100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MREU ppts + notities $11.58   Add to cart

Summary

Samenvatting MREU ppts + notities

1 review
 121 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak MREU, gegeven in door prof. Michaux. Inclusief: alle PowerPoints, lesnotities van alle lessen, alle besproken zaken + uitleg Exclusief: casus-oefeningen

Last document update: 5 months ago

Preview 10 out of 102  pages

  • May 24, 2024
  • May 25, 2024
  • 102
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: alessiar00 • 2 months ago

avatar-seller
Belang van EU-recht: veel overlappingen met andere rechtstakken (privaatrecht, strafrecht,
publiekrecht, economisch recht, fiscaal recht, sociaal recht, …)

1 De interne markt: context
1.1 Historische achtergrond
Het idee van de interne markt hangt sterk samen met het ontstaan van de EU zelf. Na 1945
probeert Europa zich terug op te bouwen → Europa is opgedeeld in Oostblok en West-Europa.
In W-E zijn het nog steeds kleine landen apart die niet echt relaties met elkaar hebben. Er zijn
ook 2 groepen van landen: winnaars ↔ verliezers van de oorlog. Deze context was er ook na
het Verdrag van Versailles (1918) → kan terug tot nationalistische ideeën leiden en zo terug
tot conflicten in Europa.
Founding fathers = Jean Monnet + Robert Schuman. Zij zien dat er plan nodig is zodat er
nooit nog oorlog kan uitbarsten tussen Europese landen = Schuman-verklaring (1950) = basis
van hedendaagse EU-recht
 Kolen en stalen verbinden met elkaar → de economieën verbinden en landen afhankelijk
maken van elkaar → onmogelijk om oorlog te maken. Want: om oorlog te beginnen moet
je je kunnen afsluiten van de wereld en al de productie zelf in handen hebben = solidariteit
 1e resultaat: Lux, Bel, Fr, It, Du en Nl vormen een unie van kolen en stalen. Dit basisidee
komt overeen met definitie van interne markt = ruimte zonder binnengrenzen waarin het
vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd en die een
regime dat verzekert dat de mededinging niet wordt verstoord

1.2 Spectrum van economische samenwerking
Interne markt bevindt zich op een spectrum aan economische samenwerking, gesorteerd obv
de intensiteit van de economische samenwerking:




1.2.1 Geen (specifieke) handelsrelatie
Geen handelsrelaties/regels → een land kan bedenken wat ze maar wil. Er is dus mogelijkheid
tot handelsrestricties inzake bv: quota’s (B zegt dat A max. 100 computers mag importeren per
jaar), douane (80% douane heffen op import computers), …




1

,Maar: komt heel weinig voor = WTO sinds 1995 (164 landen = substantieel deel van
wereldhandel) = organisatie die zorgt voor de uitvoering en aanpassing van een set van
verdragen/regels die internationaal gelden (GATT, GATS, …). Zij zijn ook afdwinger van die
regels = eigen rechter, eigen geschillenbeslechting
 Basisbeginsel = non-discriminatie in 2 sub-beginselen:
 Most favoured nation (MFN) = wanneer je verlaging geeft van tarieven aan één van de
leden van WTO, moet je dat ook aan andere landen geven → het laagste tarief voor
WTO-landen is het laagste tarief voor één lid
 National treatment requirement = als land bij WTO bijkomt, dan mogen er geen andere
regels opgelegd worden aan buitenlandse producten → buitenlandse producten op
eigen markt behandelen alsof het eigen producten zijn
 WTO = cruciaal, maar wel complexer geworden. Verdragen zijn er nog steeds en nog
steeds heel belangrijk, maar is een hele politieke organisatie (geschillenbeslechting)
 USA is geen fan van de regels van WTO, want het maakt het moeilijk om te concurreren
met China
 Eigen geschillenbeslechting is groot verschil met EU: de Commissie, … zijn
onafhankelijke instanties die EU-recht kunnen afdwingen
1.2.2 Vrijhandelszone
Definitie vrijhandelszone in GATT: douanegebieden waarin de douanerechten en andere
beperkende regelingen op vlak van handel worden afgeschaft tav vrijwel de hele handel tussen
de samenstellende gebieden in producten van oorsprong uit deze gebieden = rules of origin
zijn belangrijk
 Bv: basistarieven import: land A = 5 cent, land B = 15 cent. A en B sluiten
Vrijhandelsakkoord → tarief tussen A en B = 0 cent. Onderneming uit land C wil goederen
invoeren naar B. De goedkoopste handelsroute van C naar B is via A
 Rules of origin wordt gedaan via certificaten (= certificate of origin, heel wat bureaucratie)
De EU kan ook vrijhandelsakkoorden sluiten = exclusieve bevoegdheid voor de EU (art. 3, e)
VWEU). België kan niet meer op zichzelf een vrijhandelsakkoord sluiten met Japan, enkel de
EU is hiervoor bevoegd. Als zij dit sluiten is dit meteen ook werkzaam in alle lidstaten van de
EU. Er zijn er een aantal: bv met Canada (99% douanetarieven geschrapt, onderhandeld over
labour rights and sustainable development)
 Dit moet in België door de 3 nationale parlementen worden geratificeerd. Wallonië heeft
dit toen lang geweigerd → een klein gebied kan dus een handelsakkoord tegenhouden
 Ander vb na Brexit: alle interne markt-regels vervallen na Brexi. Dit is opgelost met een
handelsakkoord tussen EU en VK waardoor de regels inhoudelijk hetzelfde blijven maar er
wel veel meer bureaucratie aan te pas komt (bv: lange vrachtwagenrij in Calais, …) → dit
toont het verschil in de praktijk tussen een vrijhandelsakkoord en een interne markt
1.2.3 Douane-unie
Definitie douane-unie in GATT: dezelfde douanerechten en andere regelingen worden
toegepast op de handel met gebieden die niet tot de unie behoren
In bovenstaand voorbeeld van A, B en C zal het voor C niet meer uitmaken of die via A of B
binnenkomt, A en B gaan namelijk aan C hetzelfde tarief vragen (= extra laag die erbovenop
komt in vgl met vrijhandelszone)


2

,EU = douane-unie (art. 28 VWEU) = gemeenschappelijk douanetarief tussen lidstaten + geen
heffingen tussen lidstaten. EU die zelf een douane-unie is kan zelf ook een douane-unie sluiten
met andere landen, bv: met Turkije
 Afschaffing van tarieven (= vrijhandelszone) + gemeenschappelijk tarief = Turkije moet
EU tarieven volgen
 1e bijzonderheid: het gaat in dit akkoord enkel over industriële goederen. Goed per goed
wordt gedefinieerd wat er wel of niet onder dit verdrag valt. Tegelijkertijd is die douane-
unie wel belangrijk = 4% van de uitvoer van EU is naar Turkije (best veel om van zo
veel landen naar 1 land te sturen), omgekeerd is de uitvoer 40%
 2e bijzonderheid: extraterritoriale harmonisatie. Turkije moet bepaalde wetgeving
aanpassen (bv: mededinging, IE, consumentenbescherming) → EU gebruikt
handelsakkoord om andere soorten regels te harmoniseren/hun eigen visie op te
leggen
 Onderhandelingsmarge met andere landen: als EU met andere landen akkoorden
sluiten gaan die tarieven zakken, en Turkije moet die volgen. Dus die andere landen
hebben geen interesse om met Turkije te onderhandelen want ze kunnen sowieso
meegenieten van deze tarieven. Voor Turkije was de gemakkelijke uitvoer (40%)
belangrijk genoeg om de autonomie inzake onderhandelingen weg te halen
1.2.4 Interne markt
Interne markt = vrij verkeer van goederen (art. 28, 30, 34, 35, 36, 37 en 110 VWEU), personen
(natuurlijke en rechtspersonen: vrij werknemersverkeer (art. 45, 46 en 48 VWEU) + vrije
vestiging (art. 49, 51, 52 en 54 VWEU)), diensten (art. 56, 57, 58 en 62 VWEU) en kapitaal en
betalingen (art. 63, 64, 65 en 66 VWEU). Zie verder: vrijheid per vrijheid wordt besproken met
specifieke regels
5e vrijheid = burgerschap van de Unie = niet-economische component. Dit gaat over mensen
die niet werken (werkloos, gepensioneerd, ziek, student, …)
1.2.5 Economische en monetaire unie
EMU = economische en monetaire unie (art. 119 VWEU). Monetair beleid in EU (ECB) =
gemeenschappelijke munt (€). Is op zich niet nodig in interne markt, maar in EU toch gekozen
voor extra laag van monetair beleid (Europese Centrale Bank in Frankfurt) + economisch
beleid (op zich ook niet nodig dat leden van de interne markt afspraken maken). Gaat de laatste
maanden vooral over strategic autonomy (spanningen met Rusland, USA, China, …)
1.2.6 Verder
Er zijn nog extra stappen mogelijk, bv: EU = politieke unie (art. 67 VWEU; asiel en migratie
samenpakken), Green Deal, hernieuwbare energie voorstellen, … → wat ooit begonnen is als
een douane-unie, is nu aan het groeien tot een politieke unie/federatie → economische
samenwerking leidt automatisch tot een nauwer verbond dat samen ook politiek beleid gaat
voeren (= constante evolutie)

1.3 Belang van de interne markt
1.3.1 Economisch
Theorie van comparatief voordeel = zelfs wanneer een land qua productie in alles beter is, kan
het nog steeds nuttig zijn om handel open te houden → er wordt nog steeds efficiëntie en winst
gemaakt
Voorbeelden (cijfers niet te kennen, geen rekenmachine nodig op examen):
3

, Land Chocolade Olijfolie
België Productietijd 100 kg = 5u Productietijd 100 l = 10u
Italië Productietijd 100 kg = 6u Productietijd 100 l = 3u
Beschikbare arbeidskrachten = 90u/land
Geen handel
België 1.000 kg (= 10 * 5u = 50u) 400 l (= 4 * 10u = 40u)
Italië 500 kg (= 5 * 6u = 30u) 2.000 l (= 20 * 3u = 60u)
Totaal 1.500 kg 2.400 l
Vrijhandel
België 1.800 kg (= 18 * 5u = 90u) 0l
Italië 0 kg 3.000 l (= 30 * 3u = 90u)
Totaal 1.800 kg 3.000 l


Land Chocolade Olijfolie
België Productietijd 100 kg = 5u Productietijd 100 l = 10u
Duitsland Productietijd 100 kg = 6u Productietijd 100 l = 30u
Beschikbare arbeidskrachten = 90u/land
Geen handel
België 1.000 kg (= 10 * 5u = 50u) 400 l (= 4 * 10u = 40u)
Duitsland 500 kg (= 5 * 6u = 30u) 200 l (= 2 * 30u = 60u)
Totaal 1.500 kg 600 l
Vrijhandel
België 0 kg 900 l (= 9 * 10u = 90u)
Duitsland 1.500 kg (= 15 * 6u = 90u) 0l
Totaal 1.500 kg 900 l

Maar: beperkingen:
 Transactiekosten
 Juridische obstakels: niet zo gemakkelijk om het product van het ene land naar het andere
te halen (bv: voorwaarden aan verschillende producten kunnen per land verschillen)
 Sociale & culturele factoren (bv: België gaat nooit chocolade loslaten)
 Globale winst, maar ook concrete verliezers
 Protectionisme
Toch met WTO, handelsakkoorden, … zo veel mogelijk proberen bereiken, maar met nuances
(= doel van het interne marktrecht). Bv: Audi-fabriek in Bxl die mogelijk gesloten gaat worden
om naar Mexico & China te gaan. Vrijhandel is dit theoretisch goed: economisch beter. Maar:
veel jobs gaan verloren omdat mensen niet zomaar kunnen mee verhuizen → de EU is niet
extremistisch! Er zijn sociale accenten, werknemers worden gesteund, … om ervoor te zorgen
dat er niet te veel individuele verliezers zijn
1.3.2 Geopolitiek
Doordat we de interne markt bundelen zorgen we ervoor dat we met aantal inwoners gelijk
blijven met USA & China. Bruto buitenlands product is ook hoger omdat economieën worden
gebundeld → we kunnen concurrentie blijven aangaan met de grootmachten



4

,→ Als we iets willen bereiken inzake onderhandelingsmacht moeten we beter bundelen. België
alleen heeft niet veel macht, EU wel. Dus kleinere landen kunnen zo via de EU een belangrijke
rol spelen op het wereldtoneel
1.3.3 Juridisch
Interne markt is sterk juridisch wapen, maar ook als schild
Stel: in Parlement en Kamer wordt wet gestemd met 100% unanimiteit → EU-recht = hogere
laag: voorrang op nationaal recht bij conflict, zelfs indien met 100% unanimiteit gestemd! Als
HvJ zegt dat nationale regels tegen EU-recht zijn, dan moeten die wijken. Denk aan Vlaams
decreet over verkoop woning: was vrij goed gesteund door regering, maar was inbreuk op EU-
recht dus moest gewijzigd worden
Als je in rechtszaal staat en je moet afdwingen, dan is het ook machtig wapen: je kan onder
verplichtingen/straffen uitkomen wanneer je interne markt in uw voordeel kan inroepen (denk
aan Diamant-zaak)
1.3.4 Maatschappelijk
Macro niveau: Schuman-plan: economieën met elkaar verbinden na WOII zodat er nooit nog
oorlog mogelijk is in EU → Nobelprijs voor de vrede (2012). Moeilijk verhaal om te brengen:
vrede werd als evidentie gezien in EU. Maar nu andere kijk door Rusland en Palestina. Ook
vorige eeuw was er eigenlijk constant een conflict binnen de landen van EU, dus daarom
Nobelprijs gewonnen, want sinds dit project geen oorlog meer tussen leden EU (dit blijft
ultieme doel van EU)
Micro niveau:
 Milieuactivisten die zichzelf op de Bernerpas vastplakten, tegenstanders noemden dit
inbreuk op vrij verkeer. HvJ zei dat het inderdaad gehinderd werd, maar: nuance van
milieu, vrije meningsuiting, recht op protest, …
 Antwerpse voetbalclub (RAFC) had regels UEFA aangevochten inzake transfers. De UEFA
en FIFA leggen bepaalde regels op, RAFC zei dat ze op die manier sport en hun club niet
konden laten groeien → interne markt zorgde voor balans tussen vrij verkeer en competitie
Individueel niveau: bestellingen online vertrekken vaak vanuit andere landen = vrij verkeer;
douane-kosten zijn er niet meer als je naar het buitenland gaat (≠ tolwegen in Frankrijk, …),
roaming free zones, …

1.4 Recap
Interne markt is ontstaan als idee om oorlog tegen te gaan. Het is maar één van de vele
mogelijkheid om economisch samen te werken. EU is actief op elk niveau en er zijn constante
verschuivingen in beide richtingen. Interne marktrecht gaat erover om de obstakels laag te
houden om van het ene land naar het andere te gaan (= uitwissen van grenzen), maar er zijn
nuances (= nooit te bereiken ideaal)




5

,2 Vrij verkeer van goederen
Interview met Le Pen (zou perfecte examenvraag zijn geweest): “ze willen af van grenzen en nationale
regels en vinden dat niets het vrij verkeer van mensen, kapitaal en goederen in de weg mag staan. Dat
betekent geen enkele wet, grens of nationale identiteit” = juridisch fout. Denk aan: freedom of speech,
arbeidsrechtelijke regelingen, … maar: kritiek op de Unie moet wel kunnen. Op een theorievraag: eerst
kort regels overlopen, of dit genuanceerd is en dan rechtspraak overlopen (polsen naar eigen mening)
Waarom beginnen met goederen?
1. Vrijehandelszone, douane-unie → ging eerst over goederen. Dit ligt aan de oorsprong.
Als men een akkoord sluit met andere landen, gaat men bijna altijd beginnen met
producten
2. HvJ: heel veel van de evoluties die hier zijn begonnen, zien we vaak terugkomen bij
werknemers, diensten en kapitaal
Vertrekpunt: art. 28 VWEU = douane-unie: eigen grenzen laten vallen en geen heffingen meer
→ naar buiten toe 1 eengemaakt tarief = basis van het vrij verkeer van goederen
Vrij verkeer tussen lidstaten → 2 soorten regels:
1. Positieve integratie (harmonisatie): regels die je opleggen wat je moet doen (bv: wat je
mag toevoegen aan chocolade, …)
2. Negatieve integratie (geen harmonisatie): je kan niet voor elk product regels maken.
Dit wordt het eerste grote studieobject van dit vak = er zijn geen regels, dus je moet
terugvallen op negatieve integratie: je gaat dingen verbieden. Er gaan algemene
verdragsartikelen zijn die een verbod gaan inhouden, dan moeten hete HvJ en
nationale rechters case per case nagaan of er een inbreuk is op deze algemene
standaard.
Belangrijk: eerste stap in elke casus (= stap 0) = is er harmonisatie? Als er harmonisatie is,
dan gaat die altijd voor! Een richtlijn is bindend en dan zijn dat de enige regels die gelden (niet
combineerbaar) → zoek op of er harmonisatie is! (dit gaat worden duidelijk gemaakt in de
casus). Op het examen enkel die je terugvindt in de reader + dat je van de les weet
Vrij verkeer van goederen

Analyse in 3 stappen voor casussen:
1. Toepassingsgebied? Zijn de regels van toepassing op het probleem? + juist artikel
kiezen indien van toepassing
a. Algemene toepassingsvoorwaarden VVG: goed, gedrag lidstaat,
grensoverschrijdend element
b. Welk artikel?
2. Is er een beperking? Zorgt het probleem dat zich stelt dat VVG vermoeilijkt wordt?
Bv: nationale regel die import beïnvloed? Indien ja, is het discriminatoire maatregel
of belemmerend / proctectionistisch?
3. Is er rechtvaardiging? Dit is het probleem met de uitspraak van Le Pen. Zelfs als er
een restrictie is met het VVG gaat een wetgever een rechtvaardiging kunnen geven.
Elke mogelijke reden gaat waarschijnlijk worden aanvaard door het HvJ, zolang de
maatregel proportioneel is. Dus: restrictie moet goed doel hebben, proportioneel
zijn, en doel bereiken

6

, Tussen de lidstaten en derde
Tussen lidstaten
landen
Vrij verkeer Gemeenschappelijk
Harmonisatie (positieve Geen harmonisatie douanetarief
integratie) (negatieve integratie)
EU technische Harmonisatie
Art. 30 ↔ art. 110 VWEU
standaarden,
Art. 34-36 VWEU
producteigenschappen Douanewetboek van de Unie
Art. 37 VWEU
(bv: Chocoladerichtlijn) (art. 31 VWEU)


Stap 1b: keuze van het toepasselijk artikel
Tarifaire belemmeringen Niet-tarifaire belemmeringen
(betalingen) (andere beperkingen)
Art. 30 Art. 110 Art. 34 Art. 35
DR + HGW Belasting Import Export
Algemeen systeem
Heffing bij
van binnenlandse
grensoverschrijding
belasting
Complementair maar sluiten elkaar uit!
2.1 Toepassingsgebied
(Is 0.5 punt op examen, dus niet vergeten!!)
2.1.1 Goed
Het gaat over een goed: 2 bestandsdelen:
 In geld waardeerbaar
 Dit ga je meestal aanvoelen of zien. Er zijn altijd uitzonderingen. Iets dat tussen de 2 in
ligt: geld zelf, maar: oude munten die niet meer gebruikt kunnen worden wel (daar
wordt geld voor gevraag om die te bezitten). Elektriciteit is een goed volgens HvJ, maar
hier is discussie over
 Het moet onderdeel kunnen uitmaken van een handelstransactie
→ Zaak Commissie/Italië (kunstschatten): het ging over een Italiaans kunstwerk, Italië vond
dat het geen goed was, maar een patrimonium. Maar: een kunstwerk is een goed. Italië kan
dan in stap 3 het goed beschermen: cultuur is een goede reden om een verkoop niet toe te
laten. In deze zaak zijn de bovenstaande bestanddelen van een goed gedefinieerd
→ Afval? Is dit in geld waardeerbaar? Je gaat betalen om afval naar een ander land te sturen
om het daar te verwerken → er is een negatieve waarde. Dit kan een goed zijn → ongeacht de
aard van die transacties (zaak Commissie/België (Waalse afvalstoffen))
→ Dieren? Is in geld waardeerbaar en kan onderdeel uitmaken van een handelstransactie →
dieren (incl. rasdieren) zijn goederen
→ Lichaamsdelen? Er is een markt voor organen. Nog geen rechtspraak over
→ Illegale goederen? Drugs, gokpraktijken? Zaak over coffeeshop in Maastricht. HvJ: is idd
illegaal, maar is gedoog beleid → mogelijk om handel in te voeren. Oplossing: we gaan niet
naar het goed zelf kijken, maar naar de dienst. Coffeeshop = horeca = dienstverlening (drugs
is maar een deel van het aspect)

7

,→ Onroerende goederen? Grensoverschrijdend element is lastig voor een huis, of de manier
waarop je kan betalen = vrij verkeer van kapitaal
Onderscheid tussen vrijheden is niet altijd makkelijk!
 Bv: Schindler: er waren vwn om reclame te maken voor lotto en om ticketjes te kopen. Het
ticketje zelf is een goed, maar het hof zei dat je niet een lottoticket koopt om het in te
kaderen of voor het stuk papier. Je koopt het voor het programma dat erachter zit → vrij
verkeer van diensten! Het is niet omdat iets een goed is, dat het altijd onder VVG gaat
vallen. Er is een verschuiving van goederen naar diensten
 Vroeger: fiets kopen en je neemt die mee naar huis, nu: personaliseren → HvJ: meer en
meer een dienst aan het worden (servitisation)
 Eén van de grootste problemen in de sector van dieren: veel paarden gingen van Be naar
UK om te racen (free movement of horses)
2.1.2 Gedrag van een lidstaat
Het probleem is gedrag van een lidstaat. Regels zijn traditioneel gericht in een lidstaat. Zeker
bij VVG gaat het doorgaans over regels die zijn opgelegd van bovenaf
Wat met andere entiteiten? Vlaanderen en Wallonië? Catalonië? Duitse federale entiteit? Gaat
het over lidstaten in de enge zin van het woord? Zaak commissie/België (Waalse afvalstoffen):
 → Federale entiteiten worden gelijkgesteld met het land. Europa kijkt niet naar de
staatsstructuur van het land (dus ook steden, …)
 Wat met NMBS? = Onderneming van RvB vertegenwoordigers van de Oh heeft, waar veel
geld van Oh is en waar controle is opgelegd door de Oh. = Handeling van lidstaat (NMBS
kan niet zomaar zeggen dat Duitse goederen op hun spoorwegen moeten betalen)
 = Traditionele lidstaten met uitbreiding: regio’s
Nog verder: “kazen van bij ons”, … → bepaalde stempels die een product krijgt die bepaalde
origine aantonen
 Bv: Just Buy Irish: regeringspartijen vonden dat er te veel goederen van buiten Ierland op
de markt kwamen en ze wouden eigen sector ondersteunen. Ierland ging grenzen niet
dichtslaan, maar: als een private organisatie een reclame campagne wou opstarten, gingen
zij het financieren. Hof: het was de duidelijke bedoeling van de Oh om de handel te
beïnvloeden en te import te beperken → nationale praktijk die door de Oh werd ingevoerd
en met haar bijstand toegepast en die dezelfde impact heeft als maatregelen met bindende
kracht = het is niet de Oh maar de private organisatie die het doet, maar de Oh steunt het
wel → gelijkstelling (dus zelfs maatregelen van de Oh zonder bindende kracht). Dus: als er
vandaag de dag de Oh een beetje betrokken is, kan je via het just buy irish-principe de Oh
in het nat trekken en de regels van VVG laten spelen
3e uitbreiding: zaak over Spaanse aardbeien: ging over boerenprotesten die zeer vijandig waren.
Fr had strengere normen opgelegd voor aardbeien waardoor die van Spanje goedkoper
werden, waardoor Franse boeren op de grens op wachtposten gingen staan en op veilingen
Spaanse producten kapot maakten. Franse Oh zei freedom of speech, wij laten hun doen.
Maar: Commissie zei dat het inbreuk van VVG was dus procedure opgestart. HvJ: boeren ≠
lidstaten, dus klassiek gezien zijn regels van VVG niet van toepassing. Maar: in verdrag heb je
wel verplichting van loyale samenwerking tussen lidstaten en met EU (art. 4 VEU). Op basis
van loyale samenwerking, wanneer een lidstaat niet de vereiste maatregelen neemt om

8

,belemmeringen te voorkomen, kan dit ook worden aanzien als een handeling van de lidstaat,
zelfs als de oorzaak buiten het handelen van de Oh ligt (bv: de acties van particulieren). De
maatregelen van Fr waren ontoereikend waardoor een klimaat van onveiligheid kon ontstaan
 Na deze case: verordening 2679/98:
 Art. 4, lid 1: een lidstaat neemt alle noodzakelijke en evenredige maatregelen
 Art. 2: geen afbreuk aan grondrechten = het is niet omdat een betoging in Bxl
plaatsvindt in de wetstraat dat het om inbreuk van VVG gaat. Protesten zijn toegelaten,
maar mogen niet te ver gaan. Dus art. 2 zorgt voor balans (terugkoppelen aan
examenvraag met Le Pen)
4e uitbreiding: Delhaize in Rioja wijngebied in Spanje. De export was sinds ’80 ontzettend
toegenomen. Bij wijn zijn er nog kwaliteitsvereisten. Spanje begon zich zorgen te maken: ze
wouden kwaliteit van Rioja wijn behouden. Probleem: werd vaak in grote zakken van
honderden liters naar andere landen gebracht en daar in flessen gedaan (dit was veel
gemakkelijker: flessen ↔ zakken vervoeren). Spanje wist hierdoor niet meer wat er dan in de
flessen ging komen en dit was belangrijk voor hun reputatie. Dus: nog maar een bepaald deel
mocht in zakken worden uitgevoerd, de rest moet gebottled worden. Andere kant: ze wouden
jobs behouden van mensen die wijn in flessen doen. In België was er een geschil met Delhaize.
Er was een exporteur van Rioja wijn die had beloofd aan Delhaize om x aantal liters in flessen
te leveren. Door de maatregel van Spanje kon exporteur zijn contract niet nakomen. Delhaize
vroeg contractuele schadevergoeding. Exporteur zei dat de maatregelen over zakken en
flessen tegen VVG was, Delhaize zei dat geen van beiden lidstaten waren (het ging om een
contractueel geschil). HvJ moest 2 vragen beantwoorden:
 Is er een probleem met de Spaanse regeling (de hoeveelheid wijn die ongebottled kon
worden uitgevoerd)? Ja, de Spaanse regel was tegen VVG
 Mag dit worden ingeroepen tussen 2 particulieren? Art. 35 is rechtstreeks toepasselijk →
kan worden ingeroepen in gedingen tussen hen en andere particulieren. De regels zijn
rechtstreeks nog steeds niet op de particulier van toepassing. Maar: als je een probleem
hebt door de regel, kan je die wel inroepen (= diagonale werking: in een horizontale
verhouding tussen particulieren roep je een verticale regel in)
5e uitbreiding: zaak Fra.bo: Italiaans bedrijf dat bepaalde materialen maakte voor rioleringen
en pijpleidingen. Wou exporteren naar Duitsland. In Duitsland had je instantie DVGW =
privaatrechtelijke organisatie (venn) die instond voor certificering van materialen van
pijpleidingen vooraleer deze op de Duitse markt kwamen. Er kwam geen vergunning. DVGW:
we zijn privaatrechtelijke organisatie die niet gefinancierd of ondersteund wordt door Oh (dus
geen Buy Irish). Fra.bo merkt het verschil niet als dit uitkwam van DVGW of van de Oh (=
belemmert op dezelfde wijze als overheidsmaatregelen). DVGW was wel wettelijk erkend en
was de enige organisatie die dit kon doen → DVGW is geen lidstaat, maar door de machten

→ Lidstaat:
 Traditionele lidstaten
 Ook deelstaten / regio’s (Waalse afvalstoffen)
 Ook publieke ondernemingen (NMBS)
 Maatregelen ondersteund door een lidstaat (Buy Irish)
 Niet-handelen van een lidstaat (Spaanse aardbeien)
 Impact op puur horizontale verhoudingen (Delhaize)

9

, die ze hebben via wetgeving en feitelijke controle zijn ze actief op de markt alsof het de Oh
was → ook als lidstaat bestemmen (meest extreme uitbreiding: enkel wanneer organisatie veel
macht heeft (aanzienlijk bemoeilijkt) en erkend is door Oh) = gate-keeping particulieren
Wat dan met Apple, Alphabet of Google, SpaceX? Wetgever heeft hier geen macht, ook geen
geld. Maar: Apple kan via de Appstore bepalen welke apps er gekocht worden. Google kan
bepaalde sectoren reguleren. SpaceX is momenteel één van de enige die naar de ruimte kan
en satellieten kan verbinden. Zijn dit lidstaten? Komt in de buurt, maar antwoord is wss nee →
regels VVG niet toepassen. Wat wel? Sinds paar jaar hebben we DMA (digital market act) →
bepaalde organisaties gaan we regels laten volgen omdat ze zo groot zijn, niet omdat ze
lidstaten zijn. Deze specifieke regelgeving is een soort van uitbreiding van de interne markt
2.1.3 Grensoverschrijdend element
Grensoverschrijdend element tussen lidstaten. Dit zal vaak ook redelijk duidelijk zijn. Soms
zijn er wel tussengevallen, bv: Carbonati is gemaakt van marmer van Carrara. Dit marmer is
heel populair, maar dorpjes waar die mijnen zijn die zien af → wegen worden constant gebruikt
door hele zware vrachtwagens, … Carrara ging heffing vragen hiervoor. Dit mag niet: interne
markt. Maar: dorpje ligt niet aan de Italiaanse grens, maar midden in Italië, dus je moet geld
betalen om de grens van een stad over te steken. Vraag: gaat dit dan enkel over grens tussen
lidstaten of eender welke grens?
 Waarom onduidelijkheid? In verdragsteksten wordt alles door elkaar gebruikt (art. 30 ↔
art. 26)
 Hof: ruimere interpretatie = elke grens is relevant (= volledige grondgebied van de douane-
unie), zolang die maar invloed heeft op import of export. Waarom staat dit dan niet in het
verdrag? Ze hebben er gewoon niet aan gedacht toen het verdrag was geschreven. Maar:
teleologische interpretatie (doel nagaan): sowieso ook binnengrenzen inbegrepen (art. 26,
lid 2 VWEU: interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen). Ook in de huidige
versie van het verdrag zie je nog steeds het verschil (art. 26 en 30)

2.2 Tarifaire belemmeringen
Dit gaat over stap 1b: welk artikel?
Tarifaire ↔ niet-tarifaire belemmeringen: kunnen nooit samen worden toegepast. Dus: gaat
het over geld betalen of niet?
Tarifaire belemmeringen: art. 30 en 110 VWEU (kunnen ook niet samen worden toegepast! =
complementair maar sluiten elkaar uit). Summa divisio: ofwel het één ofwel het ander. Op
examen voldoende elementen om de keuze onderbouwd te maken, maar complexiteit kan onderdeel
oefening zijn. Art. 30 VWEU = om land binnen te komen ↔ art. 110 VWEU = als je als land
binnen bent en dan belasting moet betalen op goed. Soms grijze zones, dan moet je
weloverwogen keuze maken
2.2.1 Art. 30 VWEU
2.2.1.1 Heffingen: evolutie
Art. 30: gaat over iemand die iets moet betalen aan een grens. In allereerste verdrag was er
nog geen verbod, maar een standstill verplichting (art. 12 EEG: het mocht niet verhoogd
worden) → Van Gend & Loos (rechtstreekse werking van EU recht = feit dat je EU recht kan
inroepen voor de rechter). Er werd een chemische stof ingevoerd. Die stof was in het
Douanewetboek van plaats veranderd waardoor er meer betaald moest worden → dit was
tegen standstill. Regering: niets verhoogd, gewoon kwalificatie veranderd. HvJ: het maakt niet
10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kd12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.58  9x  sold
  • (1)
  Add to cart