100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Leerdoelen Opvoedingsondersteuning en preventie $7.98   Add to cart

Other

Leerdoelen Opvoedingsondersteuning en preventie

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document worden alle leerdoelen van opvoedingsondersteuning en preventie uitgewerkt.

Preview 4 out of 46  pages

  • May 24, 2024
  • 46
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Toetsdoelen Opvoedingsondersteuning en
preventie
1. Gezinshulpverlening
1a1. De student kan benoemen hoe de samenstelling van huishoudens in
de loop van de jaren is ontwikkeld.
Van oudsher werd het gezin beschouwd als de hoeksteen van de
samenleving. Dit bleef het geval tot in de jaren 60. In de jaren 60 kwam
hier verandering in. Dit komt onder andere door de emancipatie van de
vrouw en de seksuele revolutie, dus de traditionele vorm van het huwelijk
nam af. Ook ontstond er meer diversiteit met betrekking tot de
samenlevingsvormen. Er kwam toename in het aantal echtscheidingen en
dit droeg bij aan de groei van het aantal eenoudergezinnen en
samengestelde gezinnen. Het huwelijk was niet meer vanzelfsprekend en
er gingen steeds meer mensen samenwonen en kregen, zonder te
trouwen, kinderen.

Ook de toename van mensen met een buitenlandse afkomst nam toe. Dit
is een belangrijke factor die van invloed was op de wijze waarop mensen
hun leven inrichtten. Hierdoor ontstond er een multiculturele samenleving.

Vanaf de jaren 90 kwam het gezin zoals oorspronkelijk bedoeld, weer meer
in beeld. De opvatting dat het gezin veel waarde en belang heeft in de
samenleving werd weer breed gedragen. Hier werd steeds meer
gezinsgericht gedacht. De eerdere opvatting was dat kinderen uit het
gezin moesten, maar nu wordt er steeds meer samen met het hele gezin
hulp ondernomen.

1a2. De student kan benoemen welke specifieke opvoedvragen bij ouders
leven in verschillende omstandigheden.
- Merendeel van ouders is tevreden over opvoeding.
- Ouders willen het graag goed doen.
- Ouders zijn weleens bezorgd over de opvoeding op de ontwikkeling
van hun kind.
- Alleenstaande ouders en stiefouders ervaren de opvoeding vaker als
stressvol en zijn onzekerder.
- Je ziet culturele verschillen in opvoedbeleving.
- Niet-werkende ouders vinden opvoeding minder zwaar.
- Meer dan de helft van de ouders maakt zich zorgen om emotionele
problemen van het kind.

1a3. De student kent de risico's van (v)echtscheiding op de ontwikkeling
van kinderen.
Kinderen van gescheiden ouders hebben een grotere kans op:
- Externaliserende problemen (veel ruzie maken….boosheid wat naar
buiten komt)
- Internaliserende problemen (woede etc. dat het kind opkropt)
- Problemen op school en een lager eindniveau van de opleiding

1

, - Problemen in vriendschapsrelaties
- Een zwakkere band met de ouders, vooral met de vaders
- Crimineel en riskant gedrag
- Een groter risico op depressie inclusief een groter beroep op
hulpverlening
- Later een groter eigen scheidingsrisico

1a4. De student weet waar hij op moet letten bij het begeleiden van
kinderen en hun ouders tijdens en na de scheiding.
- Begin met een zo kaal mogelijk ouderschapsplan
- Jonge kinderen: vaste rituelen, vaker wisselen van ouder
- Oudere kinderen: meer behoefte om zelf regie te houden en mee te
beslissen
- Zorg als ouder voor de logistiek (nadenken over meenemen van
spullen)
- Blijf in contact, communiceer open met je kind!
- Het hoeft voor kinderen niet nadelig te zijn dat ouders gescheiden
zijn. Het kunnen hele veerkrachtige kinderen worden die weten dat
het leven niet altijd zo loopt als dat je had gehoopt.

1a5. De student kent de percentages van gezinssamenstelling na
scheiding.
Gezinssamenstelling (na scheiden):
- Co- ouderschap:
o kinderen wonen 50% bij de ene ouder en 50% bij de andere
ouder. Deze vorm van ouderschap neemt steeds meer toe.
o Het zijn vaak stabiele en hoog opgeleide ouders die kiezen
voor co-ouderschap.
o Het nadeel van deze vorm van ouderschap is dat het kind vaak
wisselt van plek. Vaak zie je dat als de kinderen ouder worden,
dat ze kiezen om bij één van de ouders te wonen bij gebrek
aan stabiliteit.
- Samengestelde gezinnen:
o 16% van alle gezinnen zijn samengestelde gezinnen.
o In de basis super mooi als dit kan, maar in deze vorm van
ouderschap komt de vraag: ‘hoe gaat het kind om met
zijn/haar stiefouder?’
o Als kinderen het gevoel hebben dat er een conflict ontstaat
tussen zijn biologische ouder en stiefouder wordt het lastig. De
stiefouder moet vermijden op de biologische ouder zijn stoel te
gaan zitten.
o Er zijn over het algemeen meer problemen met stiefmoeders,
omdat stiefmoeders vaker direct een grotere rol gaan spelen
en in de opvoedrol stappen met de nodige struggles.
- Migrantengezinnen:


2

, o In ongeveer 1 op de 3 gezinnen minstens 1 ouder van niet-
Nederlandse afkomst.
o In ongeveer 1 op de 5 gezinnen minstens 1 ouder van niet-
Westerse afkomst.
o Eerste-migranten gezinnen: Gezin uit het buitenland gekomen.
o Tweede-migranten gezinnen: Kinderen uit het buitenland
gekomen.
o Derde-migranten gezinnen: Opa en oma uit het buitenland
gekomen.
o Soms andere opvoedvragen en opvoedstijlen.

1a6. De student weet wat samengestelde gezinnen zijn en wat hier
complexer aan.
Samengestelde gezinnen:
- 16% van alle gezinnen zijn samengestelde gezinnen.
- In de basis super mooi als dit kan, maar in deze vorm van
ouderschap komt de vraag: ‘hoe gaat het kind om met zijn/haar
stiefouder?’
- Als kinderen het gevoel hebben dat er een conflict ontstaat tussen
zijn biologische ouder en stiefouder wordt het lastig. De stiefouder
moet vermijden op de biologische ouder zijn stoel te gaan zitten.
- Er zijn over het algemeen meer problemen met stiefmoeders, omdat
stiefmoeders vaker direct een grotere rol gaat spelen en in de
opvoedrol stappen met de nodige struggles.

1a7. De student weet hoeveel kinderen in Nederland in armoede
opgroeien.
Opgroeien in armoede:
- Vooral eenoudergezinnen met minderjarige kinderen lopen het risico
om in armoede te leven.
- Kinderen die in armoede leven zijn al heel jong bezig met het
onderwerp geld. Zij maken zich druk om dingen die andere kinderen
niet eens bedenken. Deze groep maakt zich ook vaak druk om hun
ouders.
- 7% van alle kinderen groeit in armoede op.
- Het percentage bij niet-Westerse kinderen is de risico hoger.

1a8. De student kan benoemen wat de gevolgen van het opgroeien in
armoede op de ontwikkeling van kinderen kunnen zijn.
Zie deelvraag 1a7.

1a9. De student kent de beschermende- en risicofactoren van
kindkenmerken op de ontwikkeling van kinderen.
Risicofactoren Beschermende factoren

Kindkenmerken - Pestgedrag - goede intelligentie
- Lichamelijke - zelfvertrouwen
3

, problemen - motivatie
- Psychische - mogelijkheden om
problemen hulp te zoeken
- gedragsproblemen - goede (sociale)
- levensgebeurtenisse vaardigheden
n (scheiding, - aanpassingsvermo
overlijden ouder) gen
- vermogen om
makkelijk vrienden
te maken
- motivatie voor
school
Ouderkenmerken - Verantwoordelijkhe
id
- Gezonde copings
- Reflectievermogen
- Empathische
vermogen
- Optimisme
- Laag IQ
- Goede sociale
- Onverwerkte
vaardigheden
trauma’s
- Vermogen om in
- Eigen opvoeding
intieme relaties te
- Ziekte/handicap
variëren in afstand
- Psychiatrische
en nabijheid
aandoening
- Goede intelligentie
- Verslavingsproblema
- Hoge opleiding
tiek
- Stabiele
- Intergenerationele
persoonlijkheid
overdracht
- Persoonlijke
veerkracht
- Probleemoplossen
d vermogen
- Gevoel van
eigenwaarde
- Humor
Gezinskenmerken - Ingrijpende - Stabiele financiën
gebeurtenissen - Steun van een
- Ziekte sociaal netwerk
- Armoede/zorgen/ - Stabiele relatie
stress financiën ouders
- Werkeloosheid - Goede structuur
(ouders) - Stabiele opvoeding
- Huiselijk geweld
- Echtscheiding
- Eenoudergezinnen
- Overlijden ouder
- Criminele
activiteiten
- Migrantengezinnen
Brede - Familie ruzie - Goede
omgevingskenmer - Achterstandswijk sociaaleconomisch
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ismayvandalfsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.98  1x  sold
  • (0)
  Add to cart