Opbrengsten Belgische belastingen
• Federale en regionale belastingen
• 2008: 94,12 miljard €,
• 2018: 117,78 miljard €
• 2019: 116,6 miljard €
• 2020: 105,1 miljard € (effect covid)
• 2021: 120 miljard €
• 2023: 140 miljard €
• Provinciale en gemeentelijke belastingen
• Totaal provinciale belasting Vlaanderen 2022: +706 mio €
• Daarvan komt 69% uit de onroerende voorheffing (zie infra)
• Totaal gemeentebelastingen Vlaanderen 2021: 5,8 miljard € (823 € per inwoner - stad
A’pen: grootste ontvanger 504 mio €)
• 80% daarvan komt uit de onroerende voorheffing (zie infra) en de aanvullende
belasting op de PB (zie infra)
• Mechelen 38 soorten belastingen v. Herstappe 6
DEEL I: algemene inleiding
Begrip ‘belasting’
• Geen wettelijke belasting
• Begrip: vijf bestanddelen (HVC en GWH)
1. een door de overheid
2. eenzijdig opgelegde en verplichte bijdrage die
3. volgens regels van recht
4. opgelegd wordt aan personen/feiten die een band hebben met het territorium
5. en bestemd is om diensten van algemeen nut te financieren
• Ontleding begrip:
1. Een bijdrage eenzijdig opgelegd door en betaald aan de overheid
• Grondwet (art. 170 GW) en bijzondere Fin Wetten en Gem en Prov-wetten bepalen welke
overheid kan heffen
• In BE: Federale staat, gewest, gemeenschap, provincies, gemeenten
• Hebben BH om belastingen te heffen, ieder binnen hun territorium
1
, • FOD financiën (d;i. de belastingsadministratie/fiscus) put de macht om belasting ‘in te
kohieren’ en dat ‘kohier’ ten uitvoer te brengen tegen de personen die in het kohier zijn
genoemd. het in het kohier vermelde bedrag wordt aan de belastingeplichtige ter kennis
gebracht dmv een aanslagbiljet (art. 302 WIB). Maw: de belastingsadministratie creëert
zijn eigen titel tot invordering van de federale belasting.
• Art. 298 jo art. 393 WIB
2. Belasting is een verplichte (meestal geldelijke) bijdrage
• Geen keuzemogelijkheid tussen belasting betalen of niet indien men zich in
geviseerde situatie bevindt
• Sancties en dwangmaatregelen mogelijk tav onwillige belastingplichtige (bv: art. 298,
351, 444 en 449 e.v.WIB)
• In de inkomstenbelasitng heeft de belastingadministratie geen afzonderlijke titel
van recht nodig om tot gedwongen invordering van de belasting over te gaan (bv
nemen van beslagmaatregelen).
• Belastingsrecht = publiek recht
• Zie ook verder; belastingontwijking en -ontduiking
3. Geheven volgens wettelijke bepalingen goedgekeurd door bevoegde “Parlement”
• Democratische controle (legaliteitsbeginsel) (art. 170 GW) buffer tegen willekeur
van overheid
• Enkel belasting verschuldigd indien hiervoor een wettelijke basis bestaat (“no
taxation without representation”)
• Jaarlijkse toestemming tot heffen van belastingen (Financiewet) en doen van uitgaven
(Rijksmiddelenbegroting) (art. 171 GW)
• Fiscale “wetgeving”
• Diverse nationale rechtsbronnen: wet/decreet/prov. of gemeentereglement,
uitvoeringsbesluiten, administratieve rondzendbrieven
• Meer en meer impact van internationale en supranationale normen:
dubbelbelastingverdragen, EU-Verdragen, Europese Richtlijnen (vooral in BTW
maar ook steeds meer in directe belastingen)
4. Opgelegd op grond van band tussen rechtssubject en grondgebied: territorialiteit
Elke OH die in BE de BH heeft om belasting te heffen, kan dat maar doen tav personen
of feiten die een voldoende nauwe band vertonen met het territorium waarop de OH
haar gezag kan uitoefenen.
Voorbeelden: inwonerschap (inkomstenbelasting), inkomsten met Belgische bron
(belasting niet-inwoners), plaats belastbare handelingen in België (btw), laatste
woonplaats Vlaanderen (Vlaamse erfbelasting)enz.
5. Niet specifiek bestemd voor bepaalde uitgave: politiek discretionair
Gebruik voor diensten algemeen nut op iedere burger rust verplichting om belasting
te betalen ongeacht of hij daadwerkelijk gebruikmaakt van de openbare
goederen/diensten, dus afwezigheid aanwijsbare of individuele tegenprestatie
(belastingen kunnen voor om het even welke overheidsuitgave worden besteed, binnen
de marge van de begrotingswetten. Ze kunnen niet owrden voorbehouden om een
bepaalde uitgave te doen).
Zie verder: functies van belastingen
Andere verplichte bijdragen en heffingen (die geen belasting zijn)
• Sociale zekerheidsbijdragen (para-fiscale heffingen)
• Verplicht maar specifiek:
• Is ook verplicht, maar verschil met belasting: de overheidsinstellingen die de sociale
zekerheidsbijdragen ontvangen maken geen deel uit van de UM want ze kunnen zelf
2
, niet de rechtstitel tot stand brengen om de verschuldigde bijdragen in te vorderen
dagvaarding noodzakelijk
• Gesteund op het solidariteits-en het verzekeringsbeginsel (bijdrageplicht schept recht
op ontvangst voordelen) viseren specifieke aanwending (bepaalde uitgaven)
• Sociale zekerheidsbijdrage is dus geen belasting
• Niet betaald aan FOD Financiën maar aan parastatale instellingen belast met inning
ervan
• Algemene beginselen van belastingrecht (zie infra) zijn niet van toepassing
• Geen jaarlijkse wettelijke controle door parlement
• Inning door RSZ-instellingen: verschil tussen invordering SZ en belasting vervaagt. Sedert
2017 schept RSZ ook uitvoerbare titel (kohier) maar alleen nadat uitnodiging tot betaling
niet werd gehonoreerd
• Retributies (art. 173 Gw)
• Vergoeding voor specifieke tegenprestatie door overheid in rechtstreeks en onmiddellijk
persoonlijk belang begunstigde (geïndividualiseerde dienst)
• Is eigenlijk een eenzijdige, door de overheid vastgelegde prijs die je moet betalen om iets
te kunnen gebruiken
• Bv: viskeuringsrechten, haven- en kaaigelden voor gebruik haveninstallaties, tolgelden,…
• Beroep op dienst uit eigen belang (bijv. haven- en kaaigelden)
• Bedrag moet in ‘redelijke verhouding’ staan tot het belang van de verstrekte dienst
Indien niet het geval: belasting
• Gevolg: specifiek en niet verplicht
• Verhaalbelasting
• Verplichte heffing door overheid opgelegd n.a.v. specifieke prestatie die deze overheid
verricht
• Verschil met retributie is dat verhaalsbelasting in ieder geval verschuldigd is, ook wanneer
belastingplichtige er geen specifiek voordeel uit haalt of er geen beroep op doet
(onweerlegbaar vermoeden dat belastingsplichtige voordeel haalt uit overheidsprestatie)
• Verschil met gewone belasting: OH moet wel een aanwijsbare prestatie leveren, zonder
prestatie bestaat er geen grond om verhaalsbelasting op te leggen.
• Maar geen individueel beslissingsmoment voor de betaler ( retributie) dus niet
vermijdbaar
• Komt vaak voor in vorm van gemeentebelasting, Bijv. voor aanleg riolering
• Bestemmingsheffingen
• Verzamelbegrip voor overheidsheffingen ter dekking van specifieke overheidsuitgaven
• Bijv. SZ-bijdragen, verhaalbelastingen, “verwateringen” (accijns op tabak band met
financiering ziekteverzekering doorgeknipt),…
• Van bestemmingsheffing naar algemene belasting, vaak slechts een kleine stap
• Vaak wordt een heffing ingevoerd met de motivering een bestemmingsheffing te zijn,
maar omdat de bijzondere budgettaire oogmerken snel uit het oog worden verloren,
verwatert deze heffing dikwijls tot een algemene belasting.
• Bv: bijzondere accijns op tabak ingevoerd als een ‘gezondheidsbelasting’ voor de
bijkomende financiering van de ziekteverzekering. Deze werd echter na enkele
jaren alleen nog gehandhaafd om te voorzien in de algemene middelen van de
Schatkist
•
Andere belangrijke begrippen
• Directe indirecte belastingen
• Directe belasting: raakt een voortdurende toestand en wordt periodiek geïnd via aanslag
lastens diegene die zich in belastbare toestand bevindt
3
, • Bijv. personenbelasting, vennootschapsbelasting (en alle andere inkomstenbelastingen)
• Indirecte belasting: treft een voorbijgaand feit of rechtshandeling waarvan
belastingpsplichtige de actor is, en wordt afzonderlijk per transactie geïnd
• Bijv. erfbelasting, BTW, BIV, registratierecht op verkoop OG
• Afwentelbare niet-afwentelbare belastingen
• Niet-afwentelbaar: economisch gedragen door degene die de wet aanduidt als schuldenaar
(vb. erfbelasting, personenbelasting)
• Afwentelbaar: de wettelijke schuldenaar wentelt de kost economisch af
(geheel/gedeeltelijk) op een derde (accijnzen, douanerechten; onroerende voorheffing bij
handelshuur)
• Juridische dubbele belasting economische dubbele belasting
• Juridische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (bijv. inkomen, vermogen) wordt in
hoofde van dezelfde persoon tweemaal aan dezelfde belasting onderworpen in het zelfde
tijdperk
• Doet zich vooral voor bij grensoverschrijdende investeringen/activiteiten
• Economische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (bijv. inkomen, vermogen) wordt
in hoofde van twee verschillende personen tweemaal aan belasting onderworpen in het
zelfde tijdperk
• Bijv. dividenduitkering, betaling van een vergoeding voor diensten die niet-aftrekbaar is
bij de betaler maar toch belastbaar is bij de genieter
Functies van de belastingen
• Financiële functie:
• Opbrengsten Rijksbelastingen (thans federaal + regionaal)
• Waar gaat het belastinggeld naartoe? Volgende slide
• Daarvan : directe belastingen 55% indirecte belastingen 45%
• Maar fiscaliteit mag de economische effecten niet schaden
• Werkloosheidsval: oppassen dat door de (para) fiscale heffingen een werkloze na de
heffingen niet minder loon overhoudt dan zonder te werken
• Promotieval: oppassen dat de progressieve tarieven per schijf niet leiden tot een
lager netto-inkomen dan zonder de opslag
• Sociale functie
• Herverdeling van inkomen en vermogen
• Progressiviteit van personenbelasting en erfbelasting = draagkrachtbeginsel
• Inkomstenbelasting: houdt rekening met familiale toestand (gezin, personen ten laste;
handicaps etc.)
• BTW op voeding, medicijnen, gas en elektriciteit 6% ipv 21%
• Gedragsturende functie (belasting als beleidsinstrument)
• Corrigeren van externe effecten: dwz de positieve of negatieve invloeden van de
productie/consumptie van goederen en diensten op de welvaart van anderen die niet tot
uiting komen in de marktprijzen
• Positieve effecten stimuleren (bijzondere vrijstellingen, aftrekken, verminderingen etc.) om
sparen/beleggen, klimaat-en milieuvriendelijke investeringen, R&D, tewerkstelling etc. aan
te moedigen
• Negatieve effecten ontraden (“de vervuiler betaalt”-principe van milieuheffingen,
“producent betaalt”-principe bij schadelijke productie )
• Hoge accijns op tabak, accijns op diesel hoger dan op benzine; de nieuw
ingevoerde passagierstaks op vliegreizen
• Die functies zijn prima facie niet allemaal met elkaar verzoenbaar en politieke families geven er
elk een verschillend gewicht aan
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guylenesomers1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.47. You're not tied to anything after your purchase.