Cyclus 2.17 stoornissen in ontwikkeling en groei: onderdeel A/B/C: verandering van occlusie en articulatie (slijtage), occlusieconcepten en
bewegingsregistraties, semi-instelbare articulator
Hoofdstuk 1: Functional anatomy and biomechanics of the masticatory system
• Kauwsysteem: kauwen, praten, slikken, proeven en ademen.
o Botten, gewrichten, ligamenten, tanden, spieren.
o Neurologisch systeem → coördineert deze structuren.
• Tanden en ondersteunende structuren
o Volwassen gebit heeft 32 tanden. Tand bestaat uit kroon en wortel. Wortel is aan
alveolair bot gehecht met bindweefselvezels vanaf cement tot bot (periodontaal
ligament). Zorgt voor weerstand tegen krachten.
o Maxilla: stilstaand component van kauwsysteem en mandibula: bewegende
component kauwsysteem.
▪ Maxillaire tandboog > mandibulaire tandboog.
• Bovenincisieven breder dan onderincisieven.
• Bovenincisieven meer gebogen dan onderincisieven.
▪ Premolaren (bicuspids) gebruiken om voedsel allereerst kleiner te maken en
vervolgens nog kleiner gemaakt door de molaren.
• Skeletale componenten
o Skeletale componenten: schedel (bestaat uit verschillende botten, temporale, frontale,
parieetale, sphenoïdale, occipitale, zygomaticum, nasale, maxilla verbonden door fissuren) + OK.
o Skeletale componenten die kauwsysteem maken:
▪ Maxilla en mandibula → ondersteunen tanden
▪ Os temporale → ondersteunt onderkaak bij articulatie met schedel.
o Maxilla
▪ Twee maxillaire botten fuseren in midpalatinale fissuur.
▪ Grens maxilla superior vormt bodem van nasale holte en oogkas.
▪ Grens maxilla inferior vormt palatum en alveolaire randen
waar tanden in staan.
▪ Maxilla zit aan schedel vast en vormt dus een stationair
deel van het kauwsysteem.
o Mandibula
▪ U-vormig bot, ondersteunt ondertanden en vormt
onderste deel gelaat.
▪ Zit niet vast met botten aan de schedel, maar met spieren,
ligamenten en andere zachte weefsels → zorgt voor
mobiliteit.
▪ Bestaat uit ramus, coronoïd (anterior) en condylus
(posterior).
• Condylus articuleert met schedel → beweging vindt rond deze structuur
plaats.
o Mediale pool van condylus is prominenter dan laterale pool.
o Articulatie-oppervlak is groter postreior dan anterior.
▪ Sterk convex anterior-posteerior.
▪ Matig onvex mediaal-lateraal.
o Temporaal bot
▪ Condyle mandibula articuleert met squamous deel van temporaal bot →wordt het
temporomandibulair gewricht genoemd.
▪ Condyle bevindt zich in de fossa articulare/fossa mandibulare.
• Bot direct achter fossa: articular eminence → mate van convexiteit is
variabel en bepaald de route van de condylus wanneer de onderkaak naar
voren staat.
• Temporomandibulair gewricht
, o Ginglymoarthrodial joint genoemd → want scharnierbewegingen + geleidende bewegingen maken.
o TMJ gevormd door:
▪ Mandibulaire condylus
▪ Mandibulaire fossa van temporaal bot
▪ Discus articularis scheidt deze twee botten → discus articularis is een niet geossificeerd bot en zorgt voor de complexe
bewegingen van het gewricht.
• Fibreus weefsel met enkele bloedvaten en zenuwen.
o Vooral perifeer deel is matig geïnnerveerd.
o TMJ is een samengesteld gewricht en synoviaal gewricht.
o Synoviaal gewricht
▪ Synoviale vloeistof is het medium voor voedingsvoorziening
▪ Smeermiddel bij beweging → minimaliseert frictie (daarnaast is het articulaire deel van de disc, condyle en fossa glad →
ook minder frictie)
• Grens-smering: als gewricht beweegt (vindt vooral plaats)
• Weeping smering: vermogen van articulaire oppervlakken om een klein beetje synoviale vloeistof te absorberen
of af te geven bij drukkrachten.
o Innervatie: nervus trigeminus (aftakking nervus auriculotemporalis en afferente innervatie door nervus mandibularis). Daarnaast
ook diepe temporale en kauwspier zenuwen.
o 2 aparte biomechanische systemen
▪ Condylus-disc complex: rotatie-bewegingen
▪ Condylus-disc-fossa complex: translatie-bewegingen
• De spieren rond het TMJ hebben in rust een milde spiertonus (milde contractie)
• Discus articulare:
o Bestaat uit dicht fibreus bindweefsel
o Geen bloedvaten of zenuwvezels
▪ Meest perifere deel van de disc is heel klein beetje geïnnerveerd
o 3 delen o.b.v. dikheid:
▪ 1. Intermediate zone: centrale regio, is het dunste
▪ 2. Postior border: is iets dikker dan de anterior border
▪ 3. Anterior border
o Disc is mediaal dikker dan lateraal
o Precieze vorm van de disc wordt bepaald door de morfologie van de condylus en fossa
o Zit posterior vast aan retrodiscaal weefsel = RT (los bindweefsel, goed
gevasculariseerd)
o Aan de bovenkant (superior) wordt de disc afgegrensd door de retrodiscale lamina
(superior) en retrodiscale lamina (inferior)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $32.69. You're not tied to anything after your purchase.