100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting - Criminologische sociologie $8.17   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting - Criminologische sociologie

 6 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Hierdoor ben ik geslaagd voor het vak! het bevat de volledig te kennen leerstof voor het vak. Ook een inhoudstafel in het document.

Preview 3 out of 22  pages

  • May 25, 2024
  • 22
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
CRIMINOLOGISCHE SOCIOLOGIE:
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1: situering van sociologische theorieën over criminaliteit: 2
1. klassieke theorie: 2
2. overgang naar sociologische theorieën: 2
3. grondleggers van de sociologische benadering: 3
3.1. Ecologische theorie: 3
3.2. economische theorie: 3
3.3. Anomietheorie: 4
Hoofdstuk 2: sociaal-ecologische theorieën: 7
1. chicago school: 7
1.1. context: 7
1.2. sociologie en criminaliteit: 7
1.3. E. Burgess: concentrische zone-theorie: 7
2. sociale desorganisatie-theorie: 7
3. evaluatie van sociaal-ecologische theorieën: 8
4. sociaal-ecologische theorieën: implicaties voor beleid: 8
Hoofdstuk 3: Anomietheorieën: 9
1. anomietheorie: 9
2. subculturentheorie: 9
Informatie uit teksten: 10
3. Differentiële kansen-theorie: 10
4. Evaluatie anomietheorieën: 11
5. Implicaties voor beleid: 11
Hoofdstuk 4: Sociale procestheorieën: 12
1. Differentiële associatietheorie: 12
2. neutraliseringstheorie: 12
3. Evaluatie van sociale procestheorieën: 13
4. implicaties voor beleid: 13
Hoofdstuk 5: Controletheorieën: 14
1. Containment-theorie: 14
2. sociale band-theorie: 14
3. evaluatie controletheorieën: 15
4. implicaties voor beleid: 15
Hoofdstuk 6: Sociale reactietheorieën: 16
1. voorloper: G.H. Mead: 16
2. Labelling-theorie: 16
3. evaluatie sociale reactietheorieën: 17
4. implicaties voor beleid: 17
Hoofdstuk 7: Conflictcriminologie: 18
1. voorloper R. Dahrendorf: 18
2. Groepsconflicten-theorie: 18
3. Theorieën inzake “Crime, Law, and Order”: 18
4. sociaal realisme: 19
5. evaluatie conflictcriminologie: 20
6. implicaties voor beleid: 20
Hoofdstuk 8: Kritische criminologie: 21
1. radicale criminologie: 21
2. links realisme: 21
3. Evaluatie kritische criminologie: 22
4. implicaties voor beleid: 22

,HOOFDSTUK 1: SITUERING VAN SOCIOLOGISCHE THEORIEËN OVER CRIMINALITEIT:

1. KLASSIEKE THEORIE:

• = de klassieke school: een manier van denken, had zelf weinig met sociologie te maken maar is zeer invloedrijk geweest
• Historische context: grote veranderingen in de 18de en de 19de eeuw in Europa
o Door verlichtingsdenkers en Franse filosofen
o Van feodaliteit naar moderniteit:
▪ Feodaal systeem: gebaseerd op een ‘fued’ = de band tss een leenman (krijgt territorium) en een leenheer (geeft
territorium) -> zeer hiërarchisch
▪ Koning had vroeger alle macht: maken v wetten, uitvoeren v wetten en controleren v wetten
▪ Vanaf 18de eeuw revolteren ze daartegen
▪ -> scheiding der machten: door filosoof Charles de Montesquieu
• Elke macht staat los van elkaar (wetgevende, uitvoerende, rechtelijke macht)
o Brute lichamelijke bestraffing (niet-rationeel) -> op regels gefundeerde, institutionele sancties (rationeel)
o Fundamentele rechten v/d mens: gegroeid vanuit Frankrijk

• Cesare Beccaria (Italiaanse jurist/advocaat): Dei delitti e delle pene (= over misdrijven en straffen)
o Volgens hem is de doelstelling van straffen het voorkomen dat de bestrafte gedragingen opnieuw zouden gebeuren
o Ook moet de straf volgens hem uitgesproken w. in verhouding met de misdaad (te lichte straf zal niet afschrikken)
o Grondlegger van utilitarisme: een benadering in de filosofie, uitgaand van het nuttigheidsprincipe
▪ Nuttigheidsprincipe: mensen doen wat ze denken dat nuttig is voor henzelf en hun naasten. Als ze denken dat iets
meer nut heeft dan een andere gedraging, zullen ze dat doen, ook al is dit een grotere misdaad.
o Visie van homo rationalis: mensen zijn rationele wezens: ze wegen dingen af (Wat is het voordeel dat ik hieruit kan
halen? Wat is het nadeel? Als voordeel > nadeel -> zaak plegen ongeacht de bestraffing, niet omgekeerd)
o Grote ideeën zouden alleen werken als de kenmerken van straffen worden vervuld:
▪ Openbaar: zodat mensen er rekening mee kunnen houden en hun gedrag kunnen aanpassen
▪ Snel: hoe langer het duurt om een straf toe te passen, hoe minder impact die zal hebben
▪ Noodzakelijk: straffen zodat andere misdrijven die kunnen voortgaan uit dat ene misdrijf niet mogelijk zijn
▪ De ‘juiste’ straf: een gepaste straf
▪ Proportioneel: strafmaat moet gebaseerd zijn op misdaadmaat
▪ ‘Nulla poena sine lege’ (geen straf zonder wet), nullum crimen sine lege (zonder wet geen toekenning v misdrijf)

• Jeremy Bentham: (jurist)
o Criminaliteit is een inbreuk op het “greatest happines principle”: het verminderd het algemene geluk i/d samenleving
o Heeft een achterliggende visie v/d “hedonistische calculus”
▪ Hedonisme: is gefocust op geluk zoeken en dingen doen die geluk teweegbrengen
▪ Invloed op penologische (gefocust op straffen) en juridische praktijk

• Sterktes v/d klassieke school:
o Lot in eigen handen nemen
o Rationele visie op mens en samenleving
• Zwaktes v/d klassieke school:
o Geen oog voor oorzaken van criminaliteit
o Weinig ook voor types van criminaliteit
o Is plegen van misdaad echt een ‘vrije keuze’?

2. OVERGANG NAAR SOCIOLOGISCHE THEORIEËN:

• Essentiële invalshoek:
o Aandacht voor relatie tussen criminaliteit en sociale omgeving
▪ Sociologen zeggen dat criminaliteit de norm is
o Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen

, ▪ Crimineel zou volgens sociologen niet zo veel verschillen van een niet-crimineel: het is de stap dat een crimineel
zet tot crimineel gedrag dat het verschil is.

3. GRONDLEGGERS VAN DE SOCIOLOGISCHE BENADERING:

• Quetelet: ecologische sociologie
• Marx: economische sociologie, conflicttheorie
• Durkheim: anomische sociologie


3.1. ECOLOGISCHE THEORIE:
• Gaat over het sociologische milieu, de sociale omgeving en hun gedachten en gedragingen, niet over planten en dieren
• Historische context: vanaf de Franse revolutie: 1789
• André-Michel Guerry (niet de echte grondlegger)
o Franse geograaf
o Analyse v/d officiële misdaadstatistieken in Frankrijk
▪ Was geïntrigeerd door misdaad (in Frankrijk), wou dit gaan meten en gegevens ervan verzamelen
o Heeft geen grote theorie kunnen ontwikkelen
o Eerste werken in 1833: maakte een onderscheid tss criminaliteit tegen personen en tegen eigendommen
• Adolphe Quetelet:
o « Sur l’homme et le développement de ses facultés ou Essai de physique sociale »
o Vader van de sociale statistiek
o Denkbeelden:
▪ Relatie leggen tussen vormen van criminaliteit (tegen personen/eigendommen) en statistiek, en hoe die vormen
door justitie behandeld worden
▪ Conclusie: vrije wil is niet belangrijk, maar de impact van sociale factoren
• Vb. seizoenen, het klimaat, geslacht en leeftijd
▪ Twee individuen kunnen dezelfde neiging tot criminaliteit hebben zonder even crimineel te zijn
bv. Moord plegen en inbreken
o Zijn conclusies:
▪ Leeftijd is de oorzaak die met meeste energie vraagt om te ontwikkelen of om de neiging tot misdaad te temperen
▪ Hoe ouder een individu wordt, hoe minder neiging tot criminaliteit
▪ Verschil tussen man en vrouw heeft grote invloed op neiging tot criminaliteit
▪ Vrouw pleegt meer misdaden tegen eigendommen i.p.v. personen
▪ Seizoenen oefenen ook invloed uit op neiging naar criminaliteit (tijdens zomer meer tegen personen, minder tegen
eigendom en omgekeerd in de winter)
▪ Klimaat heeft invloed op neiging tot criminaliteit tegen personen, moeilijk klimaat -> meer criminaliteit
▪ Beroepen hebben invloed op aard van misdrijven
▪ Onderwijs heeft niet zo’n grote invloed op de neiging tot criminaliteit dan wordt aangenomen
▪ Hetzelfde geldt voor armoede
▪ Alcoholische dranken hebben een desastreuze invloed op criminaliteit
• Sterktes van de ecologische school:
o Aandacht voor sociale context
o Zoeken naar empirische basis
• Zwaktes van de ecologische school
o Onbetrouwbare statistieken
o Snel overvleugeld door biologische theorieën


3.2. ECONOMISCHE THEORIE:
• Karl Marx:
o Bekendste werken: Das Kapital, Manifest der Kommunistischen Partei (met Friedrich Engels)
o Was journalist, nam vaak kritische standpunten aan tegen Duitse regering
o Hij bracht een fundamentele verandering in de filosofie en de economie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorpetitjean. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.17  1x  sold
  • (0)
  Add to cart