Dit is een samenvatting van het vak 'Beginselen Europees recht', gegeven aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De samenvatting bevat de belangrijkste stof van week 1 t/m week 7 (met korte essentie van arresten).
Summary of An introduction to european Law literature + seminar + lectures for European Law Tilburg University
EU LAW AN INTRODUCTION, SUMMARY
Probleem 5
All for this textbook (8)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Rechtsgeleerdheid
Beginselen Europees recht
All documents for this subject (27)
3
reviews
By: shanimartinus • 3 year ago
By: isabellavanderbreggen • 4 year ago
By: khadiramsterdam • 5 year ago
Seller
Follow
a25s
Reviews received
Content preview
Samenvatting ‘Beginselen Europees recht’ VU Rechtsgeleerdheid Jaar 1
Week 1 – Institutioneel EU-recht
Na de Tweede Wereldoorlog werd de EGKS (Verdrag van Parijs) opgericht. De Europese
Gemeenschappen hadden voornamelijk het doel om een nieuwe oorlog te voorkomen. Het
voorkomen dat Duitsland en Frankrijk weer met elkaar in oorlog zouden raken. Er werd een
hoge autoriteit ingesteld die de macht had over de kolen en staal, landen konden zich hierbij
aansluiten.
Hiermee werd wel één markt georganiseerd voor kolen en staal, dus dat was economisch,
maar dit was niet het eerste doel.
De Marshallhulp die Amerika bood, vroeg om het afbreken van de Europese grenzen, zo
zouden de Europese landen elkaar beter leren kennen en zou er meer vrede kunnen ontstaan
door de handel. Verder heeft de angst voor de Sovjet Unie ervoor gezorgd dat Europa ging
samenwerken.
De Schuman-Verklaring (1950) was de eerste stap van de Europese integratie. Het doel was
om een feitelijke solidariteit te creëren tussen de lidstaten van de unie. Hiermee zou er ook
een belangenversmelting ontstaan. Het Schumanplan was het begin van wat nu de Europese
Unie is. Het plan hield kort in dat de gehele Franse en Duitse kolenindustrie onder gezag werd
gesteld van een Hoge Autoriteit.
De Europese integratie
Bij de Europese integratie was sprake van federalisme: er wordt soevereiniteit gedeeld tussen
de deelstaten.
De eerste stap van de integratie was het integreren van de sector kolen en staal (EGKS). Deze
integratie vond plaats tussen Nederland, België, Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland,
Frankrijk en Italië. Daarna werd de sector kolen en staal van de andere landen geïntegreerd.
Dit kun je ook wel ‘functionele integratie’ noemen. De integratie was namelijk in eerste
instantie alleen bedoeld voor de kolen- en staalproductie, pas later ging de samenwerking
verder dan alleen kolen- en staal.
Vervolgens werden andere economische sectoren geïntegreerd, en als laatste werden sociale,
culturele en politieke factoren geïntegreerd.
De EGKS bleek zo succesvol, dat de samenwerking tussen de landen verder ging. De
Europese Economische Gemeenschap werd opgericht (EEG) (Verdrag van Rome, 1957). Het
doel van de EEG was vrede tot stand brengen. In 1967 werden organisaties samengevoegd en
gingen ze verder onder de naam Europese Gemeenschappen. Toen werden ook de Commissie,
de Raad en het Parlement opgericht.
In de EU is het begonnen met het richten op de economie, dus economische integratie. Pas
later kwam het politieke en gemeenschappelijke beleid erbij, rond 1992 met het Verdrag van
Maastricht (federalisme). Bij het Verdrag van Maastricht kwam de Euro er ook bij. De
Europese Unie is hiermee een mix van het functionele en federalisme. Het functionele kwam
dus eerst, want de staten wilden namelijk nog hun eigen soevereiniteit behouden.
Europa heeft gekozen voor het economische pad (wat begon met EGKS) en hoopte dat
later de politieke integratie erbij kwam.
,Samenvatting ‘Beginselen Europees recht’ VU Rechtsgeleerdheid Jaar 1
In de tijd na het Verdrag van Maastricht, kwamen er steeds meer landen bij de Europese Unie.
Om te zorgen dat de Unie ook na deze uitbreidingen goed bestuurbaar bleef, werd het
Verdrag van Lissabon (2007) getekend.
Tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, kende de Europese Unie drie
‘pijlers’:
1. Economisch, sociaal en milieubeleid en asiel en migratie
2. Het gemeenschappelijke buitenlands en veiligheidsbeleid
3. Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
In iedere pijler werd volgens aparte regels en afspraken een bepaald beleid gevoerd.
De eerste pijler was alleen op de economie gericht, de tweede en derde pijler kwamen er later
bij (1992) en waren gericht op buitenlandse zaken, justitie etc. De pijlers zijn afgeschaft bij
het Verdrag van Lissabon, dat werd het VWEU, VEU en EMU.
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is het EU-Handvest van de
grondrechten bindend geworden. Ook werd de Europese Unie meer een waardengemeenschap
(naast een economische gemeenschap). De pijlerstructuur werd dus afgeschaft en er was een
gekwalificeerde meerderheid nodig bij de Raad. Het vetorecht als land was je kwijtgeraakt.
Verder kwam er een vaste voorzitter van de Europese Raad. De bevoegdheden daarvan zijn
expliciet uitgewerkt.
De basis werd het VWEU (werkingsverdrag) en daarbovenop kwam het VEU
(unieverdrag), daarin stonden de ‘details’.
Instellingen van de Europese Unie
o Europees Parlement
Het Europees Parlement behartigt het algemeen belang van de Unie. Hiermee bevordert het
Parlement het belang van de burgers. In het Europees Parlement zitten vertegenwoordigers
van de burgers van de hele Unie. Verder wordt het Europees Parlement door verkiezingen
gekozen, dus in dat opzicht hebben de burgers inspraak (artikel 14 VEU).
De belangrijkste taken van het Europees Parlement zijn het vaststellen van Europese wetten
(met de raad), het vaststellen van het budget van de EU (met de raad). Ook controleert het
Europees Parlement de activiteiten van de Europese Unie.
De vertegenwoordiging van lidstaten in het Europees Parlement is gebaseerd op de
bevolkingsgrootte van de lidstaten, waarbij de grootste landen wat minder en de kleinste
landen wat meer zetels hebben dan hen op basis van het bevolkingsaantal zou toekomen; elk
land heeft maximaal 96 en minimaal 6 zetels. Een voordeel van dit systeem is dat er zo wordt
voorkomen dat één land veel meer invloed zal krijgen. (artikel 14 lid 2 VEU)
o De Europese Commissie
De Europese Commissie kan worden beschouwd als het ‘dagelijks bestuur’ van de Europese
Unie. De Commissie moet het belang van de EU als geheel behartigen (neemt daartoe
passende initiatieven, artikel 17 VEU), niet dat van hun eigen land. Verder is de Commissie
de enige instelling die wetsvoorstellen mag indienen (uitvoerend orgaan).
De Europese Commissie bestaat uit 28 leden (voor elke lidstaat één), die voor 5 jaar worden
gekozen. De Europese Raad benoemt de voorzitter van de Europese Commissie. De huidige
voorzitter van de Europese Commissie is Jean-Claude Juncker.
, Samenvatting ‘Beginselen Europees recht’ VU Rechtsgeleerdheid Jaar 1
De Commissie is permanent aanwezig en heeft een team van ambtenaren. Doordat de
Commissie er voor het EU-belang zit, mogen regeringen van de lidstaten geen instructies
geven aan de leden van de commissie. De leden mogen ook niet om instructies vragen.
Een motie van afkeuring kan worden ingediend tegen een commissie. Als die motie wordt
aangenomen, dan moet de commissie collectief ontslag nemen (dus commissie als geheel).
Dit blijkt uit de artikelen 17 lid 8 VEU en 234 VWEU.
De benoeming van de commissie geschiedt door de Europese Raad. De goedkeuring ervan
geschiedt door het Europees Parlement (artikel 17 lid 7 VEU).
o De Raad (van de Europese Unie)(de Raad van Ministers)
Hierin zijn de regeringen van de 28 lidstaten in vertegenwoordigd. Één vertegenwoordiger per
lidstaat, op ministerieel niveau. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de
wetgevings- en begrotingstaak uit. De Raad moet dus goedkeuring geven aan elk voorstel. Op
deze manier kunnen nationale regeringen via de Raad invloed uitoefenen in de EU.
De stemwijze van de Raad verschilt per beleidsterrein:
Eenparigheid van stemmen (unanimiteit): dit geldt vaak voor essentiële zaken
waarover besloten moet worden, denk hierbij aan: buitenlands beleid, uitbreiding van
de Unie.
Gekwalificeerde meerderheid van stemmen: er is sprake van een meerderheid als
tenminste 55% van de lidstaten die minstens 65% van de totale bevolking van de EU
vertegenwoordigen, vóór stemmen.
De Raad bevordert de belangen van de lidstaten, want in de Raad zit een vertegenwoordiger
van iedere lidstaat op ministerieel niveau, die gemachtigd is om de regering van de lidstaat die
hij vertegenwoordigt te binden en stemrecht uit te oefenen (artikel 16 VEU). Dus de minister
komt op voor het belang van het eigen land.
o De Europese Raad
De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de 28 lidstaten. De Europese Raad heeft
geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
De voorzitter van de Europese Raad leidt en stimuleert de werkzaamheden van de Europese
Raad. Verder zorgt de voorzitter, in samenwerking met de voorzitter van de Commissie en op
basis van de werkzaamheden van de Raad Algemene Zaken, voor de voorbereiding en de
continuïteit van de werkzaamheden van de Europese Raad. Ook bevordert hij de samenhang
en de consensus binnen de Europese Raad. En tot slot legt hij na afloop van iedere
bijeenkomst van de Europese Raad een verslag voor aan het Europees Parlement. (Artikel 15
lid 6 VEU).
Het leiden van de vergadering is een grote machtspositie, want hier kan de voorzitter sturen
en bepalen welke punten er als eerst op de agenda komen.
o Europees Hof van Justitie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet erop toe dat de EU-wetgeving in alle landen
van de EU op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast (prejudiciële beslissingen).
Verder regelt het juridische geschillen tussen nationale regeringen en EU-instellingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller a25s. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.