Causaliteit
1. Formuleer de rechtsvraag: Is er sprake van een causaal verband tussen gedraging X
en gevolg Y? De heersende leer is de leer van de redelijke toerekening inzake
causaliteit sinds HR Letale longembolie. Dit houdt in dat het gevolg redelijkerwijs
moet zijn toe te rekenen aan verdachte.
2. Is er sprake van een conditio sine qua non verband? (Dit is de ondergrens)
a. Ja? Ga naar stap 3
b. Nee of twijfel? Ga naar stap 4 en 5
3. Er is een csqn:
a. Was het gevolg ingetreden bij het wegblijven van de handeling van
verdachte? 3 gezichtspunten:
i. Aard van de gedraging: is de gedraging naar aard geschikt om het
gevolg te doen intreden dan wel de kans daarop in significante mate
te verhogen?
ii. Opzet/schuld verband: met welk type delict heb je te maken?
iii. Oude causaliteitsleren: voorzienbaarheid van het gevolg
b. csqn is duidelijk maar tussenkomende factoren zorgen voor onduidelijkheid
over het causale verband. Kies bijpassende jurisprudentie:
i. medische fout → HR Aortaperforatie
ii. medische complicatie → HR Letale longembolie
iii. eigen invloed slachtoffer → HR Dwarslaesie
4. Er is geen csqn of er is twijfel over
a. Er zijn 2 gevallen waarin het (mogelijk) ontbreken van een csqn de redelijke
toerekening niet in de weg staat
i. Een breuk in de keten van gebeurtenissen → HR Shaken baby
1. Heeft het nalaten de kans op het intreden van het gevolg
verhoogd?
2. Er moet sprake zijn van een zorgplicht.
ii. Alternatieve causaliteit → HR Groninger HIV
1. Kan de gedraging van de verdachte een onmisbare schakel
hebben gevormd in de keten van gebeurtenissen?
2. Is het aannemelijk dat het gevolg met aanzienlijke mate van
waarschijnlijkheid door de verdachte is veroorzaakt?
Gedraging moet naar haar aard geschikt zijn
Het is aannemelijk dat de andere oorzaak
hoogstwaarschijnlijk niet tot het gevolg heeft geleid
5. Let op: Na het juridische kader van het Shaken baby en Groninger HIV-arrest moet er
ook aan het toetsingskader van de redelijke toerekening worden getoetst (zie 3a)
6. Conclusie: er is sprake/geen sprake van causaal verband op basis van de leer van de
redelijke toerekening
, WEEK 3
Opzet
1. Wat is de rechtsvraag? Om welke gradatie van opzet gaat het:
a. Zuiver/vol opzet: de wil is primair gericht op plegen van het strafbare feit
b. Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn: het gevolg treedt met 100% kans in
c. Voorwaardelijk opzet (ondergrens van opzet): bewust de aanmerkelijke kans
op een bepaald gevolg aanvaarden --> 3 criteria:
2. Componenten van voorwaardelijk opzet nalopen:
a. Is sprake van een aanmerkelijke kans op het gevolg? Dit kader volgt uit HR
aanmerkelijke kans en HR HIV. Kader uit HR Aanmerkelijke kans --> r.o. 3.6:
i. Kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk te achten is
HR Aanmerkelijke kans: “een reële, niet onwaarschijnlijke
mogelijkheid”
ii. Omstandigheden van het geval
Aard van de gedraging
De omstandigheden waaronder die gedraging is verricht
b. Bewustzijn (weten) (op tentamen opschrijven: dus hij wist het ook dat er een
aanmerkelijke kans was, en niet: hij had het kunnen weten, anders is het geen
bewustzijn/willen):
i. Verklaring van de verdachte
ii. Gemiddelde derde
c. Aanvaarding (willen)
i. Verklaring verdachte & getuigen (HR Enkhuizer doodslag: verdachte
zei dat hij koste wat het kost wilde ontkomen aan de politie)
ii. Feitelijke omstandigheden
Aard van de gedraging/ omstandigheden
De uiterlijke verschijningsvormen (HR HIV I), dit is behoudens
contra-indicaties (HR Porsche)
Voorbedachte raad
Voorbedachte raad is een strafverzwarend bestanddeel. Kader volgt uit HR Voorbedachte
raad II:
1. Voorgaande daad en voldoende tijd om na te denken over de gevolgen van het
besluit (objectieve element)
2. Zijn er contra-indicaties? (subjectieve element)
a. Hevige drift
b. Korte tijdsspanne
c. Gelegenheid tot beraad vindt plaats tijdens de uitvoering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Saar2341. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.
