Psychische functies:
-Cognitieve functies: bewustzijn, aandacht, oriëntatie, waarneming, denken en het
geheugen.
-Affectieve functies: emoties en stemming.
-Conatieve functies: psychomotoriek, motivatie en gericht gedrag.
Cognitieve functies:
• Bewustzijn.
• Aandacht.
• Oriëntatie.
• Waarneming.
• Denken.
• Geheugen.
Affectieve functies:
• Emoties.
• Stemming.
Conatieve functies:
• Psychomotoriek.
• Motivatie.
• Gericht gedrag.
Waarom zijn ze handig om te observeren?
• Gericht observeren en rapporteren.
• Behandelplan.
• Situatie zorgvrager in kaart brengen en blijven volgen
Cognitieve functie (bewustzijn):
Stoornissen in helderheid:
1. Beneveling (niet helder van geest).
2. Somnolent (slaperig, moeite wakker te blijven).
3. Sopor (slaaptoestand, sterke prikkel nodig om te wekken).
4. Sub coma: bewustzijnsverlies, niet wekbaar, wel reagerend op licht en pijnprikkel.
5. Coma: niet reagerend op prikkels.
Cognitieve functie (aandacht):
Stoornissen:
-Waakzaamheid/alert: verhoogd (angst).
-Verminderde aandacht (concentratieproblemen en verstrooidheid).
Cognitieve functie (orientatie):
Stoornis in de tijd (moment), plaats, persoon en cognitief zoals waarnemingsstoornissen
(wanen).