Hoofdstuk 2
PP is belangrijker dan boek!
Toedienen medicatie -> B2-handeling
- Staand order: standaard handeling waar geen voorschrift of toestemming van arts voor nodig
is
- ! uitzonderingen (vb. allergie)
2.1. werking van geneesmiddelen
Op examen: kruiswoordraadsel
Farmacotherapie: behandelen met geneesmiddelen
Causale (curatieve) werking
Profylactische (preventieve) werking
Symptomatische werking
Substitutiewerking
Diagnostisch gebruik
Placebowerking
1. Causale werking: dood bacteriën (geen virussen)
- Rekening houdend met de oorzaak
- curatieve intentie
Vb. de bestrijding van een pathogene bacterie met een juist aangepast antibioticum
2. Profylactische werking: preventie werking
- Preventieve therapie
- voorkomen van aandoeningen
Vb. vaccinatie
3. Substitutiewerking: aanvullen/ vervangen
- Ontbrekende stoffen vervangen of aanvullen
Vb. insuline, vitamines
4. Symptomatische werking: streeft alleen naar het wegnemen van de symptomen van een
ziekte zonder de oorzaak aan te pakken
Vb. dafalgan
Palliatieve behandeling: (bijzondere vorm van symptomatische behandeling)
- Alleen gebruikt bij ernstig lijden, zoals in het laatste stadium van een terminale ziekte
- Leven zo dragelijk mogelijk te maken
- Verlichten van klachten
Vb. morfine
, 5. Diagnostische behandeling: geneesmiddelen gebruikt om een diagnose te stellen
- Diagnose stellen
- Oorzaak of aard van aandoening vaststellen
Vb. coloscopie: darmen moet goed gereinigd zijn vooraf
Laxativum
6. Placebowerking
- Geen werkzame bestanddelen
- ‘neppil’
Belangrijke termen:
Geneesmiddel Elk natuurlijk/synthetisch middel ter
behandeling van klachten of genezen van
ziekten
= farmacon
=medicijn
=medicament
Indicatie - Reden van voorschrijven
- Soms meerdere indicaties
Contra-indicatie - Reden om niet voor te schrijven
- Risicopatiënten (kinderen, zwangeren,
ouderen, comorbiditeit)
Dosering - Hoeveelheid per keer
- Overdosering => bijwerkingen
- Onderdosering => symptomen
Gewenning - Minder effect na langdurige inname
- Bij verslavende middelen
Verslaving Abstinentieverschijnselen bij plots stoppen
Bijwerking - Ongewenst effecten of nevenwerkingen
- Verschilt per persoon
Interactie (zie hoofdstuk 5)
- Wisselwerking tussen verschillende
geneesmiddelen of tussen
geneesmiddel en voedingsmiddel
2.2. naamgeving van geneesmiddelen
Generieke naam of stofnaam: vb. paracetamol
Merknaam: hoofdletter en ® : vb. dafalgan®
Farmaceutische specialiteit:
= Geneesmiddel geproduceerd door farmaceutisch bedrijf
- Onderscheid tussen merkgeneesmiddelen en generische geneesmiddelen
Merkgeneesmiddel of referentiegeneesmiddel:
,= Elk tevoren bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking
in de handel wordt gebracht.
- Hoofdletter en ®
Generisch geneesmiddel:
= Een geneesmiddel dat dezelfde werkzame stof(fen) bevat als het referentiegeneesmiddel (of de
originele specialiteit) en wordt geproduceerd door een ander farmaceutische bedrijf.
- Pas op de markt na het verlopen van het octrooi (patent)
- Dezelfde naam als werkzaam bestanddeel + naam farmaceutisch bedrijf
Vb. Omeprazol Apotex ®
Generisch geneesmiddel moet voldoen aan een aantal eisen van het RIZIV:
1) Hetzelfde werkzame bestanddeel
2) Dezelfde sterkte per eenheid, dezelfde farmaceutische vorm en dezelfde toedieningswijze
3) Dezelfde biologische beschikbaarheid
Om een geldig VOS-voorschrift te hebben, moet dat de volgende geneesmiddelengegevens bevatten:
VOS-voorschrift Een voorschrift waarbij op stofnaam wordt
voorgeschreven.
De stofnaam is de term voor het werkzame
bestanddeel van een geneesmiddel.
= behandelen of voorkomen aandoeningen of symptomen die goedaardig of van voorbijgaande aard
zijn
- Uitsluitend in apotheek beschikbaar
- Vrij verkrijgbaar (geen voorschrift)
- Niet terugbetaald door RIZIV
2.3. toedieningsvormen van geneesmiddelen
Afhankelijk van:
- Zorgvrager
- Geneesmiddel
- Aandoening
1. Poeder
- Zakjes
- Vaak opgelost in water
- Oraal of inhalatie
2. Tablet of dragee
Tablet of comprimé
- Samengeperst poeder
- Doorstikken met water in geheel
- Voor, tijdens of na maaltijd
- Meest gebruikt
! ZV met hypertensie die een streng zoutbeperkt (natriumarm) dieet volgen, moeten bruistabletten
vermijden: die bevatten namelijk veel natrium
Smelttablet:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadeboot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.