100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Open vragen cel-en weefselleer: transport $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Open vragen cel-en weefselleer: transport

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de open vragen voor het examen van Cel-en weefselleer van de huisdieren: transport. Vragen zijn van academiejaar !

Preview 2 out of 11  pages

  • May 25, 2024
  • 11
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
ALGEMENE CEL EN WEEFSELLEER: OPEN THEORIEVRAGEN


TRANSPORT


Bespreek de samenstelling van bloed, inclusief de verschillende celtypen.

Bloed bestaat uit:
1) Amorfde matrix = bloedplasma
- Bloedplasma = waterige oplossing, bestaat uit
1. Anorganische zouten
2. Organische stoffen = aminozuren, vitaminen, hormonen, glucose…
 Glucose = component om bloed van nodige voedingsstoffen etc te voorzien
3. Plasma-eiwitten
 Albuminen = grote moleculen  gaan zorgen dat colloïd osmotische druk van bloed op
peil wordt gehouden
 Fibrinogeen = eiwit  wanneer eiwit geaciveerd wordt, zal het fibrine worden  fibrine
vormt vezels  vezels belangrijk voor de stolling
 Globulinen = eiwitten die niet oplosbaar zijn te binden zodat ze toch door bloed kunnen
worden vervoerd (alfa en beta globulinen)

2) Vezels = eiwit fibrinogeen  wanneer fibrinogeen geactiveerd wordt, zal het fibrine worden  fibrine
vormt vezels = belangrijk voor stolling

3) Cellen
1. Erythrocyten = rode bloedcellen  middelgroot
- Meest voorkomende cellen in het bloed
- Levensduur speciesafhankelijk
- Zorgen dat O2 wordt getransporteerd naar perifere weefsels en cellen
 Ook belangrijk dat afvalstoffen mee getransporteerd worden naar de longen
 Component belangrijk hiervoor = hemoglobine  rode bloedcel volledig gevuld hiermee
- Kern ontbreekt volledig = zo veel mogelijk hemoglobine vervoeren
 Ontbreken volledig van verschillende organellen
 Soms restanten van de kern terug te vinden in erythrocyt = Howel-Jolly bodies
- Biconcave structuur = oppervlaktevergroting maken om zo’n goed mogelijk contact te maken
 Centrale deel wordt licht van kleur, rest donker
 Celmembraan verankerd met actine-bevattend cytoskelet voor behoud van vorm
 Diameter + vorm kunnen verschillen bij andere species
 Vorm maakt dat ze sterk vervormbaar zijn en in capillairen gaan passen  ze zijn dus
zeker van hun doorgang door capillairen
- Poikilocytose = voorkomen van RBC met abnormale vorm
 Voorbeeld = schietschijfcellen  perifere deel donker, centrale deel ook donker
- Eliminatie door milt en ook beetje door beenmerg
- Ontstaan uit een reticulocyt
- Beoordelingscriteria
a) Diameter
- Normoplaan, microplaan, macroplaan, anisoplanie
b) Volume
- Normocytair, microcytair, macrocytair
c) Kleurbaarbaarheid
- Normochroom, hypochroom, hyperchroom, mesochroom, polychroom

, Anemie = tekort aan hemoglobine tgv:
- Hypochrome anemie = te weinig of deëfficiënte aanmaak van hemoglobine
- Normochrome anemie = tekort aan rode bloedcellen, maar wel voldoende hemoglobine
= dus wel goede RBC, maar gewoonweg te weinig  dus uiteindelijk te weinig hemoglobine
- Hemolytische anemie = verhoogde afbraak van rode bloedcellen

2. Leukocyten = witte bloedcellen  groot
- Slechts beperkte periode aanwezig in bloed zelf
 Gaan naar perifere weefsels = betrokken bij afweer
- Wanneer cellen in bloedbaan zitten, gaan ze bloedbaan kunnen verlaten = diapedese
- Indeling
a) Aanwezigheid of afwezigheid korrels
- Agranulocyten = korrels afwezig
- Granulocyten = korrels aanwezig
b) Kernstructuur
- Mononucleair = kern in 1 geheel  agranulocyten
- Polynucleair = kern in verschillende lobben opgedeeld  granulocyten
c) Bloedvorming
- Myeloïd
- Lymfoïd
- Verschillende granulocyten
1. Neutrofiele granulocyt
- Cellen uit myeloïde cellijn
- In cytoplasma zitten granulen
- Polymorfonucleaire granulocyt = 2 neutrofiele naast elkaar, vorm van kern is
verschillend, verschillende kwabjes
o Verbindingen tussen lobjes door chromatinebruggen
o Hoe ouder cel, hoe meer lobjes
- Bevat verschillende typen granulen
o Primaire grana (azurofiele) = vergelijkbaar met lysosomen  bevatten zure
hydrolasen en myeloperoxidase (myeloperoxidase gaat
waterstofhypochloriet produceren dat zorgt dat bacteriën worden gedood)
o Secundaire grana (specifieke) = talrijkst in neutrofielen, betrokken bij
ontstekingsreacties  bevat alkalisch fosfatase die zure kleurtof aantrekt
o Tertiaire grana (kleine) = bevat enzymen die worden uitgescheiden  gaan
celadhesiemoleculen incorporeren in celmembraan
- Meest verspreide leukocyten bij mens, hond, kat, paard
o Smechts beperkte tijd in ciculatie, daarna zitten ze klaar in BW om actie te
ondernemen wanneer nodig
- Onderverdeling in 2 groepen
o Circulating pool = deel van leukocyten dat zal rondstromen met het bloed
o Marginating pool = leukocyten die tegen wand van bloedvaten blijven
hangen
o Bij kat komt marginating 2x zoveel voor, bij de rest ongeveer gelijk
- Aantal neutrofiele granulocyten stijft bij bacteriële infectie en ontsteking
- In interstitium worde bacteriën en celresten gefagocyteerd
- Partikel wordt omgeven door een pseudopodia = ontstaan fagosoom  wordt
ingesloten en in cytoplasma van neutrofiele granulocyt gelegd
- Wanneer alle granula zijn opgebruikt = cel gaat dood  gaat mee in pus

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stienwouters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart