Thanks and success with the exam shortly:)
Seller
Follow
historybook
Reviews received
Content preview
College 7: Staatse buitenlandse politiek en Staatse diplomatie
12-jarig bestand: de Republiek mengt zich voor het eerst in de Europese diplomatie.
Onderhandelingen trokken ook nogal wat diplomaten aan. Niet alleen over de direct
betrokken partijen, maar er zijn ook allerlei gezanten uit Engeland, Frankrijk, Venetië.
De Vrede van Munster was natuurlijk ook een keerpunt, hier werd de Republiek officieel
erkend. Daarna kregen we Johan de Witt, die zich heel erg mengde in de Europese
diplomatie. Onder Willem III vergrootte de diplomatie zich. Op het einde van de 18 e eeuw
wordt het de diplomatie van een staat van 2e rang. In die tijd wordt een netwerk van
residerende diplomaten opgebouwd.
Na 1750: Republiek gaat steeds meer residerende ambassadeurs uitzenden.
Staten en belangen
Theorieën over de verhoudingen tussen staten:
- Machtsrealisme:
- Staten zijn gedwongen gezien internationale anarchie, op eigen kracht hun
veiligheid te verzekeren (door hun macht te maximaliseren of allianties te sluiten)
(stabiliteit door machtsevenwicht, scepsis ten aanzien van ideologieën, vrede en
mensenrechten)
- Cynische gedachte. Er is eigenlijk alleen maar wanorde. Door alle krachten
die op elkaar inspelen ontstaat er volgens deze theorie een stabiele situatie. Zie de
Koude Oorlog = we weten wel waar we aan toe zijn. De nadruk ligt dus op materiële
zaken. Volgens deze stroming zijn ideologieën stompzinnig. Morele argumenten zijn
nutteloos. Zie Nederland met haar domineesfunctie. Het gaat dus vooral om
materiële zaken in een situatie van anarchie.
- International society benadering:
- Staten kunnen zich beroepen op internationaal recht en een stelsel van
gemeenschappelijke waarden en normen (grondslag voor stabiliteit). Regels en
instituties zorgen voor stabiliteit.
Staten en buitenlands beleid
- Machtsrealisme is gebaseerd op het idee van staatsbelang, nationaal belang en de
veronderstelling van een multipolair systeem soevereine staten.
- Belangen van staten worden in grote lijn bepaald door (objectieve) materiële
omstandigheden.
- Sociaal constructivisme: gedrag van staten wordt mede bepaald door immateriële
verhoudingen (politiek-culturele tradities, zelfbeeld, nationale identiteit etc.)
- Buitenlands beleid, en de conceptie van de daaraan ten grondslag liggende belangen, zijn
‘sociale constructies, en niet louter logische vertalingen van materiële omstandigheden.
- Buitenlands beleid is ook een product van politieke processen in binnen- en buitenland.
Staat tussen staten
Positie in de internationale machtsstructuur (en diplomatieke cultuur)
Positie in de wereldeconomie
Geografische ligging
1
,Het International Society systeem is dus niet toepasbaar op de vroegmoderne tijd.
Aan de andere kant is het Machtrealisme systeem ook niet helemaal toepasbaar. Het denken
van de mensen in de 17e eeuw was ook een belangrijke factor. Alleen de materiële zaken
waren niet alle bepalende factoren. Zelfbeeld en identiteit was zeker belangrijk en zeker niet
gebaseerd op materiële omstandigheden. Denk aan Nederland die in de vorige eeuw de
neiging had om voor morele leider te spelen.
Buitenlandsbeleid kan evengoed een constructie zijn van binnenlandse zaken.
Een goed voorbeeld van objectieve factoren. Die zijn weer op te delen in extern en intern.
Dit volgende voorbeeld is extern.
Geografische ligging-positie in de wereldeconomie- positie in de internationale
machtsstructuren en diplomatieke cultuur.
Republiek: Klein land tussen grote mogendheden en het ligt aan zee. Dus de Nederlandse
havens zijn dus ook belangrijk voor het achterland. De republiek is dus voor omliggende
landen ook interessant.
Alle staten om Nederland zitten allerlei staten die elkaar politiek en economisch
beconcurreren. Die constante strijd heeft ook weer bijgedragen aan de ontwikkeling van
diplomatie.
(Europa is ook begonnen met het opzetten van grote sport toernooien. Wellicht een
symbolische manier van elkaar de hersens inslaan.)
Rangorde der Europese Staten
(volgens het Groot Ceremoniaal 1653 der Staten-Generaal)
Keizer
Gekroonde Hoofden:
Frankrijk
Engeland
Spanje
Portugal
Zweden
Polen
Denemarken
Venetië
Republiek der Verenigde Nederlanden
Ongekroonde Hoofden:
De keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk
Andere soevereine vorsten waarvan de eerste de hertog van Savoye
Interne verhoudingen:
- Individuele gezagsdrager
- Facties (prins- en staatsgezinden)
- Politieke structuur
2
,
- Lange-termijn sociaal-economische verhoudingen
In Holland zijn de regenten dominant. De kerk wordt gedomineerd door de
burgers/magistraten van de stad. Er wordt wel gezegd dat de adel weinig invloed zou
hebben. Dat geldt wel voor Holland. De adel heeft daar maar één stem. Maar dat geldt niet
voor de andere gewesten! In Utrecht, Gelderland, Overijssel, geldt dit niet. De adel is wel
degelijk een machtsfactor. In Gelderland heeft de adel zelfs misschien wel meer macht dan
de adel.
Facties: interne strijd tussen de elites. De meest bekende is die van prins- en staatsgezinden.
Politieke structuur heeft natuurlijk effect op het bestuur. De Republiek is een statenbond. Er
zijn zee-gewesten, die vooral op zee gericht zijn (handel), en land-gewesten. Het bestuur van
de Republiek is heel sterk stedelijk van karakter. Het is een soort mengelmoes van
monarchale elementen (stadhouder), aristocratische elementen (regenten) en
democratische elementen (stad).
Ook het individu is belangrijk. In de Republiek hebben de stadhouders een belangrijke
invloed op het buitenlands beleid. Dat geldt ook voor de raadpensionaris. Dat roept ook
aversie en tegenwerking op, maar ze kunnen het wel. Zulke mensen noemen we ook wel
‘Prime Movers of History’.
Karakter van de staat
- Republiek
- Monarchaal
- Aristocratisch
- Democratisch
- Stedelijke samenleving
West <> Oost-Nederland
- Handelsnatie
- Hollandse handelsbourgeoisie
- Adellijke elite
De Republiek
Staatkundig:
- Decentraal
- Collegiaal
- Gezag nooit aan één iemand gegeven. Wisselende colleges van bestuur.
- Van onderaf
- De steden en landschappen bepalen de politiek en dat geeft men door naar boven.
- Niet hiërarchisch
- Organisch gegroeid
- Het is nooit ontworpen met een ideologie en verlichtingsidealen in het achterhoofd.
Men beroept zich op al dan niet verzonnen tradities.
Politieke cultuur
- Burgerlijk
3
, - Discussiecultuur
Je kan in het openbaar discuteren en lelijke dingen over elkaar zeggen. Er was wel censuur
maar de steden hielden zich nooit aan verordeningen. De hele republiek kan zich in het
politieke debat bemoeien.
Het monopolie van de diplomatie wordt geclaimd door de Staten-Generaal, maar het is altijd
wel moeilijk om het ook werkelijk zo effectief voor elkaar te krijgen.
De Staten-Generaal stond niet aan het hoofd van de Provinciale Staten. Er werd ook niet
vergadert in het Binnenhof, wat vaak gedacht werd.
De structuur van de Republiek: Staten-Generaal is een soort forum. Afgevaardigden van de
Staten moesten naar Den Haag komen.
Leger + buitenlands beleid wordt door de Staten-Generaal geregeld. Gewesten zijn niet
verplicht zich aan wetten te houden. Er is ook niet zoiets als een hoge raad voor de hele
Republiek. Gezamenlijk leger, maar ieder gewest moest zelf betalen.
Taken en bevoegdheden van de Staten-Generaal ten aanzien van het buitenland
- Hoogste gezag over het buitenlands beleid en organisatie van de betrekkingen
- Politiek en militair wordt gezamenlijk opgetreden
- Met eenparig consent beslissen over oorlog, vrede, verbonden en traktaten
- Bij grote beslissingen moeten alle provinciën akkoord gaan
- Belangen van particuliere ingezetenen van de provincies behartigen en bevorderen
Monopolie op buitenlandse vertegenwoordiging
- Provincies (en steden) beschouwden zich als soeverein
- Onderhouden buitenlandse betrekkingen
- Sluiten verdragen met buitenlandse mogendheden
- Officieel uitsluitend zaken van principaal (stedelijk) belang
Wie heeft nu het recht op diplomatie? In de Republiek is dat heel lastig. Het belangrijkste is
dat het de Republiek niet mag schaden.
Bijv. Acte van Seclusie, wat alleen besloten is door Holland. tijdens de Engelse oorlog werd er
in het geheim door Holland aan de vredesonderhandeling toegevoegd dat de Oranjes nooit
meer stadhouders zouden worden. Anders ging Cromwell niet akkoord. Waren niet alle
steden blij mee.
Hoogste gezag over buitenlands beleid
- Beleidsvorming internationale betrekkingen
- Leiding en organisatie van de vertegenwoordiging in het internationale verkeer
(diplomatie)
- Ontvangst van buitenlandse vertegenwoordigers
- Handhaving van de positie van de staat in het internationale verkeer
- Goede verstandhouding met en tussen de Europese mogendheden bevorderen
Ontvangst en conferentie met buitenlandse gezanten in Den Haag
- Moet altijd in Den Haag, met uitzondering van een aantal vredes (Nijmegen, Rijswijk etc.).
- Audiënties in de Trèvezaal
- Conferenties bij de ambassadeur thuis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller historybook. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.