100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Bank en beurswezen $14.42
Add to cart

Summary

Samenvatting - Bank en beurswezen

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting avn Bank en Beurs van thema 1 tot met thema 17 gegeven in 2024 door Pascal Paepen, deze samenvatting bevat enkel de theorie en dus geen "Financiële Algebra"

Preview 4 out of 79  pages

  • May 25, 2024
  • 79
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
BANK EN BEURS
LES 1
13 FEB 2024

België heeft CB sinds 1 januari 1901  Christine Lagarde

Jerome Powell  voorzitter van de Amerikaanse CB

Populisme= banken proberen het gewone publiek te overtuigen door te doen alsof ze precies begrijpen
wat gewone mensen willen en nodig hebben, vooral als er kritiek op hen is. Ze gebruiken dit om steun te
krijgen voor hun plannen en om strengere regels te vermijden.

 ECB is deels eigendom van de nationale bank
 Wolf foodmarket  was vroeger een ASLK/CGER (in het frans) Algemene spaar en lijfrentekas
 ASLK is een staatsbank die België heeft leren sparen
 Vroeger waren er enkel banken voor rijke mensen  fabriek werkers en landbouwers konden
niet naar de bank, sinds de ASLK kan dit wel

In ruil daarvoor betaalt die entiteit je rente gedurende een bepaalde periode. Aan het einde van die
periode krijg je het geleende bedrag terug

Obligatie= is een soort lening. Als je een obligatie koopt, leen je geld uit aan vb: een bedrijf of overheid.
In ruil daarvoor betaalt die entiteit je rente gedurende een bepaalde periode. Aan het einde van die
periode krijg je het geleende bedrag terug.

Vb: Een bedrijf besluit om geld op te halen om uitbreidingsplannen te financieren. Ze kunnen
obligaties uitgeven met een nominale waarde van bijvoorbeeld $1000 en een looptijd van 5 jaar, met
een rentepercentage van 5%. Investeerders die deze obligaties kopen, lenen het bedrijf elk $1000, en
in ruil daarvoor ontvangen ze jaarlijks 5% rente ($50 per jaar) gedurende 5 jaar. Aan het einde van de
looptijd van 5 jaar ontvangen de obligatiehouders hun oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag van
$1000 terug.

HOODSTUK 1

DE INTERMEDIATIEFUCNTIE
Waarom zijn financiële instellingen nodig?

 Informatieasymmetrie= wanneer iemand over informatie beschikt dat een ander niet heeft
 Adverse selection/negatieve risicoselectie= een partij sluit een deal met een andere partij en
veroorzaakt zichzelf schade doordat ze niet alles weet
 Moral hazard= mensen gaan zich onvoorzichtig gedragen, omdat ze toch verzekerd zijn voor
eventuele schade
 Oplossing: monitoren
o =het vragen van een waarborg of geven pas zijn geld als men facturen (van de activiteit)
kan voorleggen
 Financiële instellingen zijn nodig voor mensen die meer geld nodig hebben dan dat ze bezitten

,  Moral hazard & adverse selection zijn ook risico’s voor banken
o Maar kredietinstellingen kunnen die informatieasymmetrie minimaliseren

Waarom is sparen belangrijk?

 Reserve voor gezinnen
 Vb.: voor huis te kopen)
 Sparen voor leningen
 Kernfunctie van een bank:
o Ervoor zorgen dat mensen daarnaartoe kunnen gaan met hun spaargeld
o Mensen kunnen lenen




Spaarders:

 Je kan geen bank oprichten zonder spaarders
 U spaarders zijn u klanten
 OH spaart niet echt
 Gezinnen sparen wel
 Spaargeld =deposito’s
 Spaargeld gaat naar de bank
 Bank gebruikt geld om aan andere gezinnen, bedrijven OH te geven
 Intermediaire instelling want bank staat tussen in
 Bank verdient geld dankzij rentemarges= het verschil tussen de rente die de bank betaalt
voor een lening (creditrente) en de rente die een bank vraagt voor lening (debetrente)

,  Kerntaak van bijna iedere bank sparen en lenen (= indirecte financiering/indirecte investering)

Beleggen:

 Gaat over aandelen en obligaties die je koopt
 Effectenrekening= rekening waarop u aandelen staan
 Aandelen en obligaties mag u niet meer op papier krijgen
 Directe financiering/ direct investering=financiering die rechtsreeks door een investeerder of
geldvestrekker wordt verstrekt aan de instelling, onderneming of persoon zonder tussen komst
van een intermediair (bank/beurs)
Vb: investeerder investeert rechtsreeks geld in een startend bedrijf in ruil voor aandeel in dat
bedrijf, zonder tussenkomst van een bank of andere financiële tussenpersoon

LES 2
20 feb 2024
Examenvraag: zijn die financiële instelling alleen betrokken bij die indirecte financiering
antwoord: NEE, er zijn onderaan ook agenten (heel vaak zijn dat banken

Actualiteitsvraag: staatsbond gedoe (vraag jens)
Wanner je aandelen koopt bij een onderneming via de overheid dan is je naam wel bekend
 fiscaal voordeel, er is geen effectenrekening?

Als je aandelen koopt bij een bedrijf, weet het bedrijf niet WIE die aankoopt

Waarom wil een bank zoveel informatie over ons?

Manier om risico op adverse selection te verminderen:

 Banken doen aan screening
o = zoveel mogelijk informatie achter halen van de potentiele nieuwe klant
 vb: kijken of er nog voorgaande leningen openstaan, heeft die schulden?
o Op basis van screening berekent de bank een kredietscore (zie H7 en H8) die bep aalt of
je de lening krijgt

 Signalling= aantonen dat je te goeder trouw bent
o Vb: een deel van je eigen spaargeld te investeren in je idee


Bank vraagt veel informatie:

1. Omdat het moet (know your customer “KYC”)
o Ter vermijden van wit wassen van zwart geld
o Geld moeten van goede oorsprong zijn, je moet het verdient hebben
o Vb: financieren van een oorlog met zwartgeld
o Vb: bank accepteert geen crypto, want de oorsprong is niet zeker
 Crypto beleggen mag niet, er is een kans datje dat geld niet op een correcte
manier hebt verdiend

, o Vb: bij nieuwe ID moet je dat aan de bank doorgeven, bank moet op de hoogte zijn van u
identiteit



2. Risico te beperken:
 Regelmatig afbetalen zorgt dat je een hogere creditscore hebt
 Geen creditscore is slechter dan een goede credit score
 De bank wil weten of je t vertrouwen bent

 Banken geven krediet (letterlijk en figuurlijk)
 Figuurlijk= banken geven krediet(=vertrouwen)
 Asymmetrische informatie= niet gelijke informatie
 is als de ene meer weet dan de andere
 Bank is verplicht te onderzoeken of je te vertrouwen bent
o vb: u gaat een lening aanvragen en u kent u intenties (sommige weten dat ze de lening
niet gaan / kunnen terug te betalen) maar de bank weet dit niet

Free rider = iemand die gratis wil profiteren van het financieel systeem

Hoe risico’s beperken?

 2de handsmarkt van auto’s in USA
 Men praat over lemons and peaches
 Lemon= beetje een brakkere auto
 Peaches= betere 2de handsauto

 Als men een lemon koopt en die is effectief slecht
 Gevolg: we blijven weg van die markt
 Gevolg van gevolg: peaches gaan niet meer aanbieden, want de prijs zal te laag zijn op de
automarkt
 Gevolg: peaches worden niet meer aangeboden en er worden enkel nog lemons verkocht (die
bijna niemand wil)
 Gevolg: markt van 2de handsmart van auto sterft beetje bij beetje
 OPLOSSING: garanties bij die 2de handsmarkt

Wie heeft er voordeel bij het bestaan van financiële systeem?

 Iedereen kan/ mag sparen en lening
 Het financieel systeem werkt zowel indirect en direct

Wat zijn de voordelen van intermediatie?

Vb:
 Iemand van Handelswetenschappen wil een appartement kopen van 200k kopen
 Iedere student geeft 1K aan die student
 Vraag aan die student om je maandelijks terug te betalen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adelinercy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.42
  • (0)
Add to cart
Added