100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Duidelijk overzicht deel personenbelasting (fiscaal recht) $5.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Duidelijk overzicht deel personenbelasting (fiscaal recht)

 40 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

beknopte samenvatting van het deel personenbelasting (onderdeel fiscaal recht), aan de hand van de kern van de personenbelasting, verduidelijkt aan de hand van schema's en oefeningen, met tips welke oefeningen belangrijk zijn voor het examen.

Last document update: 6 months ago

Preview 4 out of 17  pages

  • May 26, 2024
  • May 27, 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
PERSONENBELASTING
1. FISCAAL INWONERSCHAP
INWONERSCHAP  omwille van:
1. Woonplaats in BE
2. Zetel van fortuin in BE (indien geen woonplaats in BE)

Waarom belangrijk?
• Fiscaal inwoner van BE onderworpen aan wereldwijde inkomen (dus OOK alles in
buitenland)
• 2 uitzonderingen:
 1. Buitenlandse diplomaten
 2. Personen ingeschreven in het wachtregister (= vluchtelingen)

Bewijslast  ligt bij de administratie


Woonplaats in België:
• Feitelijke opvatting  kijken naar de omstandigheden  bestendigheid
• Kijken naar:
 Onroerend goed
 Sociale activiteiten
 Waar ben je in weekenden enz.
• Kan op 2 manieren – 2 vermoedens:
 1. Weerlegbaar vermoeden: inschrijving in rijksregister
 2. Onweerlegbaar vermoeden: gehuwden en samenwonenden (= waar het gezin is
gevestigd)
Vb. je bent voor je werk in Monaco maar je kinderen en vrouw zijn/wonen nog in BE


Zetel van fortuin in België:
• = plaats waar je fortuin wordt beheerd
• Feitelijke boordeling  continuïteit
• Kijken naar:
 Plaats vanwaar fortuin (beleggingen, onroerende goederen) wordt beheerd
 Aanwezigheid van bankuittreksels
 Financiële dagbladen enz.


Dubbele belastingheffing:
Wie is de “winnerstate”?  a.d.h.v. een cascade-systeem! (Art. 4.2. OESO-Modelverdrag)

1. Staat waar “permanent home” aanwezig is
2. Staat van “vital interest”
3. Habitual abode (= waar je gewoonlijk verblijft)
4. Nationaliteit
5. Overleg tussen belastingadministraties

,2. INKOMEN VAN ONROERENDE GOEDEREN
• Wie?  Eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker
 NIET blote eigenaar!

• Onroerende voorheffing + personenbelasting
 Onroerende voorheffing (Gewestelijke belasting)
 Vlaams gewest: 3,97% x KI
 Provincies en gemeenten kunnen daar opcentiemen op heffen (art. 464/1, 1° WIB)
 Personenbelasting
 Is van toepassing op zowel OG die niet verhuurt worden als op OG die verhuurt
worden ook al krijg je er geen inkomen uit, toch wordt dat belast op het KI
(conceptueel raar)

• Belastbare inkomsten  zie schema pagina hieronder (art. 7 WIB)

• Vaststelling netto-inkomen
 Forfaitaire kostenaftrek
 Aftrek van leningen (art. 14 WIB)
 NIET voor eigen woning (gewestelijke bevoegdheid)
 Leningen specifiek aangegaan om onroerend goed te verwerven (aankoop /
nieuwbouw / erfenis), ook herfinancieringsleningen
 Enkel aftrekbaar van onroerend inkomen (ook eventueel van andere onroerende
inkomsten)

• Tarief
 Inkomen uit de verschillende bronnen wordt samengevoegd om het belastbare inkomen
te bepalen (art. 6 WIB)
 Progressief tarief gaande van 25% tot 50% (art. 130 WIB)
 O.b.v. draagkrachtbeginsel  hoe hoger je inkomen, beland je in een hogere schijf
qua belasting



Dubbele belasting:
• Art. 6 OESO-Modelverdrag: Inkomen van OG mag worden belast in de liggingstaat
 Lezen in combinatie met art. 23A  andere staat moet dan vrijstellen
 België heeft als woonstaat in principe een vrijstelling met progressievoorbehoud
= het wordt wel vrijgesteld, MAAR om te berekenen gaan we toch doen alsof die
inkomsten er wel zijn en je zo toch in een hogere belastingschijf (het progressief tarief
van 25%-50%) terechtkomt

• Kadastraal inkomen buitenland: indien geen gepast referentieperceel: 5,3% van de normale
verkoopwaarde van 1/1/1975 (art. 471, 472 & 478, 1ste lid WIB)

• Buitenlandse onroerende inkomsten MOETEN aangegeven worden in de aangifte EN de
vrijstelling moet GEVRAAGD worden!

, = kadastraal inkomen
ONGEBOUWD OG


NIET VERHUURD

= kadastraal inkomen + 40%
GEBOUWD OG
! vrijstelling voor eigen woning
(art. 12, §3 WIB)
INKOMEN
ONROERENDE
GOEDEREN ONGEBOUWD OG
= kadastraal inkomen
VERHUURD AAN NP
VOOR PRIVÉ-GEBRUIK

GEBOUWD OG
VERHUURD
= kadastraal inkomen
VERHUURD AAN NP + 40%
VOOR
BEROEPSGEBRUIK OF
AAN VENNOOTSCHAP


Werkelijk ontvangen huurgelden
MIN (-): forfaitaire kosten (art. 13 WIB)
 40% (gebouwd)
! met max. 2/3de van het gerevaloriseerd KI
 10% (ongebouwd)

, 3. INKOMEN VAN ROERENDE GOEDEREN




• Hoe zou je geld uit een vennootschap kunnen halen?
 Normaal: door een bezoldiging uit te keren  maar is hoog belast
 Hoe kan ik dit op een fiscaal interessante manier?  a.d.h.v. dividenden en interesten
 Interesten zelfs nog fiscaal interessanter dan dividenden OMDAT je 1) het lage tarief
hebt, MAAR 2) interesten zijn daarbovenop ook nog fiscaal aftrekbaar als
beroepskost


Interesten (art. 19 WIB):
• = Opbrengsten van leningen, gelddeposito’s, obligaties, en van elke andere schuldvordering
• Inzet van een vermogensbestanddeel met als doel opbrengsten
• Ook van buitenlandse oorsprong (dubbele belasting)
• Vrijstelling op 1ste schijf van 980 EUR van inkomsten uit spaardeposito’s (art. 21, 1ste lid, 5°
WIB)


Dividenden (art. 18 WIB):
• = alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen en winstbewijzen
 Ook dividenden in natura & liquidatie-uitkeringen
• Ook van buitenlandse oorsprong (dubbele belasting)
• Vrijstelling op 1ste schijf van 800 EUR (art. 21, 1ste lid, 14° WIB)


Terugbetaling maatschappelijk kapitaal  kapitaalvermindering:
• IN PRINCIPE: NIET belastbaar
 Je bent aandeelhouder en investeert in een vennootschap (inbreng / kapitaalverhoging),
in ruil daarvoor krijg je aandelen
ALS die vennootschap op een bepaald moment beslist om kapitaalvermindering te
doen, dan gaat het over geld die je er zelf hebt ingestoken  in die zin gebiedt de logica
dat als je dat geld eruit haalt je er NIET op belast wordt WANT het gaat niet over een
“inkomen” (het gaat over geld dat je er hebt ingestoken en er terug uit wil halen)  WIB
bepaalt regel dat kapitaalverminderingen IN PRINCIPE niet belastbaar zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student1510. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.92
  • (0)
Add to cart
Added