100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Celbiologie en histologie samenvatting deel cellen $5.39   Add to cart

Summary

Celbiologie en histologie samenvatting deel cellen

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het deel cellen van het vak celbiologie en histologie

Preview 4 out of 38  pages

  • May 23, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Celbiologie en histologie
Deel 3: cellen
1 Delen van cel: inleiding
1.1 Samenstellende delen van de cel
Alle cellen hebben:

- Celmembraan
- Plasmamembraan
- Genetisch materiaal

Een eukaryote cel heeft een kern en membraan omsloten organellen. Een
prokaryote cel bevat los DNA.
Dierlijke cellen hebben in tegenstelling tot plantaardige cellen geen celwand. (De
cursus handelt enkel over dierlijke cellen en weefsels).

1.1.1 Celorganellen:
- Celkern
o Bevat DNA dat bepaalt hoe en wat de cel gaat doen
 DNA is opgebouwd uit chromosomen
- Ribosomen
o Verlaten de nucleus en dien aan synthese om proteïnen te maken
- Endoplasmatisch reticulum
o 2 soorten:
 Ruw endoplasmatisch reticulum (R.E.R.)
 Glad endoplasmatisch reticulum (S.E.R.)
o Het is een membraan omsloten organel
- Golgi – apparaat
o Zal proteïnen naar hun vorm vouwen of andere moleculen
aanhechten
- Lysosomen
o Vervoeren afvalmateriaal
- Cytoskelet
o Bestaat uit: microtubuli, microfilamenten, intermediaire filamenten

Al deze organellen worden later uitgebreider besproken!

1.1.2 De cel: meeteenheden
- Bloedcel mens: 6 – 7 µm (4 – 4,5 µm  micrositaire anemie, zorgt voor een
te klein bloedvolume)
- Prokaryote cellen: 2 – 3 µm
- Dubbel fosfolipidenmembraan: 7 – 8 µm

1.2 Universele kenmerken van levende cellen
- De genetische informatie die is opgeslagen in 1 – dimensionale sequenties
in DNA (soms in RNA), wordt gedupliceerd en doorgegeven aan
dochtercellen

, - De 1 – dimensionale sequenties worden opgeslagen in een DNA – code
voor zowel de lineaire sequenties als de 3D – structuren van RNA’s en
proteïnen
o De 1D sequentie wordt dus vertaald tot een 3D sequentie
- Macromoleculaire structuren worden gevormd uit subeenheden (=
bouwstenen)
- Membranen groeien door expansie van reeds bestaande membranen
- Cellulaire bestanddelen worden naar hun juiste locatie binnen (of buiten)
de cel geleid door middel van signaal- receptor interacties
o Ze bewegen doormiddel van diffusie, moleculaire pompen en motor
– proteïnen
- Receptoren en signaal – transductiemechanismen laten een cel toe zich
aan te passen aan de omgeving
- Moleculaire feedback mechanismen controleren de moleculaire
samenstelling, groei en differentiatie van een cel
o Belangrijk om ongecontroleerde celdeling tegen te gaan

2 Delen van de cel: de celkern
- Bacteriën hebben geen kern, maar wel organellen die hier op lijken
o Men noemt dit nuceleoïd of genofoor
- Een erythrocyt (= rode bloedcel) heeft ook geen kern
o Daarom maar levensduur van 120 dagen
o Heeft als enige functie het dragen van hemoglobine
- Sommige cellen hebben 2 kernen
o Vb. hepatocyt (= levercel), eicel, chondrocyt, sympatische
zenuwcellen
- Polykaryoten = cellen met veel/meerdere cellen
o Vb. osteoclast, dwarsgestreepte spier (door fusie van cellen)
- De kerngrootte (5 – 25 µm) is afhankelijk van de ouderdom van de cel, de
celgrootte en de fysiologische toestand van de cel
De kern is omgeven door een kernmembraan dat via poriën in contact staat met
de rest van de cel en is continu met het buitenste membraan van het ER
Euchromatine: de chromatinedraden liggen niet zo dicht op elkaar gepakt (hier
vindt de transcriptie plaats)
Heterochromatine: de chromatinedraden liggen dicht op elkaar gepakt.

2.1 Algemeen
- De kern is het controlecentrum van alle cellulaire activiteit
- De meeste cellen hebben 1 kern, behalve skeletspiercellen en erytrocyten
- De kern bevat:
o Chromosomaal DNA
o Een systeem voor RNA – synthese
- De kern heeft een variabele morfologie

2.2 Genetisch materiaal
- Het genetisch materiaal zit verpakt onder de vorm van chromosomen
- Chromatine = het geheel van chromosomen in de interfasetoestand

, - Elke zoogdiercel heeft een N aantal aparte, maar door elkaar gelegen
chromosoomfibrillen
o Deze zijn ongeveer 30nm dik en zijn zeer lang (langer dan de
diameter van de kern)
 De liggen opgerold in de kern
De chromosomen worden onderzocht met behulp van een karyogram. Hierin
worden alle chromosomen geordend van groot naar klein en beschreven.
 In het centromeer zullen de spoeldraden worden aangehecht. De ligging
van het centromeer kan verschillen: metacentrisch (in het midden),
submetacentrisch (een klein beetje naar 1 zijde gelegen),
acrocentrisch (naar 1 zijde gelegen), telocentrisch (aan het uiteinde
van 1 zijde gelegen)
Chemische samenstelling:

- Nucleotide: bestaat uit fosforzuur, pentose en een organische base
- DNA: bestaat uit 2 purinebasen (adenine en guanine) en 2
pyramidinebasen (thymine en cytosine) en een desoxyribose (suiker dat
eindigt met – H)
- RNA: bestaat uit 2 purinebasen (adenine en guanine) en 2
pyramidinebasen (uracyl en cytosine) en een ribose (suiker dat eindigt met
-OH)




De opgevouwen nucleosomen noemt men chromosoomfibrillen
De kern kan een aantal afwijkingen hebben:

- Hydropische kern: kern met een hoge transcriptie activiteit
o Veel euchromatine
o Meestal grotere kernen met een groter watergehalte
o Duidt vaak op kwaadaardigheid
- Pycnotische kern: kern met geringe proteïnesynthese (of helemaal afwezig)
o Chromatine is tot 1 dichte massa samen gepakt
o Soms eerste teken van celdood

, Constitutief heterochromatine: delen van bepaalde chromosomen die in alle
cellen heterochromatisch zijn

- Vb. lichaampje van Barr (1 X – chromosoom in vrouwelijke cellen, het
andere is euchromatisch en niet zichtbaar)
Facultatief heterochromatine: gebieden van chromosomen die in de ene cel wel
en in de andere cel niet heterochromatisch zijn.

2.3 Nucleolus
Algemeen:

- Morfologisch gemakkelijk te onderscheiden deel van de kern, niet omgeven
door een membraan
- Biochemisch en structureel duidelijk af te bakenen van de rest van de
nucleus
- De nucleolus is de productie – eenheid van pre – ribosomale subeenheden
o Dus er is een grote hoeveelheid RNA en ribonucleoproteïnen
aanwezig
- De grootte, vorm en aantal varieert naargelang het organisme, celtype en
de fysiologische activiteit van de cel
- De nucleolus is ongeveer 1 – 3 µm

NUCLEOLUS ≠ NUCLEUS
Binnen de nucleolus is er een nucleolaire organisator regio, hier gebeurt de
synthese van rRNA. De processing van dit RNA en de associatie met proteïnen
gebeurt initieel in de NOR, dan in de fibrillaire regio en dan in de granulaire regio.
Het heterochromatine ligt vaak nauw tegen de nucleolus aan, maar neemt niet
deel aan de vorming van de nucleolus.

2.3.1 Transcriptie rRNA
DNA wordt eigenlijk overgeschreven naar RNA. Op de DNA – streng zal RNA –
polymerase voorkomen. Ergens zit er ook een start en stop gen in het DNA. Zo
zullen de nucleotiden van het DNA dan worden overgeschreven en zal er een RNA
streng gevormd worden.

2.4 Kernmembraan
- Vormt de barrière tussen de kern en het cytoplasma
- Het zijn 2 parallelle membranen waartussen een perinucleaire ruimte zit
- Het buitenste membraan is continu met het ER
- Tegen het binnenste membraan zit een lamina densa
o Dit is een netwerk van fibreuze proteïnen (laminen), deze lamina is
elektronendens
 Verschillende soorten laminen (≠ lamininen): lamine A, lamine
B en lamine C
- De openingen in het kernmembraan noemt men de kernporiën
o Dient voor uitwisseling, zowel van cytosol naar kern als van kern
naar cytosol
o Zijn dynamisch, kunnen sluiten en openen
o Het aantal poriën is evenredig met het metabolisme en sterk
beïnvloed door de hormonale cyclus en veroudering

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laureduchene58. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39
  • (0)
  Add to cart