HET VRIJE ONDERSTE LIDMAAT II
1. BEENDEREN
TIBIA (scheenbeen)
Het corpus tibiae (diaphyse) is driehoekig met 3 margines:
De anterieure is vooral proximaal scherp en eindigt er op de
tuberositas tibiae. Deze richt distaal naar tibiaal.
De margo interosseus is scherp over de gehele lengte terwijl de
margo tibialis of medialis is afgerond.
De margo medialis is onopvallend.
Ze begrenzen 3 facies:
De facies medialis is glad en oppervlakkig onder de huid
gelegen, behalve in een vlak relief bovenaan veroorzaakt door
de pes anserinus.
De facies lateralis is gootvormig in de lengte uitgehold.
De facies posterior is vlak, met longitudinale beenkammen.
Het proximale ¼ is vlak, door een schuine linea musculi solei.
De proximale epiphyse bestaat uit de versmolten condylus tibialis en
fibularis.
De beide facies articularis proximales zijn afzonderlijk gebleven:
Een ovaalvormige ligt mediaal
Een driehoekige ligt meer lateraal, beide zijn vlak.
De eminentia intercondylaris ligt tussen beide, er tegenover begrensd door een
scherp tuberculum intercondylare mediale en laterale.
De area intercondylaris anterior en posterior liggen voor en erachter.
De facies articularis fibularis ligt achter en onder de condylus fibularis: deze is
fibulair, distaal en dorsaal georiënteerd.
Een duidelijk uitgeslepen sulcus ligt rondom de condylus tibialis.
Ventraal is een kam, tussen de tuberositas tibiae en condylus fibularis,
eindigend naar dorsaal op het tuberculum tractus iliotibialis.
De distale epiphyse heeft 4 zijden:
De voorzijde is glad.
Aan de fibulaire zijde is er een crista interossea die splitst tot de incisura
fibularis. Hierin past de fibula.
Dorsaal bevindt er zich een goot, schuin naar distaal en dorsaal gericht.
Aan de tibiale zijde is er de malleolus medialis, met grootste top ventraal.
Op zijn achterzijde loopt de sulcus malleolaris medialis. Hierin verlopen
pezen.
Aan de onderzijde van de epiphyse is er een horizontaal georiënteerde facies
articularis distalis van de tibia. Deze loopt door op de facies articularis
malleolaris. Deze facies articularis distalis draagt het lichaamsgewicht.
2.1
, FIBULA (kuitbeen)
Het caput of de proximale epiphyse is pyramidevormig. Een
gewrichtsvlak is naar tibiaal, craniaal en ventraal gericht. Een apex
capitis is naar dorsaal en craniaal gericht.
Het corpus fibulae (diaphyse) is ongeveer driehoekig op doorsnede. Er
zijn 3 margines: anterior, posterior en medialis. Ze verdeelt het corpus in
3 facies:
De laterale facies is vooraan licht uitgehold behalve in haar distale
1/3. Daar loopt een kam van de margo anterior naar dorsaal en
vormt de laterale rand van de sulcus achter de malleolus. Hierdoor
wordt een driehoekig veld afgetekend dat subcutaan ligt.
Het grootste deel van de facies medialis ligt achter de crista
interossea.
De facies posterior is onregelmatig door haar spieraanhechtingen.
De afgeplatte distale epiphyse is de malleolus lateralis met een mediaal
gewrichtsvlak die articuleert met de talus.
Met de distale epiphyse van de tibia vormt deze een vork voor de trochlea
tali.
Een ruw gedeelte van het bot past tegen de incisura lateralis tibiae.
Dorsaal is er de fossa malleoli voor de gewrichtsbanden.
De sulcus malleolaris lateralis loopt er lateraal en oppervlakkig overheen en is
door pezen uitgeslepen.
2. BEENVERBINDINGEN
ARTICULATIO GENU (kniegewricht)
De diaphysen van de femur en de tibia vormen met elkaar een stompe
hoek van 160-170° naar buiten. Hiervoor is de verbreding van het
bekken verantwoordelijk.
De hoek is gemiddeld kleiner bij de vrouw. Toch is de as van de dij
normaal verticaal, en de as van het onderbeen is in zijn verlenging.
Beide benen zijn evenwijdig.
Afwijkingen zijn bekend als O-benen (genu varum) en X-benen (genu
valgum).
Het gewricht is opgebouwd uit 3 beenderen, de femur, tibia en de
patella.
De gewrichtsvlakken worden per bot beschreven.
Deze van de tibia zijn de facies articulares superiores. Ze zijn ovaal
en glad. Tussen beide bevinden zich de eminentia intercondylaris, ze
zijn voorachterwaarts gericht.
Deze van de femur zijn de condyli medialis en lateralis. Ze vormen een
spiraalvormige oppervlakte, met het vlakkere deel vooraan, het convexere
achteraan. Vooraan verenigen de articulaire oppervlakten van de condyli zich
in de facies patellaris, waarvan de buitenste helling breder en schuiner is dan
de binnenste. De condylus medialis is hoger dan de lateralis. Hierdoor blijft de
gewrichtsspleet horizontaal. De condylus lateralis is dorsoventraal langer dan
de medialis.
De patella heeft een facies articularis die lateraal breder is dan mediaal. De
kraakbeenbekleding is bijzonder dik: hier vindt men de dikste laag hyalien
gewrichtskraakbeen van het hele lichaam. Toch kan ze ook degenereren
(bepaalde eigenschappen verliezen).
2.2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yenthlcleys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.