalt als hij minder gaat eten. Hij is het laatste jaar vierenhalve kilo afgevallen en denkt nog steeds dat hij te dik is,
hoewel het duidelijk is dat hij ondergewicht heeft. Uit wanhoop hebben zijn ouders alle weegschalen in huis weggedaan; als reactie daarop houdt
Tim een lijst bij van alle calorieën die hij dagelijks inneemt. Hij besteedt hier erg veel tijd aan, door steeds opnieuw te controleren of hij het goed
gedaan heeft.
Daarnaast wordt door de kinderarts beschreven dat Tim geobsedeerd is door hygiëne en netheid. Op dit moment heeft hij geen vrienden omdat hij
geen zin heeft hen thuis op te zoeken, omdat hij denkt dat hun huizen ‘vuil’ zijn; hij raakt van streek als een ander kind hem aanraakt. Hij
controleert altijd of hij de dingen wel op de ‘goede’ manier heeft gedaan. Hij wordt daar zeer opgewonden en angstig van. Hij moet elke dag ten
minste twee uur voor hij naar school gaat opstaan om op tijd klaar te zijn. Laatst stond hij een keer om halftwee ’s nachts op om zich klaar te
maken voor school.” casus ontleend aan Jakop Rigter
Reflectievraag: welke vragen stel je je als hulpverlener bij het lezen van dit verhaal van Tim?
- Wat is er aan de hand?
- Hoe is dit zo gekomen?
- Wat kunnen we eraan doen?
- Hoe zal het met hem of haar verder gaan?
ONTWIKKELINGSPSYCHOPATHOLOGIE
= geen momentopnamen -> goed begrijpen van het proces
▪ Psychopathologie: patho (pathos): lijden
logie (logos): het denken over
→ wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
▪ Ontwikkelingspsychopathologie: studie van ontstaan en beloop van psychische
stoornissen
> hoe manifesteert zich dit op het leven en door het leven -> een meer dynamische
kijk op de psychopathologie
▪ Centrale vraag: hoe is bepaald gedrag bij een kind ontstaan en gegroeid?
• Psychisch lijden
▪ Psychisch: Dat vanuit het psychische veroorzaakt wordt en/of
zich in het psychische uitdrukt:
o Expressie en motoriek (Gilles de la Tourette)
o Bewustzijn (dissociatieve stoornissen)
o Zelfbeleving (eetstoornissen)
o Waarnemen en perceptie (psychotische stoornissen)
o Denken en geheugen (psychogene amnesie)
o Stemming, gevoel en affect (stemmingsstoornissen)
Van die oorspronkelijke omschrijving is weinig overeind gebleven. Geleidelijk aan is men gaan praten over de studie van
psychologisch afwijkend gedrag en daar beginnen de moeilijkheden.
De wetenschap is heel erg vertrokken vanuit een medisch model
Het is niet altijd een psychische oorzaak kan ook een somatische oorzaak hebben bv een schildklierinfectie kan ook
stemmingsstoornissen veroorzaken
• Reflectievraag – de psychische stoornis:
welke termen worden/werden gehanteerd om personen met een psychische problematiek
te beschrijven?
▪ Abnormaal, gestoord, krankzinnig, gek, zot, geestelijk ziek, afwijkend,
onaangepast, niet maatschappelijk geïntegreerd, werkonbekwaam, …
-1-
,NORMAAL – ABNORMAAL
▪ Uitzonderlijk: afwijking van statistisch gemiddelde
o Vb. mensen die bang hebben om anderen te ontmoeten, vb.Daniel Tammet
the brainman
▪ Afwijking van norm? → afwijken van statistisch gemiddelde = voor discussie vatbaar
o Van de maatschappelijke norm (homoseksualiteit, pas in 1987 als normale
seksuele variant in DSMIII-R)
o Meer dan 2 standaarddeviaties naar beneden = problematisch
o Meer dan 2 “ “ “ “ naar boven = hoogbegaafd
o Van de religieuze norm
− Vb. Evolutie van homoseks. als afwijkend gedrag: DSM (diagnostisch en
statistisch handboek voor psychische stoornissen) homoseksualiteit (Data niet
kennen)
DSM I (1952): homoseksualiteit als een seksuele afwijking met een
sociopathische persoonlijkheidsverstoring
DSM II (1968): homoseksualiteit als een seksuele afwijking zoals andere
parafiliëen
DSM IIR (1973): stoornis in de seksuele oriëntatie
DSM III (1980): ego-dystone homoseksualiteit: (1) een continu gebrek aan
heteroseksuele arousal, wat door de patiënt ervaren wordt als interfererend
met de initiatie of het behoud van de gewenste heteroseksuele relaties en (2)
permanent lijden onder het dominante patroon van ongewenste
homoseksuele arousal.
DSM IIIR (1987): normale seksuele variant
▪ Onmogelijkheid om zich te conformeren aan de maatschappij
o Hangt af van tijd en plaats bv. Filmfragment Birdy, One Flow Over the
Cuckoo’s Nest, the Changeling
o Drapetomania (1851, arts Cartwright uit Louisiana) hoofdsymptoom: een
vreemd verlangen om weg te lopen van hun meesters
o Disfunctioneren afhankelijk van het dominante functionerings-model van een
maatschappij
o Je geraakte vroeger makkelijk in een psychiatrie maar moeilijk eruit
o Er zijn ook mensen die zich niet kunnen conformeren omdat er dingen
ontbreken om te kunnen conformeren -> sommige kunnen het regime van
een job niet aan -> het is niet van NIET willen maar soms gewoon van het
NIET kunnen -> kunnen zich dus niet conformeren
▪ Foute perceptie/ interpretatie van de realiteit
o Hallucinaties
▪ Het subjectief ervaren van ongemak, van lijden
o Bij zichzelf bv. dwang om alles te controleren
→ maar: lijden hoort bij het leven bv. te snel diagnose van depressie →
pathologiseren (= iets als afwijkend gaan beschrijven, kan negatief zijn)
en medicalisering (= lijden wordt opgelost door medicatie) van lijden
o Bij de ander bv. persoon met alcoholproblemen
-> Narcisme = het lijden bij een ander
o BEDENKING = leed aan een ander maar geen psychologisch etiket plakken
-2-
, ▪ Ongepast/contraproductief gedrag
o bv. Sociale fobie: contact met anderen mijden
o De angst om door andere negatief beoordeeld te worden = sociale fobie en is
contraproductief
▪ Vanuit een juridisch standpunt
o bv. Pedofilie = beide van de verschillen (kijk hieronder)
o Soms heb je verschil tussen wat juridisch standpunt wordt gezien en op
menselijk vlak van psychisch leed kan berokkenen
▪ Geen exacte grens tussen normaliteit-psychopathologie → continuüm
= ge kunt de symptomen hebben maar dit betekent niet dat je de stoornis hebt
➔ 2 mensen met hetzelfde label kunnen totaal anders reageren en een andere
stoornis hebben
▪ Het ervaren van onvrijheid (‘ik zit gevangen in dit gedrag’)
= wanneer je gevangen zit in je eigen lichaam en je wilt veranderen maar het lukt
gewoon niet => dan is er een aanwijzing voor een psychisch probleem
-> wanneer je kan zeggen dat je het zelf onder controle hebt dan is er nog geen
externe hulp nodig
▪ Bij kinderen: het belemmeren van de ontwikkeling, het niet kunnen realiseren van
ontwikkelingsopgaven
Psychopathologie is iets anders dan psychiatrie. Bij psychopathologie wordt
kennis verzameld over algemene kenmerken van psychische stoornissen. Bij
psychiatrie wordt gekeken naar (de effecten van) hulpverlening aan mensen
met psychische stoornissen.
PSYCHOPATHOLOGIE EN PSYCHIATRIE
▪ Psychiatrie
o -iatrein (genezen)
o Het handelen en omgaan met de mens met psychische problemen
o Toegepaste wetenschap
o Psychiatrie (als praktijk) psychopathologie (als theorie)
o Medisch model
o 2 verschillen tussen psycholoog en psychiater
- psycholoog mag medicatie voorschrijven, psychiater mag dit NIET
- psychologen gaan uit medische vooropleiding perspectief geven op
menselijk gedrag
Ontwikkelingspsychopathologie is geen nieuwe wetenschap, maar een
benadering waarin inzichten uit verschillende wetenschappelijke disciplines en
wetenschappelijke theorieën worden geïntegreerd.
-3-
, Het actuele gedrag van een kind is altijd het gevolg van vroegere ervaringen en
van de eisen die de huidige situatie aan hem stelt.
• Ontwikkelingsbenadering
▪ De veronderstelling dat gedrags(mogelijkheden) veranderen, complexer worden
▪ Verandering in één van de psychische functies, heeft invloed op de andere functies
en verandert zo de hele persoon
▪ Rond de 8 maanden vreemdenangst -> perceptie wordt nauwkeuriger -> begint
meer associaties te leggen -> begint te beseffen dat ze verwijderd kunnen worden
maar heeft nog niet door dat die terug kan gaan -> kan dus zorgen voor angst
→ dit proces wordt beïnvloed door vroegere ervaringen en door kenmerken en eisen
van de huidige situatie
▪ Geen deterministische visie, maar een wisselwerking tussen ervaringen in het
verleden en huidige ervaringen
▪ Ervaringen in het verleden hebben een impact op onze huidige manier van
waarnemen, interpreteren, handelen
▪ Huidige ervaring → anders ervaren, correctie op vorige ervaringen
→ we gaan minder focussen op de stoornis als kenmerk van een persoon, maar eerder
op een ontwikkeling die is vastgelopen of scheefgegroeid.
Als beoordeeld moet worden of gedrag van een kind adequaat is, moet daarbij
de (ontwikkelings)leeftijd van het kind betrokken worden. Gedrag dat op jonge
leeftijd adequaat is, kan op latere leeftijd op een stoornis wijzen.
Je weet pas wat een afwijkende ontwikkeling is als je weet wat de normale,
gemiddelde ontwikkeling is, en als je rekening houdt met achterliggende
culturele opvattingen.
• Wanneer wordt bedwateren problematisch?
• Wat is de kritische (sensitieve) periode voor taalverwerving?
• Hoe uit zich een veilige hechting?
• Wat betekent ‘sensitieve responsiviteit van de opvoeder?
• Waarom is innerlijke spraak’ belangrijk bij de ontwikkeling van regelgeleid gedrag?
• Geef het verband tussen volgende ontwikkelingsaspecten: ontwikkeling van agressie
enerzijds en taalvaardigheid, morele ontwikkeling en executieve functies anderzijds.
• Welke angsten komen vaak voor bij peuters en kleuters en hoe is dit te verklaren?
• Wat betekent encopresis?
Elk kind is uniek. Dat geldt ook voor elk kind met een psychische stoornis.
-4-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isadekort. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.21. You're not tied to anything after your purchase.