Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
HBO Verpleegkunde
AFP1
All documents for this subject (3)
1
review
By: daniqueweijtens • 5 year ago
Seller
Follow
ambertimmermans
Reviews received
Content preview
AFP periode 1: Cellen en
bloedvoorziening.
Lessen:
Les 1: Kennismaken met klinisch redeneren.
Les 2: Basis parameters.
Les 3: Cel- en weefselleer.
Les 4: Cel- en weefselleer en Weefseltypen.
Les 5: Basis parameters.
Les 6: Vakblad opdracht.
Les 7: Bloed samenstelling.
Les 8: Bloed pathologie.
Les 9: Cardiovasculair systeem.
Les 10: Elektrofysiologie van het hart.
Les 11: Zuurstofbalans myocard.
Les 12: Hypertensie.
Les 13: Hartfalen.
Les 14: Standaarden en classificaties hartfalen.
Les 15: Vakblad opdracht.
Les 16: Vakblad opdracht.
Hoofddoelen:
Benoemt de definitie, principes en (brede) opvatting van evidence based nursing practice
(EBNP).
Maakt gebruik van verschillende digitale kennisbronnen.
Legt de cel- en weefselleer, de bloedcirculatie en het lymfesysteem uit.
Past de principes van klinisch redeneren toe op een specifieke casus.
Ondersteunt (met inachtneming van autonomie) de zorgvrager bij de ADL en observeert en
rapporteert de vitale functies.
,Les 1: Kennis maken met klinisch redeneren.
Leerdoelen:
1. Verwoordt welke deelvaardigheden nodig zijn voor een verantwoorde klinische redenatie.
2. Laat zien welke leermiddelen mogelijk gebruikt kunnen worden binnen de lessen AFP.
3. Benoemt de relatie tussen klinisch redeneren en methodisch handelen.
4. Is zich bewust van de relatie tussen kennis van biomedisch domein en het klinische
besluitvormingsproces.
1. Verwoordt welke deelvaardigheden nodig zijn voor een verantwoorde
klinische redenatie.
- Analyseren: De redeneervaardigheid analyseren heeft 2 betekenissen.
Enerzijds gaat het om de betekenis van het inzien van ervaringen, meningen, situaties,
gegevens, gebeurtenissen, regels, procedures en criteria.
Anderzijds gaat het om het doorzien en onderkennen van actuele of mogelijke relaties,
tussen uitspraken, vragen, concepten, beschrijvingen of gepresenteerde overtuigingen,
ervaringen, redenen, informatiebronnen en opinies.
- Evalueren: De redeneervaardigheid evalueren heeft 2 betekenissen.
Enerzijds gaat het om de geloofwaardigheid te kunnen bepalen van stellingen, meningen,
ervaringen, overtuigingen en het kunnen vaststellen van de verbanden tussen deze
meningen, ervaringen, overtuigingen, oordelen, enzovoorts.
Anderzijds de vaardigheid om op procedures en resultaten te kunnen reflecteren, deze te
beoordelen en hiervoor overtuigende argumenten te kunnen leveren.
- Concluderen: Dit gaat voornamelijk over het toetsen van hypotheses, het kunnen overwegen
welke informatie relevant is en de consequenties kunnen overzien van gegevens, bewijs,
oordelen, overtuigen en beschrijvingen. Daarbij gaat het om het kunnen wegen van vragen
en argumenten die gebruikt worden bij het vergaren van voldoende bewijs om een conclusie
te kunnen trekken.
- Deductieve vaardigheden: Deductief redeneren omvat het redeneren vanuit een
generalistische aanname naar een specifieke conclusie om, op basis van redenering en meer
theoretische paradigma’s tot een conclusie kunnen komen. De premissen
(aannamen/veronderstellingen) moeten waar worden gehouden om een conclusie te kunnen
trekken die waar is. Een deductieve redenering kenmerkt zich door het feit dat het mogelijk
is dat de conclusie (bijvoorbeeld de juiste verpleegkundige diagnose) door de redenering
wordt gegarandeerd.
- Inductieve vaardigheden: Met inductieve vaardigheden wordt bedoeld: Het op basis van een
eindig aantal waarnemingen in staat zijn tot een generalisatie te komen die meer of minder
waarschijnlijk is. De premissen zijn wellicht waar, maar hoeven niet waar te zijn om tot een
conclusie te komen die kloppend is. Dit is afhankelijk van het aantal en de kwaliteiten van de
argumenten die hieraan ten grondslag liggen.
- Naast deze 5 vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen klinische redeneren heb je ook
deze karaktereigenschappen en redeneervaardigheden nodig over kritisch denken.
Zoeken naar de waarheid: De beste kennis in een gegeven context zoeken.
Tolerant zijn: Open en tolerant zijn ten opzicht van verschillende argumenten en
opstellingen.
, Analytisch zijn: Anticiperen op bepaalde resultaten of consequenties, daarbij rekening
houdend met mogelijke problematische situaties.
Systematisch werken: De situatie op een geordende en correcte wijze in kaart brengen,
zowel in lineaire als in niet-lineaire probleemsituaties, door te zoeken naar relevante
informatie.
Zelfvertrouwen hebben: Het maken van goede afwegingen en keuzes, en geloven in het
eigen redeneerproces.
Nieuwsgierig zijn: Goed geïnformeerd en leergierig zijn; willen weten hoe dingen werken en
in elkaar zitten.
- Afgewogen kunnen oordelen: Oordelen op basis van kennis en kennistheoretische
standaarden, in situaties waarin problemen niet goed te structuren zijn, en reflecteren op
het eigen redeneerproces.
3. Benoemt de relatie tussen klinisch redeneren en methodisch handelen.
Methodisch handelen: Methodisch handelen is het handelen volgens een vaste, weldoordachte
manier om daarbij op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze het doel te bereiken dat men voor
ogen heeft of dat nagestreefd moet worden. Het methodisch handelen is een proces dat zowel het
handelen als het denken omvat. Wanneer er gesproken wordt van verpleegkundig redeneren hebben
we het over het denkproces.
Methodisch handelen heb je nodig om goed te kunnen klinisch redeneren.
Methodisch handelen:
Start verpleegrelatie
Anamnese Verzamelen
Verifiëren
Ordenen
Vastleggen
Diagnose Interpreteren
Verifiëren
Labelen
Vastleggen
Resultaten Doelen Proces
Prioritering Evaluati Product Einde verpleegrelatie
Afstemming e Verpleegplan bijstellen
Planning Standaard
verpleegplan
Individueel
verpleegplan
Interventies
Uitvoering Zelf uitvoeren
Delegeren
Mondelingen
overdracht
Vastleggen
, 4. Is zich bewust van de relatie tussen kennis van biomedisch domein en het
klinische besluitvormingsproces.
Symptomen Zie dit als de piramide
Ethologie Diagnose (PES/NANDA)
Probleem
Doelen stellen
Interventies Therapie (NIC(interventies)/NOC(evaluatie))
Evaluatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambertimmermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.