Kern A/C periode 1: De zorgvrager en
de verpleegkundige.
Lessen:
- Les 1A: Kennismaken met gezondheid.
- Les 1C: Evident… of niet?
- Les 2A: Leefstijlfactoren en zwangerschap.
- Les 2C: Voortplanting, wereldwijd.
- Les 3A: Zuigeling t/m kleuter.
- Les 3C: Zuigeling t/m kleuter.
- Les 4A: Het schoolkind.
- Les 4C: Het schoolkind.
- Les 5A: Adolescent.
- Les 5C: Adolescent.
- Les 6A: Volwassene.
- Les 6C: Stress, positive health predicictors en BIG.
- Les 7A: Kwetsbare ouderen en infectiegevaar.
- Les 7C: Eenzaam en afhankelijk.
- Les 8A: Verzorgingsstaat en kwaliteit van leven.
- Les 8C: Einde.
Hoofddoelen:
1. Beschrijft de CanMEDSrollen en hoe deze rollen in de diverse werkvelden tot uiting komen.
2. Beschrijft de stappen van het verpleegkundig proces en kan de anamnesefase toepassen op
een fictieve casus.
3. Benoemt de definitie, principes en (brede) opvatting van evidence based nursing practice
(ebnp).
4. Legt uit wat het begrip positieve gezondheid inhoudt en wat dit betekent voor het
verpleegkundig beroep.
5. Onderscheidt de functie-inhouden en deskundigheidsniveaus van het beroepenhuis.
6. Brengt de zorgvrager, diens naasten en sociale netwerk in kaart.
7. Herkent de overeenkomsten en verschillen op het gebied van religie en cultuur.
8. Benoemt basisprincipes en uitgangspunten van palliatieve zorg.
9. Beschrijft in eigen woorden de beroepscode, WMO, BIG, WGBO en tuchtrecht.
,Les 1A: Kennismaken met gezondheid.
Leerdoelen:
1. Beschrijft de eigen vooronderstellingen, waarden en opvattingen ten aanzien van gezondheid
en zorgverlening.
2. Geeft in eigen woorden weer wat er verstaan wordt onder de begrippen holistische zorg,
zelfmanagement en zelfredzaamheid.
3. Legt in eigen woorden de begrippen levensfasen van de mens en de zes pijlers van positieve
gezondheid uit en legt hier een relatie tussen.
1. Beschrijft de eigen vooronderstellingen, waarden en opvattingen ten
aanzien van gezondheid en zorgverlening.
- Gezondheid is een heel breed begrip en het draait niet alleen om fysieke en mentale
gezondheid.
- De zorgverlening draait vooral om de patiënt en niet altijd om wat het beste is in het
algemeen.
2. Geeft in eigen woorden weer wat er verstaan wordt onder de
begrippen holistische zorg, zelfmanagement en zelfredzaamheid.
Holistische zorg:
Zorg die zich richt op de mens in zijn totaliteit. Biologische, psychologische en sociale componenten
horen bij elkaar, zijn niet afzonderlijk van elkaar te zien. Volgens de holistische theorie bestudeert de
verpleegkunde de mens als geheel. De gezondheid wordt bevordert wanneer het ritme van de mens
en de omgeving op elkaar zijn afgestemd. De verpleegkundige interventie zal zich dan ook richten om
deze beide ritmes goed op elkaar af te stemmen. Bij de holistische zorg staat dus de patiënt centraal
en niet de gezondheid.
Zelfmanagement:
Zelfmanagement binnen de zorg heeft betrekking op activiteiten die de patiënt op zich neemt, maar
die traditioneel door professionele zorgverleners worden uitgevoerd. Het gaat om het zelf uitvoeren
van en regie houden op activiteiten die tot doel hebben eigen gezondheid en welzijn te
maximaliseren. Hierbij zijn gezamenlijke besluitvorming en patiënt empowerment ondersteunend.
De definitie volgens Wagner is: Het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen, de
behandeling, lichamelijke en sociale consequenties van de chronische aandoening en daarbij de
behorende aanpassingen in leefstijl, zodat men in staat is om zelf de eigen gezondheidstoestand te
monitoren en de cognitieve, gedragsmatige en emotionele reacties te vertonen die bijdragen aan een
bevredigende kwaliteit van leven.
Een belangrijk onderdeel van zelfmanagement is dat de patiënt zelf een rol heeft in de behandeling.
Verpleegkundige zijn er om te ondersteunen, maar de patiënt bepaald wat hij wil doen en wat niet.
Zelfredzaamheid:
In de Wmo wordt zelfredzaamheid als volgt gedefinieerd: “het lichamelijke, verstandelijke,
geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale
maatschappelijke verkeer mogelijk maken”. De Boer en Van der Lans definiëren zelfredzaamheid als
het met zo min mogelijk overheidssteun een zelfstandig leven kunnen leiden.
,Het begrip ‘zelfredzaamheid’ wordt in de Wmo in een dubbele betekenis gebruikt:
1. Alleen mensen die zonder compenserende voorzieningen mee kunnen doen in de
samenleving zijn zelfredzaam. Mensen die dit niet kunnen zijn verminderd zelfredzaam en
hebben daarom recht op compenserende voorzieningen.
2. Ook mensen die compenserende voorzieningen nodig hebben om mee te kunnen doen zijn
zelfredzaam. Met de compenserende voorzieningen worden deze mensen zelfredzaam;
zelfredzaamheid is het doel van de compenserende voorzieningen.
3. Legt in eigen woorden de begrippen levensfasen van de mens en de
zes pijlers van positieve gezondheid uit en legt hier een relatie tussen.
Levensfasen van de mens: Er zijn acht levensfases in je leven, namelijk:
Iedere fase in de psychosociale ontwikkeling van de mens wordt gekenmerkt door een conflict. Dit
conflict moet op positieve wijze opgelost worden voordat het individu kan doorgaan naar de
volgende fase. Conflict staat voor een levenstaak die een persoon moet volbrengen eer hij toe is aan
de volgende taak. Elke fase bestaat uit twee tegenpolen (tegenstellingen) die in het gunstige geval
uitmonden in een 'deugd' of 'vitale sterkte'. In het ongunstige geval stagneert de
persoonlijkheidsontwikkeling, waarbij de persoon in de fase blijft steken, het conflict wordt niet
uitgewerkt. Er zijn acht levensfases in je leven, namelijk:
Fase: Leeftijd Levenstaak Deugd.
- Zuigelingenfase: Geboorte tot 18 maanden Vertrouwen versus fundamenteel wantrouwen
hoop.
- Peuterleeftijd: 18 maanden tot 3 jaar Autonomie versus schaamte en twijfel Wil
- Kleuterleeftijd: 3 tot 5 jaar Initiatief versus schuldgevoel Doelgerichtheid.
- Basisschoolleeftijd: 6 tot 12 jaar Vlijt versus minderwaardigheid Competentie.
- Adolescentie: 12 tot 18 jaar Identiteit versus identiteitsverwarring Trouw.
- Vroege volwassenheid: 18 tot 35 jaar Intimiteit versus isolement Liefde.
- Middelbare volwassenheid: 35 tot 55-65 jaar Generativiteit versus stagnatie Zorg.
- Late volwassenheid: 55-65 tot de dood Ego-integriteit versus wanhoop Wijsheid.
De 6 pijlers van positieve gezondheid:
Machteld Huber introduceerde het concept positieve gezondheid in Nederland in 2012. In dit
concept wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het
vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en
zoveel mogelijk eigen regie te voeren. In deze visie is gezondheid niet langer meer strikt het domein
van de zorgprofessionals, maar van ons allemaal. Het gaat immers om het vermogen om met
veranderende omstandigheden om te kunnen gaan. Daarmee biedt dit nieuwe gezondheidsconcept
een alternatief voor de definitie van de World Health Organisation (WHO). Huber onderscheidt in
haar concept zes gezondheidsdimensies om het ‘gezondheidswelzijn’ te meten:
- Lichaamsfuncties: Medische feiten, medische waarnemingen, fysiek functioneren, klachten
en pijn, energie.
, - Mentale functies en -beleving: Cognitief functioneren, emotionele toestand,
eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie,
veerkracht.
- Spiritueel/existentiële dimensie: Zingeving/meaningfulness, doelen/idealen nastreven,
toekomstperspectief, acceptatie.
- Kwaliteit van leven: Kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren
gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans.
- Sociaal maatschappelijke participatie: Sociale en communicatieve vaardigheden,
betekenisvolle relaties, sociale contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke
betrokkenheid, betekenisvol werk.
- Dagelijks functioneren: Basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele
ADL, werkvermogen, health literacy.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambertimmermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.