UPDATE: ik heb hiermee een 15/20 gehaald!
LET OP! Dit is een samenvatting van 2024 (meest recent), de leerstof is ten opzichte van vorige jaren voor een heel stuk veranderd, dus deze samenvatting is helemaal up-to-date met de meest recente leerstof!!!
Dit is een complete samenvatting van het...
HOOFDSTUK 1: INLEDING TOT HET
RECHT: ENKELE BASISBEGRIPPEN
1 . W AT I S RECHT ?
1 .1 BEGRIP SOMSCH RI JVI NG
• Het begrip “recht” heeft veel verschillende definities.
• Het is deels tijds- en plaatsgebonden → niet in alle samenlevingen dezelfde betekenis.
Het recht van nu is niet hetzelfde als dat van 5 jaar geleden en ook niet dat binnen 20 jaar.
Het recht kan je omschrijven als een geheel van regels die beogen het menselijke
samenleven te ordenen en die door een (overheids)gezag worden afgedwongen.
Een geheel van regels
• Een regel is een als voorschrift geformuleerde uitspraak. Het is een in taal verwoordde
uitdrukking van een voorgeschreven wijze van handelen.
• Een regel ≠ een beschrijvende, voorspellende of beoordelende uitspraak (zie cursus p.2)
• Vb. regel = “auto’s mogen in de bebouwde kom niet sneller rijden dan 50km/u.”
• Regels schrijven menselijke gedragingen voor en bevatten geboden of verboden.
• Het recht is een “geheel” van regels, in de zin dat het een heleboel voorschriften omvat.
Niet noodzakelijk in de zin dat het een mooi afgelijnd, geordend… “geheel” vormt.
Die beogen het menselijke samenleven te ordenen
• Regels zijn gericht om op de samenleving tussen mensen in te grijpen en het zo te ordenen
• Als je alleen op een eiland woont is van rechtsregels spreken betekenisloos (vb.
Robinson Crusoë). Voorschriften zijn aan de mens gericht, en vereisen de aanwezigheid
van minstens één andere mens om de vraag naar de naleving ervan betekenis te geven.
• Ordenen slaat op het feit dat er regels voor het samenleven worden vastgelegd, niet op
welke manier de samenleving hierdoor wordt georganiseerd.
Die door een gezagsfunctie worden afgedwongen, desnoods met “sanctie en dwang”
• Het wordt afgedwongen door middel van sanctie en dwang (= gewapende macht).
• Er bestaan regels die tot doel hebben samenleven te ordenen, maar waarvan de naleving
niet door de overheid wordt afgedwongen (= geen rechtsregel). Beleefdheids-regels,
religieuze regels,… → overheid zal niet tussenkomen om naleving te verzekeren.
• De intensiteit van die tussenkomst van de gewapende macht kan afhankelijk van het type
regels sterk uiteenlopen. Deze kan ook direct (basisregels) of indirect (andere regels) zijn.
• Als de naleving van de regel wordt verzekerd via bv. gewapende macht dan spreekt men
van een rechtsregel.
Pagina | 1
,1 .2 ENK ELE G ERELAT EERDE CON CEPT EN
1 .2 .1 OBJECTI EF RECHT VS. SUBJECTI EF RECHT
Het objectief recht omvat het geheel van rechtsregels die op een bepaald ogenblik in een
bepaalde samenleving gelden. Men bekijkt het recht als het ware van buitenaf.
Het subjectief recht verwijst naar de concrete aanspraak of bevoegdheden die een individu aan
het objectief recht ontleent. Het gaat om de individualisering en concretisering van een regel
van objectief recht op het niveau van een specifiek persoon, die op basis daarvan kan zeggen
“op iets recht te hebben”. Je bekijkt het recht dus als het ware van binnenuit om te zeggen dat
iemand het recht heeft om iets te bekomen of te eisen, m.a.w. er een “subjectief recht” op heeft.
1 .2 .2 P OSIT IEF RECHT VS. I DEËEL RECHT
Positief recht = de rechtsregels zoals die op een bepaald ogenblik in de samenleving gelden. We
kunnen het beschouwen als een synoniem voor objectief recht. We gebruiken het om een
onderscheid te maken met een of andere vorm van het ideëel recht (niet met subjectief recht!)
Ideëel recht = het recht zoals het volgens bepaalde mensen, groeperingen, stromingen, levens
beschouwingen “zou moeten zijn”. Want het recht zoals het is (= positief of objectief recht) is
niet altijd voor iedereen zoals het zou moeten zijn.
• Na de Tweede Wereldoorlog werd bepleit dat het “positieve recht” van Nazi-Duitsland in
strijd was met een of andere vorm van ideëel recht, zoals het natuurrecht.
• Een welbepaald systeem van “ideëel recht” is slechts “ideaal recht” vanuit het
perspectief van het betrokken geloofs- of normensysteem, niet noodzakelijk voor wie daar
een andere opvatting over heeft.
We gebruiken “positief” en “ideëel” zonder waardeoordeel gebruiken. Een bepaalde regel van
“positief” recht kan al naar gelang je standpunt goed of slecht zijn, het enige wat vast staat is dat
het in een bepaalde samenleving op een bepaald ogenblik een rechtsregel, dus een regel van
geldend recht is.
In een theocratie (staatsvorm waarbij politieke macht en religieuze macht samenvallen) vallen
positief recht en ideëel recht (= het goddelijke recht van de godsdienst in kwestie) samen.
BELANGRIJK: Enkel positief recht wordt door de overheid afgedwongen.
1 .2 .3 DWING EN DE RECHT SREG ELS VS. WILSAAN VULLEN DE RECHT SREG ELS
A. Dwingende rechtsregels
Wanneer men spreekt over recht, denkt men aan dwingende regels. Dit zijn gebiedende en
verbiedende rechtsregels. Binnen de Belgische rechtssystematiek vinden we binnen de categorie
van dwingende regels nog het onderscheid tussen regels van openbare orde (= zijn dwingender)
en regels van dwingend recht.
Pagina | 2
, 1) Regels van openbare orde raken de essentiële belangen van de gemeenschap of bevatten de
juridische grondslagen waarop de maatschappelijke ordening rust. De rechter moet deze ALTIJD
toepassen en degene die erdoor beschermd wordt kan geen afstand doen van de bescherming
die deze regels bieden. EENVOUDIG: de basisprincipes van onze samenleving.
• Voorbeeld: Moord is een misdrijf en dus verboden: je mag niemand vermoorden. Dat is
een regel van openbare orde. Indien twee partijen een overeenkomst zouden sluiten
waarbij zij akkoord gaan dat de ene de andere mag vermoorden tegen betaling, dan is die
overeenkomst absoluut nietig. Je kan dus geen afstand nemen van deze regel.
2) Regels van dwingend recht: Vastgestelde regels ter bescherming van een partij die door de
wet als zwakker wordt beschouwd. De overeenkomst die er afbreuk aan doet is slechts “relatief”
nietig. De rechter moet die nietigheid niet ambtshalve inroepen en de partij die erdoor beschermd
wordt mag van die bescherming afstand doen zodra hij/zij in de beschermde positie zit.
• Voorbeeld: In Brussel gelden specifieke regels voor studentenhuurovereenkomsten. De
verhuurder moet de overeenkomst minstens drie maanden voor de einddatum opzeggen
(“gewoon” dwingende regel, die niet van openbare orde is). Als de opzegtermijn korter is,
bijvoorbeeld één maand, is dat ongeldig en kan de overeenkomst nietig worden verklaard.
De student kan ervoor kiezen de opzegging te aanvaarden en het kot te verlaten, zonder
de nietigheid van de opzegging in te roepen. Hij zou ook, aangezien hij de beschermde
partij is, de nietigheid van de opzegging kunnen inroepen en op het kot blijven.
B. Wilsaanvullende rechtsregels
Dit zijn rechtsregels die enkel van toepassing zijn indien partijen geen andere keuze / afspraken
hebben gemaakt. Zij onderscheiden zich van dwingende rechtsregels doordat je er wel op
voorhand kan van afwijken. Dit zijn wilsaanvullende rechtsregels.
Partijen zijn dan vrij de overeenkomst te sluiten die zij willen, maar als hun overeenkomst op
bepaalde punten geen afspraken bevat, dan is de wilsaanvullende regel van toepassing.
• Voorbeeld: Indien je na drie maanden stopt met studeren, mag je je kot dan voor de rest
van de periode onderverhuren aan een vriendin? Als de huurovereenkomst niets voorziet,
dan niet. Onderverhuring is verboden. Maar dit is slechts een wilsaanvullende regel: de
partijen kunnen perfect in de huurovereenkomst anders bepalen en stipuleren dat
onderverhuring wél toegelaten is. Als de partijen er niets over hebben bepaald, dan is de
wilsaanvullende rechtsregel van toepassing.
2 . IN DELING VAN H ET RECHT
2 .1 P UBLI EK RECHT EN P RIVAAT RECHT
Het publiekrecht:
• Regelt verhouding tussen burgers en overheid, alsook organisatie/werking van overheid
• Wordt gekenmerkt door de verticaliteit: overheid maakt de rechtsregels en dwingt ze af.
Pagina | 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MK2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.94. You're not tied to anything after your purchase.