, Podocyten
Podocyten werken als spinnenkoppen die met hun poten over
de glomeruli liggen met er tussen gaten
Glomerulaire filtratie
Nier belangrijk in waterhuishouding: meeste
water zit in een cel.
Water innemen (1,0-1,5 L/d) → Extracellulair compartment (15/)
Water intake and
Intracellulair compartment (27L) water of cellular metabolism (350-500 mL/d) distribution
Fixed water variable water excretion
• Stool
• Sweat Water excretion
• Pulmonary
Total insensible losses Total urine output
• elke nier = tot 1 miljoen nefronen
– afferente + efferente arteriole
– glomerulus = ultrafiltratie van het bloed = 120 ml/min.
– tubuli = resorptie en secretie
– prox. tubuli = 60 tot 90 % absorptie van H20 + Na+
– verzamelbuisjes = concentratie
2
, Tubuli
• VOORURINE
• Proximale tubulus
– Reabsorptie van Na+ , glucose en aminozuren (H2O volgt)
– Secretie van toxines
• Lis van Henle
– NaCl/ureum concentratiegradiënt: hypertonicitieit in niermerg
• Haarspeld organisatie
• ‘counter current flow’
• Descenderende lis: actief NaCl transport vanuit urine
• Ascenderende lis: relatief impermeabel voor H2O
• Distale tubulus
– Ionentransport & zuurbasenevenwicht
• Verzamelbuisje
– Waterreabsorptie en urineconcentratie
– EINDURINE:
– weinig water, geen glucose of aminozuren; overvloedig ureum, toxines, en excess ionen
Mechanismen van homeostase thv. de nier
• Renine - angiotensine - aldosterone
• ADH = vasopressine
• Prostaglandines
• Na+ - K+ uitwisseling
• HCO3- resorptie, H+ en NH4+ excretie
• 1' hydroxylatie van Vit D
• Secretie van erythropoëtine
Juxtaglomerulair apparaat
• Verminderde renale perfusie of verminderde urineflow
• Productie van renine
Vocht en zouthuishouding:
• te weinig vocht: juxtaglomerular preparaat renine produceren
→ renine: angiotensinogeen omzetten in angiotensine 1 → angiotensine 1 omzetten naar angiotensine 2 door
angiotensineconverting enzyme (krachtig) → vasoconstructie → bloeddruk stijgt.
→ renine: aldosteron stimuleren door angiotensine 2
→ renine: drinken: zoutwatergehalte stijgt → bloeddruk stijgt
Diagnose van nierafwijkingen
- urineonderzoek
o microscopie: WBC, RBC, cylinders (RBC + WBC + HgB), kristallen
o chemisch onderzoek: eiwit, suiker, pH, ketonen, electrolyten
o bloedonderzoek: creatinine (=belangrijk bij spierafbraak), ureum, urinezuur, elektrolyten
o morfologische testen: echo, intraveneuze pyelografie, CT, KST, isotopentechnieken, arteriografie
o biopsie
3
, Hematurie
= bloed in urine (kan enkel in het labo vastgesteld worden als het microscopische urine is, macroscopische soort
bestaat ook) →kan via dipstick onderzocht worden (meten hemoglobine, heem → heem + → dan kan het gaan
over RBC, om zeker te zijn moet het ook nog eens onder de microscoop bekeken worden)
Sommige medicijnen kunnen zorgen voor hele donkere urine (oranje) bv. rifampicine
Spierafbraak kan ook voor kleurverandering zorgen
RBC kunnen er normaal uitzien → niet isomorf
Verschil tussen 2 foto’s?
• RBC die afkomstig zijn van urinewegen (A):
Nierfunctieparameters
• Creatinine: spierafbraakproduct
– Acute nierinsufficiëntie: Serumcreatinine met ± 1 mg/dl per dag
– Creatinineklaring ~ GFR
• Ureum: afbraakproduct van eiwitten
• Urinezuur: afbraakproduct van nucleïnezuren
Klaring (clearance)
= de hoeveelheid plasma die door de nieren per tijdseenheid volledig van de onderzochte stof wordt ontdaan
= U (gehalte in urine) x V (urinevolume) /P (plasmagehalte)
Glomerular filtration rate
• GFR = index van nierfunctie
• Berekening van de creatinine clearance = maat van GFR
• Creatinine: degradatie van creatine (98% in spieren)
• Enkel glomerulair gesecreteerd + niet tubulair geabsorbeerd
• CrCl = hoeveelheid plasma van waaruit per tijdseenheid creatinine gefilterd wordt = UCr X Vol / PCr (in ml/min)
• Tubulaire secretie van creatinine, bij dalende GFR: creatinineklaring overschat reële GFR
Echografie
Intraveneuze urografie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lorejansens123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.