100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sv stofwisseling en hormonen 2024 $21.45   Add to cart

Summary

Samenvatting sv stofwisseling en hormonen 2024

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van alle lessen van stofwisseling en hormonen (uitgezonderd voedingsleer), uitgelegd in eigen woorden en extra notities zodat de complexe leerstof van dit vak makkelijker te verstaan is. Op het einde van het document zit ook een grote tabel met een overzicht van de verschillende in...

[Show more]

Preview 4 out of 59  pages

  • May 24, 2024
  • 59
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
1



H1: fysiologie van de endocriene pancreas
PANCREAS ALGEMEN
Pancreas bestaat uit een exocrien (spijsvertering) en een endocrien deel (eilandjes van langerhans)

Eilandjes van Langerhans
- 1-1,5% van de pancreas massa
- elk eilandje bevat 2500 cellen, bestaande uit 4 types
o 60-75% β-cellen  produceren insuline en amyline
o 20-25% α-cellen  glucagon
o 4% δ-cellen somatostatine
o 2% PP- of F-cellen pancreatic polypeptide
- Communicatie tussen cellen:
o Bloedvoorziening gaat van centraal naar perifeer
 Hormoonsecretie thv het centrum beïnvloeden dus de secretie in de
periferie (Centrum = β-cellen, periferie = al de rest)
 Insuline remt de secretie van glucagon
 Glucagon stimuleert de secretie van insuline
o Neuraal via OS en PS
 Cholinerge/PS stymuleert secretie van insuline
o Cel-cel communicatie via gap- en tight-junctions


INSULINE
Biosynthese
- Gen op chromosoom 11 → mRNA → preproinsuline → proinsuline in het RER
→ naar golgi apparaat:
o Pro-insuline wordt in secretoire granules gestoken gen gesplitst door protease
o Pro-insuline → C-peptide + insuline (bestaat uit 2 α- en 2 β-ketens)
→ secretie in portale circulatie → 60% first pass effect in lever → 40% naar doelwitorganen
o Insuline wordt dus via de lever gemetaboliseerd
o C-peptide wordt geklaard thv de nieren

C peptide
- = connecting peptide
- Wordt gebruikt als merker voor de endogene insulineproductie
- Diabetes type 1? → geen insuline productie → geen C-peptide
- Diabetes type 2? → relatief insuline tekort → wel C-peptide



Secretie pathways
°Krebscylcus, Ca-calmoduline, proteïne kinase B pathway

Via glucose, AZ, ketonzuren, VVZ, fructose (alles wat ATP geeft via de krebscyclus)

1) β-cel neemt glucose op via GLUT2-transporters (gefaciliteerde diffusie)
2) Glycolyse naar pyruvaat  krebs  protonengradiënt dus ATP
3) Stijging ATP doet de KATP-kanalen sluiten  depolarisatie (geen K-efflux)
4) Voltage gated Ca kanalen openen  Ca influx  Ca release uit ER

, 2


5) Ca stijging dus insuline vrijstelling uit secretoire granules

°Adenylaat cyclase, cAMP, proteine kinase A pathway

Via glucagon, β-adrenerge agonisten, secretine en incretines (GLP-1 en GIP)

1) … bindt op G-gekoppeld proteïne  activatie adenylaat cyclase
2) ATP wordt cAMP  Proteïne kinase A geactiveerd
3) Secretoire granules vrijgezet


Via fosfolipase C, IP3, DAG, proteïne kinase C pathway

Via cholecystokinine (CKK) of acetylcholine (ACh)

1) … bindt op G-gekoppeld proteïne  Activatie van fosfolipase C geactiveerd
2) Fosfolipase C zorgt voor activatie van IP3 en DAG
3) IP3 zorgt voor Ca release  excretie insuline
4) DAG zorgt voor de activatie van PKC


°inhibitie van de secretie door

- Inhibine
- α-adrenerge stimulatie (bv. noradrenaline)


FPIR en SPIR
- FPIR = First phase insuline response
o = secretie van insuline dat al aanwezig is
o FPIR is niet aanwezig bij diabetes type 1 en 2
- SPIR = Second phase insuline response
o = extra insuline aanmaken
o Is niet aanwezig bij diabetes type 1 (geen insuline productie)

Incretines
- Binden op β- cellen en verhogen de insulinesecretie
o Kan als medicatie gebruikt worden: enkel een effect bij diabetes type 2
- GLP-1 receptor agonist (bv. Ozempic)
o Bij een normale glucoseconcentratie
 Weinig effect, GLP-1 gaat de insuline secretie slechts licht verhogen
o Bij een hyperglycemie
 Verhogen sterk de insulinevrijstelling
o Insulinevrijstelling is dus afhankelijk van de glycemie  geen risico op hypoglycemie!
- Sulfonylurea (bv uni diamicron)
o Bind op membraanreceptor waardoor de K kanalen sluiten
o  cel depolariseert  VGCC gaan open  Ca instroom
o Veel Ca in de cel?  Insulinesecretie
o Insulinevrijstelling is dus onafhankelijk van de glycemie  risico op hypoglycemie!
- Incretine effect
o Orale opname van glucose leidt tot een hogere insulinevrijstelling dan IV-glucose
o Komt door vrijstelling van incretines, die voor 60% van de insulinevrijstelling zorgen

, 3




Werking van insuline
°insuline receptor

- Bestaat uit 2 α-units en 2 transmembranaire β-units
- Slechts 5% van de receptoren dienen bezet te zijn door insuline voor maximaal effect
- Insuline bindt thv receptor  tyrosine kinase geactiveerd
 fosforylering van intrasystolische eiwitten Insuline receptor substraat (IRS) 1-4
o IRS zorgt dat het effect van insuline tot uiting kan komen
o Bij chronische stimulatie van de insulinereceptor krijg je een downregulatie van de
receptoren (bv bij diabetes type 2)
- IRS pathways
o Metabole effecten
 ↑ glycoheensynthese en oxidatie
 ↑ eiwitsynthese en ↓ proteolyse
 ↑ triglyceriden synthese en ↓ lipolyse
o Groeibevorderend effect: meer genexpressie en groei

°insuline acties

- Thv de lever:
o Lever neemt glucose op via GLUT2 (niet insuline-gevoelige glucose opname)
o Stimuleert: glycogeensynthese, glycolyse, lipogenese, eiwitsynthese
 Glycolyse = glucose afbraak
o Inhibeert: glycogenolyse, gluconeogenese, lipolyse, proteolyse, ketogenese
 Ketonlichamen: β-hydroxyboterzuur, acetoacetaat (20-25%), aceton
worden geproduceerd in katabole toestand als voedsel voor de hersenen
 Insuline is dus anti-ketogeen
- Thv de spiercel
o Stimuleert:
 opregulatie GLUT4 (zo kan glucose in spiercel)
 Glycogeensynthese, glycolyse, eiwitsynthese en de opslag van triglyceriden
o Inhibeert: proteolyse, glycogenolyses
- Thv de adipocyte
o Stimuleert
 Upregulatie van GLUT4-transporters
 Glycolyse richting α-glycerol fosfaat (glycerol nodig voor lipogenese)
 Synthese van LPL: α-glycerol fosfaat + vrije vetzuren → triglyceriden (=FFA)
 Lipogenese: FFA + glycerol → triglyceriden
o Inhibeert lipolyse
o Geen glycogeensynthese in de adipocyt!!!
- Overige acties
o Groei
o K van EC naar IC
o Anti-inflammatoir
o Beschermd endotheelfunctie
o Verminderd oxidatieve stress

, 4




Lichaamsbeweging werkt ook glucose verlagend (positief bij diabetes)

Bij vasten: insuline ↓, glucagon ↑ → insuline/glucagon ratio ↓ (< 2)
- ↑ glycogenolyse (in lever)
- ↑ gluconeogenese (als glycogeen op is)
- ↑ lipolyse
o glycerol (voor gluconeogenese)
o vrije vetzuren worden omgezet tot ketozuren
- ↓ glucoseverbruik door spieren



GLUCAGON
Algemeen
- Secretie door alfa-cellen in eilandjes van Langerhans (20-25%)
- Voornaamste stimulus: aminozuren (komen vrij bij spierafbraak
- Belangrijkste doelweefsel: lever

Biosynthese
- Gen op chromosoom 2 codeert voor mRNA  preproglucagon  proglucagon
- Proglucagon wordt in 2 delen gesplitst
o Deel 1 = glucagon, door protease in de α-cellen
o Deel 2 = glicentine, GLP1 en GLP2
 Door protease in neuroendocriene cellen thv L cellen in het ileum en colon
- Opslag in secretoire granules

Acties glucagon
- Stimuleert: glycogenolyse, gluconeogenese, lipolyse, ketogenese, proteolyse
o Ketogenese gebeurt uit VVZ door de lipolyse
- Inhibeert: glycogeensynthese, glycolyse



SOMATOSTATINE
Algemeen
- = Hormoon dat de vrijstelling van andere hormonen inhibeert
- Wordt aangemaakt in
o δ-cellen in eilandjes van Langerhans
o D-cellen GI-tractus, hypothalamus, CZS
- Inhibeert: GH, insuline, glucagon, gastrine, VIP en TSH
o Hoe: door inhibitie adenylaat cyclase  daling cAMP
- Kan gebruikt worden bij de behandeling van een VIPoom en gastrinoom

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oscarvanoostveldt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $21.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$21.45
  • (0)
  Add to cart