100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
WG 6 EBR (Master) $3.21
Add to cart

Class notes

WG 6 EBR (Master)

1 review
 60 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 6 pagina's voor het vak Europees Belastingrecht aan de UL (WG 6 EBR (Master))

Preview 2 out of 6  pages

  • May 21, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: m11 • 5 year ago

avatar-seller
EBR – uitwerkingen week 6 – Staatssteun

Vraag 1
Geef gestructureerd weer welke stappen het Hof van Justitie heeft
gezet in zaak C-78/08, Paint Graphos, om tot zijn eindoordeel te
komen.

Hoe komt deze zaak bij het HvJ terecht?
Italiaanse rechter heeft prejudiciële vragen gesteld. De rechter wilt weten
of die belastingvrijstelling staatssteun is. In Italië werden namelijk
belastingvoordelen toegekend aan bepaalde coöperatieve
vennootschappen. De Italiaanse rechter denkt ook dat het nieuwe steun is,
en als het dan niet is aangemeld is het onrechtmatige steun. De rechter
mag geen onrechtmatige staatssteun verlenen want dan schendt hij art.
108(3) VWEU. Verwijzende rechter mag onrechtmatige staatssteun niet
verlenen dan wel uitbreiden want dan schendt hij art. 108(3). Daarom
komt die zaak bij het HvJ terecht. Het HvJ gaat dan (weer) uitleggen wat
staatssteun is.

HvJ loopt de staatssteun voorwaarden langs:
1. Een maatregel van de staat, met staatsmiddelen bekostigd;
 Het is een cumulatief vereiste, dus én een maatregel van de staat
én met staatsmiddelen bekostigd. Het moet (in)direct overheidsgeld
kosten, dus ook een inkomensderving. Er moet een risico zijn dat de
begroting van de lidstaat wordt belast. Er is sprake van een
vrijstelling dus dat betekent inkomensderving voor de lidstaat. Aan
de eerste voorwaarde is voldaan.
2. Die de mededinging (dreigt te) vervalsen;
3. Door begunstiging van bepaalde ondernemingen of
producties (selectiviteitseis);
 Voordelige afwijking van de normale belastingregeling waarbij
bepaalde ondernemingen worden begunstigd ten opzichte van
andere ondernemingen die objectief vergelijkbaar zijn.
- Wat is de normale regeling? (de referentieregeling)  in Italië is
de normale regeling een winstbelasting. Een vrijstelling daarvan
kan dus een selectief voordelen betekenen voor die coöperatie.
Dat hangt er van af of ze objectief vergelijkbaar zijn.
- Is er een voordelige afwijking? Ja een vrijstelling;
- Zijn de coöperaties (die de voordelige afwijking verkrijgen)
objectief vergelijkbaar met andere ondernemingen die de
vrijstelling niet krijgen.
 HvJ: r.o. 61: coöperaties zijn niet vergelijkbaar met andere
vennootschappen mits ze intern (enkel voor hun leden optreden).
Als ze alleen intern optreden en dus niet vergelijkbaar zijn met
andere ondernemingen die Vpb-plichtig zijn, is er geen sprake
van een selectief voordeel. (samenvatting in r.o. 64)
 Coöperaties en andere Vpb-plichtige kunnen vergelijkbaar zijn
maar ze kunnen ook niet vergelijkbaar zijn. Ligt heel feitelijk.
 Indien er sprake is van ongelijke behandeling van gelijke
gevallen moet zich afgevraagd worden of dit gerechtvaardigd kan
1

, worden door de aard en de opzet van het belastingstelsel. Het
moet wel een fiscale rechtvaardigingsgrond zijn. HvJ honoreert
coherentiebeginsel. Interne ledenwinst mag anders worden
behandeld mits die winst bij de leden wordt belast. Externe
winsten (dus niet leden-voordelen) die moet je wel belasten bij de
coöperaties. Een maatregel moet wel voldoen aan het
evenredigheidsbeginsel: een verschil in behandeling mag nooit
verder gaan dan de verschillende situatie.
4. Voor zover de steun het handelsverkeer ongunstig kan
beïnvloeden;

Extra opmerking: wil er sprake zijn van een steunmaatregel dan moet de
staatsbegroting worden belast. In belastingzaken zal het al snel gaan om
staatsmiddelen. Stel de normale regeling is Vpb heffen, en daar wordt een
uitzondering op gemaakt dan is er sprake van een derving van
overheidsinkomsten/ van de staatskas.

Vraag 2
Bestudeer het arrest van het Hof van Justitie in de zaak-Gibraltar
(gevoegde zaken C-106/09 P en C-107/09 P). Bestudeer tevens de
beschikking van de Commissie die in deze zaak aan de orde is
(beschikking van de Commissie van 30 maart 2004, 2005/261/EG).

Gevraagd: de Commissie en het Hof van Justitie kijken
verschillend aan tegen de materiële selectiviteit van de Gibraltese
belastingmaatregelen. Beschrijf het verschil in deze analyses.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de jure materiele selectiviteit
en de facto materiele selectiviteit.
o De jure: een maatregel die zodanig is vormgegeven dat de
maatregel zich beperkt tot bepaalde ondernemingen;
o De facto: een maatregel die formeel gezien openstaat voor alle
ondernemingen maar door de feitelijke werking/uitkomst worden
bepaalde ondernemingen bevoordeeld.

Toetsingskader materiele selectiviteit:
o Wat is de normale regeling?
o Zorgt de afwijkende regeling voor een voordeel bij de onderneming?
o Kan dit worden gerechtvaardigd?

HvJ Gibraltar
De Commissie start een formele onderzoeksprocedure tegen twee in
Gibraltar geldende regelingen inzake de vennootschapsbelasting met
betrekking tot vrijgestelde vennootschappen en gekwalificeerde
vennootschappen.

De Government of Gibraltar wilt de vennootschapsbelasting hervormen en
daar gaat dit geding over. De belastinghervorming bestond uit een


2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added