Onderste extremiteit en lumbopelvische regio (UA_2110GENRVK_2324)
All documents for this subject (13)
Seller
Follow
lottepelkmans1
Content preview
Onderste extremiteit - Theorie
Herhaling klinisch redeneren 1
1. Modellen klinisch redeneren 1
a) het biomedisch model 1
b) het biopsychosociaal model 1
c) ICF 1
d) planetair model 1
e) pijn mechanisme model door gi ord 2
f) invloed van iatrogene factoren 2
g) extra modellen 3
2. Klinisch redeneren volgens educatie team 3
a) MTCF 3
b) De hulpvraag 3
c) Communicatie 3
3. Prognose chroniciteit screening 4
a) SBST 4
b) ÖMPQ 4
Prioriteiten in de evaluatie van lumbo-pelvische klachten 5
1. Diagnostisch triage & uitsluiten speci eke LRK 5
a) Rode vlaggen uitsluiten 5
b) Snelheid van doorverwijzen 5
c) Musculoskeletal Clinical Translation Framework 8
Prioriteiten in het management van lumbo-pelvische klachten 15
1. Excluderen van rode vlaggen en evaluatie van de risico van chroniciteit 15
2. Zelf management 16
3. Non-invasieve behandelingen 18
a) Fysieke activiteit en oefentherapie 18
b) manuele therapie 20
c) psychologische interventies 21
d) Multidisciplinaire interventies 22
4. Farmacologische en invasieve behandelingen 22
a) farmacologische interventies 22
b) invasieve interventies 22
ff fi
, Uitdagingen in de eerstelijns aanpak van de kinesitherapeut 23
1. Organisatie gezondheidszorg 23
2. Rol van de apotheker 24
3. Directe toegang tot de kinesitherapie 24
Evaluatie en behandeling van speci eke klachten van heup, knie of enkel 26
1. Management van meniscus letsels 26
a) Inleiding 26
b) Meniscusletsels 27
c) behandeling mogelijkheden 30
d) Revalidatie na de operatie 33
2. Liespijn 39
a) Inleiding 39
b) Doha classi cation of groin pain 39
c) Liespijn in de praktijk 40
d) Speci eke behandeling 42
e) Take home message 45
3. Kraakbeen en revalidatie 46
a) Inleiding 46
b) Kraakbeenletsels 48
c) Patellofemorale pijn 49
Speci citeit van oefentherapie 55
1. Taakspeci citeit 55
a) Prestatie (speci eke taakvereiste) 55
b) ‘Stress shifting’ 58
2. Speci ek(e) weefselblessure/-herstel 58
a) Spierletsels 58
b) Peesletsels 60
c) Zenuwletsels 60
d) Artrose 62
3. Mediatoren 62
a) De nities 62
b) Speci ek, aspeci ek, natuurlijk herstel (mediator) 63
c) Stijfheid (mediator) 64
d) Kracht (mediator) 64
e) Stabiliteit/motorische controle (mediator) 65
fi fififi fifi fi fi fi
,4. Regiospeci citeit 65
5. Gedrag/coping 66
a) Avoidance 66
b) Endurance/ Persisteren 66
Mobile Health and Telemedicine in MSK rehab 67
1. Inleiding 67
2. Huidige toepassingen 67
a) Voordelen van telerevalidatie: 67
b) Klinische categorieën: (voordelen) 68
c) Nadelen en uitdagingen van telerevalidatie: 68
3. Wetenschapelijke evidentie 70
4. Conclusie 70
High intensity training in (chronic) MSK disorders 71
1. Inleiding 71
2. Overzicht literatuur 71
a) Value of high intensity training in chronic disorders 72
b) studie van verbrugghe 73
3. Resultaten studies UA op HIT 73
a) feasibility of high intensity training in non speci c chronic - pilot 74
b) exercise intensity matters in chronic nonspeci c - rct 74
c) overige literatuur 74
4. Klinische implementatie van HIT 74
5. Opmerkingen en toekomstig onderzoek 75
6. Conclusie 76
Patiënt empowerment 77
1. Introductie 77
2. Wat is patient empowerment en waarom is het belangrijk? 77
3. Hoe verkrijgt een zorgverlener patient empowerment? 79
a) Niveau 1: patiënt en zorgverlener leren elkaar kennen 79
b) Niveau 2: patiënt en zorgverlener beïnvloeden elkaar 81
c) Niveau 3: patiënt en zorgverlener vormen een team 82
4. Technologie als ondersteuning van patient empowerment 82
5. Hoe wordt patient empowerment geëvalueerd? 83
fi fifi
,6. Hoe wordt het gezondheidszorgsysteem aangepast om meer collective empowerment
te bekomen? 84
a) Categorie 1: Health policy 84
b) Categorie 2: Research & Development 84
c) Categorie 3: access to treatment & care delivery 84
,Herhaling klinisch redeneren
1. Modellen klinisch redeneren
a) HET BIOMEDISCH MODEL
Het biomedische model stelt dat symptomen direct gerelateerd is aan de pathologie.
--> correlatie tussen symptomen en pathologie waarbij
een interventie een direct consequentie heeft.
--> weergave dat
veel symptomen
aanwezig kunnen
zijn maar geen duidelijke pathologie hebben versus
mensen met een bepaalde pathologie die weinig/ geen
symptomen vertonen.
Nadelen
- Weinig correlatie tussen medische beeldvorming en aanwezige klachten -- idem met
het biomedische model
- Bij dit model wordt de pathologie behandeld en niet de patiënt zelf omdat er geen
rekening gehouden wordt met gele vlaggen.
b) HET BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
Het biopsychosociaal model geeft meer inzicht op
wat de patiënt zelf inhoud.
Houdt rekening met genetische factoren -- zijn ze
aanwezig? kunnen we erop inspelen? kunnen ze een
pathologie in stand houden?
BPS model is de basis voor patient empowerment
waarbij er adaptaties zijn opgenomen voor de
ondersteuning van de patiënt.
c) ICF
De internationale classi catie van functioneren is een classi catie voor het beschrijven
van functioneren van mensen inclusief de factoren die een invloed hebben op het
functioneren.
ICF core sets zijn lijsten per pathologie waarin je kan terugvinden welke factoren die
belangrijk zijn als je een pathologie ziet in de praktijk.
d) PLANETAIR MODEL
Het planetair model is een aangepaste versie van het ICF
waarbij de psychosociale factoren en pijn mechanismen
een grote rol in hebben.
1
fi fi
, e) PIJN MECHANISME MODEL DOOR GIFFORD
Dit model heeft een indeling acute versus chronische klachten.
Input
= alles wat gebruikt wordt om de pijn uit te lokken van het
letsel of andere zaken die het zo doen ervaren.
- Weefsel schade dat zorgt voor pijn: fasen van
weefselherstel zijn hierbij belangrijk. Enkel kan dit
chronische pijn niet volledig verklaren.
- Omgevingsfactoren kunnen de perceptie van het letsel
veranderen. vb. stresserende omgeving heeft een direct
correlatie met een slechtere outcome
- Rol van het zenuwstelsel vb. perifere sensitisatie.
Processing
Dit is de rol van het centraal zenuwstelsel en de hersenen, deze zijn de bron van
dysfunctie. Zij gaan de pijnprikkel evalueren en bepalen hoe erop te reageren. Gaat dit
pijn geven? Pijn wordt beïnvloed door cognities, emoties en overtuigingen.
Output
Dit zijn alle functionaliteiten van het lichaam.
- Motore functie: daling bloedtoevoer naar spieren, atro e, veranderde rekrutering
- Respiratoire functie: adempatroon, O2 capaciteit
- (para)sympatisch systeem: ght/ ight respons versus rest/digest respons
- Endo/ exocrien systeem: zweetproductie, veranderde cortisol productie
- Immuunsysteem: toegenomen cytokine productie
Nadeel:
- Het model steekt de pijn mechanismen helemaal weg.
f) INVLOED VAN IATROGENE FACTOREN
Hoe moet je in concrete context iets weergeven aan de patiënt?
EXAMEN: voorbeelden moeten kunnen
geven in relevante klinische setting
acute lage rug pijn schenkt meer aandacht
aan a ectieve pijn omdat andere woorden
mogelijks langer of zwaarder blijven hangen.
hiervoor moeten we in pijn educatie
gebruiken maken van a ectieve pijn
woorden.
2
ff ff fi fl fi
, g) EXTRA MODELLEN
Het MDBB model (meerdimensionaal belasting belastbaarheidsmodel) legt de nadruk op
een speci ek deel van de revalidatie. Alsook het onion skin model. Dit geeft nog weer hoe
pijn ervaren wordt.
2. Klinisch redeneren volgens educatie team
Maak gebruik van een holistische benadering! De patiënt moet in zijn geheel worden
bekeken met alle factoren die erop inspelen.
De holistische benadering wil een ondersteuning bieden dat kijkt naar de mentale noden
dat rekening houdt met fysieke, emotionele, sociale en spirituele vlakken van een
persoon.
a) MTCF
MTCF (musculoskeletal clinical translation framework) kijkt naar de verschillende
elementen die een invloed kunnen hebben op de ontwikkeling, onderhouding of oplossing
voor musculoskeletale pijn stoornis. De framework kijkt naar de multidimensionele natuur
van pijn, disabilities en gassocieerde gedragingen in individuen. Het model maakt gebruik
van sliders -- heeft een bepaalde factor invloed en hoe hoog acht je dit?
b) DE HULPVRAAG
DE HULPVRAAG in context van de patiënt! Hierdoor maken we onze visie expliciet: wat,
waarom en hoe? --> SMART formuleren
De doelen van het revalidatieproces worden gemaakt in functie van de hulpvraag -->
eventueel met vragenlijsten zoals de PSK.
Het revalidatieproces is afhankelijk van de karakteristieken van de klinische presentatie --
> hierbij een indeling in acute en chronische klachten:
ACUTE KLACHTEN
- Fasen van weefselherstel zijn essentieel!
- Psychosociale componenten of veranderde pijn mechanismen kunnen aanwezig zijn.
Als het aanwezig is, is er een slechtere prognose
- Pijn contingent behandelen: op basis van pijnklachten de behandeling inzetten.
- PEACE AND LOVE principe!!
CHRONISCHE KLACHTEN
- Het doel is functioneren ondanks de pijn klachten dat zorgt voor een
gedragsverandering
- Tijd contingent behandelen: doelen opstellen op termijnen.
- Als het pijn mechanisme abnormaal is, is pijn geen betrouwbare parameter om op
terug te vallen in de behandeling -- tijd contingent versus pijn contingent.
, - Shared decision making waarbij de patiënt centraal staat, het is een methode met de
best mogelijke evidentie bij taken of afspraken maken.
- Evidence based treatment: duidelijk maken aan de patiënt dat deze een actieve rol
moet aanhouden in de revalidatie -- ook thuis oefenen. -- lang proces dus goed
aangeven en overleggen met patiënt.
3. Prognose chroniciteit screening
3 avenue screening in het begin van de revalidatie
Avenue 1: anamnese met alle factoren die invloed
hebben op de patiënt.
Avenue 2: screening om te kijken of er indicatie is
voor chroniciteit -- hulpmiddelen gebruiken
Avenue 3: behandeling van de hoge risico's voor
chroniciteit.
a) SBST
De start back screening tool is een screeningstool bij aspeci eke lage rug pijn in de eerste
lijnszorg.
9 items oa. gerefereerde pijn in benen, comorbiditeiten, disabilities, angst/
vermijdingsgedrag, catastroferen, depressie en algemene impact.
vraag 5-9 geven apart nog een score op de distress subscale.
b) ÖMPQ
De örebro musculoskeletale pijn questionnaire is een screening voor predictie van lange
termijn disability en werkhervatting en wordt ingevuld 4-12 weken na het oplopen van het
letsel.
10 items worden gevraagd met een score op 10 telkens.
Maximale score 100, vanaf een score >49 is er een verhoogd risico
Verschil ÖMPQ en SBST is de implementatie van de werkhervatting.
4
fi
, Prioriteiten in de evaluatie van lumbo-pelvische
klachten
Spine journal key points:
- Aantallen lage rug pijn blijven toenemen met een stijgende prevalentie
- YLD: years left with disease = het aantal goede jaren dat je nog hebt (zonder LRP)
- DALY: diseased adjusted life years = het aantal jaren dat je verliest door de
aandoening + de mortaliteit
- Er is een last van lage rug pijn en nekpijn; in 2015 meer dan een half biljoen mensen
-> dramatische toename tussen 1990-2015 in alle leeftijdsgroepen tussen 25-64 jaar
oud. Lage rug en nekpijn zijn de belangrijkste oorzaken voor jaren levend met een
- Gezien de hoge toenemende last moeten we werken naar goede preventie, sluiten
van therapeutische kennis gaps, verbeteren van globale publieke gezondheid en
tegengaan van de groei in de leeftijdsgroepen.
1. Diagnostisch triage & uitsluiten speci eke LRK
a) RODE VLAGGEN UITSLUITEN
Dit is de eerste prioriteit!! --> 5-10% van de mensen met lage rug klachten
Hierbij hoort een diagnostische triage om te kijken hoe urgent een klacht is.
- Lage rug pijn met signi cante neurologische de cieten (radiculair syndroom)
- Aspeci eke lage rug klachten
- Serieuze of systemische pathologieën (meteen eruit lteren) = speci eke spinale
pathologie
Rode vlaggen zijn essentieel. 1 rode vlag in isolatie heeft een beperkte sensitiviteit en
speci citeit. -> clustering is veel nuttiger (international framework for red ags)
- Eerste episode van lage rug pijn voor 18 jaar of na 65 jaar
- Trauma
- Constante, progressieve pijn
- Maligne aandoeningen in de voorgeschiedenis
- Risico op osteoporose --> indeukingsfracturen of compressiefracturen
- Pijn en/ of paresthesieën in het been onder de knie
- Pijn in de rug boven L4
- Neurologische uitval
- Recente incontinentie
- Onverklaard gewichtsverlies of algehele malaise
- Tekenen van infectie
- Druggebruik, HIV, immuundepressie
b) SNELHEID VAN DOORVERWIJZEN
Kijk naar level of concern
Urgent doorverwijzen
Neurologische urgenties
Binnen 48u doorsturen voor chirurgie, langer wachten kan
de succesrate van de operatie drastisch doen dalen.
5
Cauda equina syndroom (CES)
- Kan een levensbedreigende/ beperkte aandoening worden
- Belangrijkste symptomen:
• Bilaterale radiculaire pijn
• Blaasdysfunctie
• Darm dysfunctie
• Seksuele dysfunctie
• Verlies van zadel sensatie
- Gebruik duidelijk expliciet taalgebruik
- Volledig neurologisch onderzoek uitvoeren
- Noteren van timing en evolutie van symptomen
- Urgente MRI bij blaasproblemen en sensorische problemen ter hoogte van de
perineale regio
- Veiligheidsstrategie bij unilaterale/ bilaterale radiculaire pijn, verminderde sensibiliteit
en spierzwakte
- Lea ets mee geven met de patiënt van NHS UK
Traumatische fracturen
Belangrijkste kenmerken
- Intense rugpijn na een aanzienlijk trauma of een trauma aan een hoge snelheid
- Rugpijn bij patiënt met spondylitis ankylosans na een trauma
- Plotse, intense pijn in T8-L4
—> onmiddellijk doorverwijzen naar spoed
Vasculaire aandoeningen
Belangrijkste kenmerken
- Vasculaire tekens: koude voeten, gedaalde pulsaties
- Aneurysma van de aorta abdominalis (AAA)
• Geen comfortabele houding kunnen vinden
• Pijn in onderbuik, liezen, dijen of onderrug
• Pijn door uitzetting of ruptuur - pulsatiel
• Krampachtige pijn in onderste ledematen
• Abdominale palpatie van pulserende massa
• Weinig duidelijke mechanische pijn
—> onmiddellijk doorverwijzen naar vaatchirurg of echogra e
Semi urgent doorverwijzen (binnen 48 uur)
Pathologische fracturen
Belangrijkste kenmerken
- Voorgeschiedenis van of risico op osteoporose
- Gebruik van corticoïden
- Vrouw op gevorderde leeftijd
- Overklaarbaar gewichtsverlies, vermoeidheid
6
fl fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottepelkmans1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.