Dit document bevat een volledige uitwerking van de hoorcolleges voor het vak BPR2 (collegejaar 2018/2019). Het betreft alle hoorcolleges; dit document wordt bijgewerkt naarmate de collegeweken vorderen.
Hoorcolleges Burgerlijk Procesrecht 2
Blok IIB, collegejaar 2018-2019
• Hieronder staan alle hoorcolleges van BPR2 opgenomen
Inhoudsopgave
HC 1 – Inleiding .................................................................................................................. 1
HC 2A – Bewijsrecht algemeen en bewijslastverdeling ....................................... 5
HC 2B – Bewijsmiddelen 1............................................................................................ 12
HC 3A – Bewijsmiddelen 2............................................................................................ 18
HC 3B – Bewijsbeslag en exhibitieplicht ................................................................. 21
HC 4A – Bewijsrecht internationaal .......................................................................... 27
HC 4B – Modernisering bewijsrecht ......................................................................... 32
HC 5A – Arbitrage 1 ........................................................................................................ 38
HC 5B – Arbitrage 2 ........................................................................................................ 42
HC 6A – Beslag en executie 1 ....................................................................................... 48
HC 6B – Beslag en executie 2 ....................................................................................... 58
HC 7 – Hoger beroep ....................................................................................................... 63
HC 8A – Cassatie ............................................................................................................... 73
HC 8B – Incidenten .......................................................................................................... 81
HC 1 – Inleiding
Nieuw:
à niet alleen het boek
à geschrapt in jurisprudentie; nieuwe arresten erbij gedaan.
Bij bewijsrecht gaat het kort gezegd over de regel van 150 Rv. Wie krijgt uiteindelijk
de bewijslast? Het bewijsrecht is in de praktijk eigenlijk key in het procesrecht. Bij
het procesrecht gaat het erom of je je recht krijgt, en je krijgt slechts je recht als je je
recht weet te bewijzen. als je het dus niet kan bewijzen, dan loop je mis op grond van
bewijsrecht. De rechter kan niet meer dan afwijzen indien zij niet overtuigd is van de
stellingen en het bewijs wordt niet rond gekregen.
Bevrijdende en bestrijdende verweren; ZELF BESTUDEREN!!
Feiten doen ze hetzelfde als bij het arrest; maar de rechtsvraag is heel anders. dan toch
past iedereen het arrest toe, wat niet moet. Als de stof van een noot is voorgeschreven,
lezen!
Bewijsrecht;
1
, Op dit moment is in de maak; een wetsvoorstel tot herziening of modernisering van
het bewijsrecht. kenmerken;
v Voorlopige bewijsgaring: het huidige bewijsrecht – het huidige procederen –
wordt gekenmerkt doordat partijen zoveel mogelijk feiten al te verzamelen en als
er bewijslast komt – dan ga ik tegen die tijd dat bewijs wel zoeken. En dan is het
vaak getuigenbewijs of deskundigenbewijs. Schriftelijk bewijs zoekt iedere
advocaat van te voren uit. Daar is nu een kentering; rechters vinden voorlopige
bewijsbevindingen vinden ze eigenlijk allemaal maar tijdrovend het houdt het
proces op. bewijsgaring en bewijsinformatie wordt naar voren gehaald in het
nieuwe bewijsrecht; als je voorlopige bewijsbevindingen wil doen (voorlopige
getuigenverhoren of voorlopig deskundigenbericht) dan zul je dat moeten vragen
voorafgaand aan de procedure; tijdens de procedure is daar geen mogelijkheid
meer toe. Advocaten vinden dit regels die door de rechter zijn bedacht.
Werkelijkheid kan een andere zijn; als de verwerende partij iets stelt, en de
eisende partij die heeft daar nog nooit aan gedacht, dan zou je miss wel die
bewijsverrichtingen voorlopig willen doen.
v Bewijsbeslag: kent alleen maar een wettelijke regeling in het kader van de IE-
zaken. Zij hadden een regel van bewijsbeslag; zij konden beslag leggen op zaken
die een inbreuk maken op IE-recht. Maar een algemeen bewijsbeslag, dus NIET in
IE-zaken, hoe zit het daar? Daar is een arrest over; Molenbeek/Invest beheer.
Daarin heeft de HR grensverleggend iets besloten; kun je op grond van bestaande
wetgeving, IE-bewijsbeslag leggen in een niet IE-zaak? En zo ja, wat is dan de
wettelijke basis. De HR heeft die vraag bevestigend beantwoord; de basis voor
een beslag is art. 730 Rv (beslag tot afgifte of levering van zaken) in verband met
art. 843a Rv (inzagevordering in bescheiden). Deze twee artikelen gecombineerd
vormen voldoende grondslag om bij de rechter een verzoek in te dienen op
bewijsbeslag op bepaalde bescheiden. Voorbeeld: Op basis van een vonnis is een
partij veroordeeld om schadevergoeding te betalen. die partij, dat is een
vennootschap, en die wil niet betalen. De indruk bestaat dat die vennootschap zijn
vermogen aan het wegsluizen is. Dat is onrechtmatig; dus je wil de papieren zien
waaruit blijkt waar dat geld heengaat. een schuldeiser heeft dus belang bij het
inzien van die stukken. Het beslag op die stukken; onder accountant – noemen we
een bewijsbeslag. en dat is een conservatoir beslag om te voorkomen dat men die
stukken kan kwijtraken/wegmoffelen. Als je beslag hebt gelegd (in Molenbeek
arrest staat hoe je dat moet doen), dan heb je nog geen inzage in die stukken. En
die procedure die je dan moet voeren, dat is de procedure van 834a Rv. 28
september heeft de HR een molenbeek 2 arrest gewezen; dat arrest heet
Organik/Dow Chemicals; ook daar zet de HR de mogelijkheid van bewijsbeslag
nader uiteen. In het wetsvoorstel gaat een algemene regeling opgenomen worden
voor algemeen bewijsbeslag. En dan zie je dus eigenlijk een omgekeerde situatie.
in 2014 oordeelde de HR dat het kon, de wetgever wilde niet wetgeving maken op
dat punt. Dus de HR zegt dan; oke dan doe ik het wel. Dus die heeft dat
uitgeschreven. Inmiddels is arrest 2 gelopen en nu komt er een nieuwe
wetsbepaling. Tegen de tijd dat wij zijn afgestudeerd is dit geldend recht.
v KEI: kwaliteit en innovatie. Het digitaal procederen. Het digitale procederen is
ingevoerd voor de dagvaardingszaken, verplichte rechtsbijstand (bij Utrecht,
Gelderland). 30a tot en met 30q KEI-Rv. En 111 tot en met 113 KEI-Rv. In NL
hebben we voor die procedures twee wetboeken van Rv (in digitale zaken en niet
digitale zaken). Bij Gelderland, midden Nederland wordt digitaal geprocedeerd in
dat soort zaken – en bij andere 9 rechtbanken wordt niet digitaal geprocedeerd.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijnnijhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.