100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting cellen en weefsels deel weefsels $5.40
Add to cart

Summary

Samenvatting cellen en weefsels deel weefsels

1 review
 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het deel weefsels van het vak weefsels

Preview 4 out of 52  pages

  • May 23, 2024
  • 52
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: alinedecaluwe • 3 days ago

avatar-seller
Celbiologie en histologie
Deel 1: weefsels
1 Epithelen
1.1 Algemeen
Epithelen:

- Beschermen onderliggende weefsels door het bedekken van lichaamsoppervlak en het
aflijnen van lichaamsholten en kanalen (= bedekkende epithelen)
- Reguleren de opname en afgifte van stoffen
- Vormen klieren (= klierepitheel)
- Kunnen gespecialiseerd zijn (= gespecialiseerde epitheliale weefsels)
- Bestaan uit 1 (éénlagig) of meerdere (meerlagig) lagen van epitheelcellen
- Bevatten epitheelcellen die zeer nauw aaneen sluiten en die met elkaar verbonden zijn via
intercellulaire verbindingen
- Hebben zeer weinig extra cellulaire matrix
- Rusten op een basaalmembraan (= afgrenzing van het onderliggende bindweefsel)

1.2 Bloedvoorziening
Een epitheel bevat nooit bloedvaten, daarom is het afhankelijk van diffusie uit onderlinge weefsels
voor de voorziening van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen.

1.3 Epitheelcel
1.3.1 Cytoskelet
Het cytoskelet van een epitheelcel bevat keratine – eiwitten die geproduceerd worden in alle
epitheelcellen.

Specifieke type keratine eiwitten in specifieke epitheelcellen (door te kijken wat voor keratine eiwit
er aanwezig is in een cel, kan je zien wat voor soort epitheelcel het is).

Keratine vormt keratine – filamenten (= intermediaire filamenten). Deze komen tussen in
keratinisering en verhoorning.

1.3.2 Celpolariteit
Epitheelcellen zijn gepolariseerd, dit wil zeggen dat de functie verschilt naargelang de plaats in de cel
verschilt.

 Apicale, basale en laterale domeinen zijn functioneel verschillend.

Apicaal:

- Bevat oppervlaktespecialisaties
o Microvilli: uitstulpingen van het celmembraan die zorgen voor een
oppervlaktevergroting van het celmembraan.
o Stereocilia: gespecialiseerde microvilli met een zintuigfunctie
o Cilia: trilhaartjes (bv. Om stof uit luchtpijp te duwen)
o (flagellen: komen enkel voor bij spermatozoa)

Lateraal:

1

, - Bevat de hechtingsmoleculen (cel adhesion molecules)
- Verschillende soorten celjuncties:
o Op basis van uitzicht:
 Macula: rond of puntvormig uitzicht  vormt plaques (desmosomen),
hieraan hechten de keratinefilamenten
 Zonula: bandvorming uitzicht
 Fascia: onregelmatig
o Op basis van functie:
 Occludens: afsluiting van de I.C. ruimten  ligt als zone rond de epitheelcel
(zorgt ervoor dat er geen transport tussen de cellen (= paracellulair
transport) meer mogelijk is.)
 Adhaerens: aanhechting (zit redelijk apicaal)
 Nexus: communicatie
 Vaak meerdere soorten celjuncties in 1 celwand

Basaal:

- Het epitheel rust op de lamina basalis (= een onderdeel van het basale membraan)
- Basale membraan = grenslaag tussen epitheel en onderliggende bindweefsel (wordt vaak
lamina propria genoemd, maar niet in alle organen)
o Wordt aangemaakt door epitheelcellen en BW cellen
o Bestaat uit de lamina basalis en de lamina reticularis
 In de EM is er nog een lamina densa (donkere laag bovenaan) en een lamina
lucida (lichte laag onderaan)

1.4 Bedekkende epithelen
1.4.1 Functies
- Beschermen tegen mechanische en chemische agentia of micro – organismen
- Absorptie
- Contractiliteit (bij myoepitheelcellen)
- Excretie

1.4.2 Indeling: celvorm
- Plaveisel epitheel
- Kubisch epitheel
- Cilindrisch epitheel
 Steeds kijken naar de meest apicale laag om de celvorm te bepalen
 Op een doorsnede evenwijdig aan het oppervlak zijn alle cellen polygonaal van vorm

1.4.3 Indeling: aantal cellagen
- Éénlagig: alle cellen steunen op het basale membraan
- Meerlagig: meerdere cellagen boven elkaar (≠ meercellig  want alle epithelen zijn
meercellig)
- Pseudomeerlagig: is éénlagig, maar kernen op verschillende niveaus (daardoor lijkt het alsof
er meerdere lagen zijn)
 Naam van het epitheel is steeds een combinatie van het aantal cellagen en de celvorm

1.4.4 Éénlagig epitheel
Éénlagig plaveiselepitheel, éénlagig kubisch epitheel, éénlagig cilindrisch epitheel


2

,  Opname en afgifte van stoffen (makkelijker doordat het epitheel maar bestaat uit 1 laag)

Éénlagig plaveiselepitheel:

Zeer afgeplatte cellen met dikwijls grote oppervlakte, dus snelle diffusie is mogelijk.

- In de bloedvaten: endotheel (komt meestal niet in contact met de buitenwereld)
- In de buikholte: mesotheel

Éénlagig kubisch epitheel:

Komt vaak voor in klieren en afvoergangen.

Éénlagig cilindrisch epitheel:

Cilindrische cellen omdat er veel celorganellen nodig zijn. Bevat vaak oppervlaktespecialisaties.

1.4.5 Pseudomeerlagig epitheel
1 laag van cellen die contact maken met de lamina basalis, lijkt meerlagig omdat de kernen van de
epitheelcellen op verschillende hoogten voorkomen ten gevolge van variatie in vorm en afmetingen
van de cellen.

De kernen die tegen het lamina basalis aanliggen zijn basale vervangcellen en zitten veilig
gewaarborgd door de kernen die er boven liggen.

1.4.6 Meerlagig epitheel
Kubisch en cilindrisch meerlagig epitheel komt voor in afvoerkanalen van zweet- en speekselklieren.

 Meerlagig cilindrisch epitheel komt zelden voor

Het meerlagig plaveiselepitheel komt zeer veel voor.

Opbouw:

- Onderste laag: laag kubische cellen die via hemidesmosomen aan het lamina basalis gehecht
zijn. (= stratum basale)
o Basale laag die stamcellen bevat die constant delen, ze duwen de oppervlakkige
cellen naar boven waardoor het epitheel vernieuwd wordt.
- Laag boven stratum basale bevat tonofibrillen (= samengebundelde keratinefilamenten)
o Deze maken contact met de desmosomen, waardoor de epitheelcellen stevig met
elkaar verbonden zijn.
o Lijkt alsof deze laag stekeltjes (spina) heeft, daarom stratum spinosum genoemd.
- Bij onverhoornde epithelen is het stratum superficiale de meest oppervlakkige laag (bestaat
dus uit levende cellen)
- Bij verhoornde epithelen: de bovenste laag bestaat uit dode cellen en wordt het stratum
corneum genoemd.
o Lipidenrijke inhoud komt vrij via exocytose (uit membrane – coating granules) in de
intercellulaire ruimten, hierdoor wordt een waterafstotend laagje gevormd. Hierdoor
kunnen er geen voedingstoffen de bovenliggende cellagen bereiken en sterven deze
cellen af.
 Aan de keratinocyten worden ter hoogte van het binnenste celmembraan
eiwitten gehecht. Deze vormen ook een barrière voor water en
voedingsstoffen. Dit zorgt voor een versnelling van de celdood.


3

, o In de cellen met lipidenrijke granulen zitten soms keratohyaliene korrels = stratum
granulosum

1.4.7 overgangsepitheel
Het stratum superficiale bevat paraplucellen, dit zijn cellen die meerdere onderliggende cellen
tegelijk bedekken.

 Bevat crusta: beschermt tegen zure urine en behoudt steeds dezelfde osmotische waarde
(zodat werk van de nier niet verloren gaat).

De cellen van het stratum intermedium rusten op de lamina basalis.

Het stratum basale bestaat uit cilindrisch – kubische cellen.

2 Bindweefsel
2.1 Algemeen
Bindweefsels:

- Verbinden cellen, spierbundels, beenderen, etc. aan elkaar
- Verbinden spieren aan beenderen
- Is het meest verspreide weefseltype in het lichaam in alle organen
- Kent zeer veer subtypes, dus grootste variatie van alle weefseltypen
- Bevat relatief weinig cellen en relatief veel extracellulaire matrix

Functies:

- Steunfuncties:
o Vb. skelet, kapsels, ligamenten
- Transport
o Vb. bloed, transport van cellen (afweer) en stoffen (voedingsstoffen, afvalstoffen,
hormonen) tussen verschillende delen van het lichaam
- Bescherming/ verdediging
o Vb. tegen verspreiding micro – organismen, dus rol in afweer
- Herstel (wondgenezing)
- Opslagfunctie
o Reserve aan vocht, ionen, eiwitten, … dus voeding van andere weefsels zoals
epithelen, ook opslag van vb. vet, dus belang bij thermoregulatie

2.2 Embryologie
Bindweefsel is afkomstig van het mesoderm waaruit embryonaal kiemweefsel (mesenchym)
ontwikkelt. Mesenchymcellen migreren dan door het lichaam en vormen uiteindelijk de verschillende
bindweefsels.

Een aantal cellen die in bindweefsel voorkomen zijn gedifferentieerd uit beenmergstamcellen.

2.3 Extracellulaire matrix
Matrix = tussen de cellen zit intercellulair materiaal en bestaat uit:

- Grondsubstantie
- Eiwitvezels
- Weefselvloeistof


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laureduchene58. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.40  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added