100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting GGZ2021 Kind en Jeugdpsychopathologie taak 2 (a en b) $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting GGZ2021 Kind en Jeugdpsychopathologie taak 2 (a en b)

 43 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking taak 2, kind en jeugd psychopathologie

Preview 3 out of 21  pages

  • May 16, 2019
  • 21
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Taak 2a: Mark
Leerdoelen:
1. Wat is een pervasieve ontwikkelingsstoornis?
2. Wat is de definitie van autisme?
3. Wat is de prognose?
4. Wat is de behandeling?
5. Welke vormen van co-morbiditeit zijn er?
6. Wat zijn de oorzaken?
7. Wat is de epidemiologie van autisme?
8. Wat is de Theory of Mind en hoe werkt het?
9. Wat is de relatie tussen autisme en het IQ?

,Leerdoel 1: wat is een pervasieve
ontwikkelingsstoornis?
Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis, wat betekent dat het om een stoornis gaat die diep
doordringt in het totale functioneren. Het begrip pervasieve ontwikkelingsstoornis wordt steeds
minder gebruikt en is nu vervangen door autismespectrumstoornis of autisme.

Pervasief betekent doordringen, wat betekent dat we te maken hebben met problemen die
doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind.




Leerdoel 2: wat is de definitie van autisme?
Autisme of een autismespectrumstoornis is een complexe neurologische ontwikkelingsstoornis die
gekarakteriseerd wordt door abnormaliteiten in sociale communicatie en ongebruikelijke
gedragingen en interesses. Het raakt elk aspect van de interactie van het kind met zijn of haar
wereld, het betrekt zich tot veel delen van de hersenen, en ondermijnt de eigenschappen dat ons
‘mens’ maken, onze sociale reacties, mogelijkheid om te communiceren en gevoelens voor andere
personen.

Kinderen met ASS gedragen zich op ongewone en vaak raadselachtige manieren. Ze kunnen piepen
van opwinding bij het zien of het geluid van een wiel dat ronddraait in een speelgoedauto, maar
negeren of hebben een volledige driftbui als iemand probeert met ze te spelen. Soms kijken ze door
je heen alsof je een ruit bent, maar staren je op andere momenten rechtstreeks in je gezicht aan of
trekken ze aan je arm om je naar iets leiden dat ze willen.

De kernfuncties van ASS worden gerepresenteerd door 2 symptoomdomeinen: sociale communicatie
en sociale interactie EN beperkende, repetitieve patronen van gedrag, interesse of activiteiten. Om
de diagnose van ASS te krijgen moeten de symptomen zich voordoen in beide domeinen. De
symptomen moeten ook aanhoudend zijn, zich in meerdere settings voordoen en voorkomen in de
vroege ontwikkeling.

De diagnostische criteria voor een autisme spectrum stoornis:
A. Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie, zoals blijkt uit:
- Tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
- Tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve gedrag
- Tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties
B. Beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten, zoals blijkt
uit:
- Stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
- Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of geritualiseerde
gedragspatronen
- Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
- Over- of onder reageren (hyper of hyposensitiviteit) op zintuiglijke prikkels of ongewone
belangstelling voor zintuiglijke aspecten van de omgeving
C. De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas later
onderkend).

, D. De verschijnselen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale
of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke levensgebieden.
E. De stoornissen kunnen niet beter verklaard worden door een verstandelijke beperking of
globale ontwikkelingsachterstand en de sociale communicatie moet minder zijn dan past bij
het cognitieve niveau.

De verschillen tussen de DSM5 en DSM4: DSM 5 sociale communicatie en sociale interactie
samenpakt en bij DSM4 waren deze los. DSM5 laat alle eerdere subtypes van autisme weg.

ASS is gedefinieerd als een spectrumstoornis omdat de symptomen, capaciteiten en karakteristieken
ervan in verschillende combinaties en verschillende mate van ernst voorkomen. Kinderen met ASS
variëren in intellectuele mogelijkheden, taal, leeftijd, SES, geslacht en ras. Daarnaast is er een heel
groot verschil in de manier waarop de verschillende symptomen tot uiting komen. Daarnaast zijn er
ook verschillende ‘sterktes’ hierin.

Sociale interactie en communicatie tekorten
Ze hebben niet echt interesse in andere kinderen, een tekort aan sociale en emotionele
wederkerigheid, ze falen in het delen van vreugde en interesse met andere, enz.

Kinderen met ASS laten een bijzondere waardevermindering zien in gezamenlijke aandacht (joint
attention), dat is het vermogen om de aandacht te coördineren aan een sociale partner en een
object of een evenement van wederzijds belang. Kinderen met ASS wijzen wel een naar een object of
laten het object aan iemand zien maar ze delen niet de vreugde ervan met die persoon. Slechte
kwaliteit van oogcontact en lachen tijdens de ouder-kind interactie in het eerste jaar kan gerelateerd
zijn in tekorten in joint attention.

Een kind met ASS kan wijzen naar een knuffel die hij/zij wilt dat buiten het bereik is. Hierbij laat zij
‘protoimperative gestures’ zien, gebaren of geluiden die gebruikt worden om bepaalde behoeftes te
laten zien. Dit kind zal wel falen om ‘protodeclarative gestures’ te gebruiken, gebaren of geluiden die
direct de visuele aandacht van andere mensen richt op objecten van gedeeld belang.

Kinderen met ASS gebruiken vaker instrumentele gebaren (handen of trekken) dan expressieve
gebaren (gezichtsuitdrukking) om iemand iets voor hen direct te laten doen.

Taalstoornissen bij kinderen met ASS komen op vele niveaus voor. Een algemene taalstoornis is
bijvoorbeeld ‘pronoun reversal’ dat is wanneer het kind woorden exact herhaalt zoals deze gehoord
zijn zonder deze aan de situatie aan te passen. Deze kinderen vertonen diepgaande beperkingen in
de ‘pragmatics’ pragmatiek, wat het juiste gebruik is van taal in sociale en communicatieve
contexten.

Beperkte en repetitief gedrag en interesses
Onderzoekers hebben 2 dimensies van beperkte of repetitief gedrag bij kinderen met ASS
onderscheiden:
1. Herhaling van sensorisch en motorisch gedrag
- Echolalia: wanneer het kind net als een papegaai woorden herhaalt die hij/zij net geeft
gehoord of op een later tijdstip.
- Self-stimulatory behaviours: herhaalde lichaamsbewegingen of bewegingen van
objecten zoals het klappen met de handen of het draaien van een potlood.
2. Aandringen op gelijk gedrag

De verschillende redenen waarom kinderen met ASS aan zelfstimulatie en ander repetitief gedrag
doen is nog niet bekend. Wel zijn er hier verschillende theorieën over:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melaniebemelmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24  1x  sold
  • (0)
  Add to cart