Samenvatting voor hoofdstuk 1 t/m 8 van levensfase benodigd voor de toets van ontwikkelingspsychologie in leerjaar 1 TP op saxion. De samenvatting bevat 90% van de informatie uit deze hoofdstukken.
Oefenvragen bij samenvatting: ontwikkelingspsychologie
Flashcards30 Flashcards
Free18 sales
Flashcards30 Flashcards
Free18 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
De periode voordat het kind geboren wordt.
Answer: Prenatale periode
2.
De ontwikkeling van een soort.
Answer: Fylogenese
3.
Het middelste kiemblad van de embryo.
Answer: Mesoderm
4.
Het kind maakt in deze fase onderscheid tussen bekende en onbekende mensen.
Answer: Differentiatiefase
5.
Uitten van stress in daden.
Answer: Acting out
6.
Niet meer in staat om de lichamelijke sensatie die op honger wijst waar te nemen.
Hetzelfde geldt voor sensatie zoals vermoeidheid.
Answer: Anorexia nervosa
7.
Deze groep bestaat bijvoorbeeld uit klasgenoten en vriendenclubs.
Answer: Informele continu groep
8.
Door deze aandoening kan iemand na een beschadiging geen nieuwe informatie opslaan.
Answer: Anterograde amnesie
9.
Geen sociale relaties aanwezig, geen sociale vaardigheden aanwezig: is een voorbeeld van welke relatiestijl?
Answer: De geïsoleerde relatiestijl
10.
Verspreiden van kennis en begeleiden van collega’s is een voorbeeld van welke generativiteit?
Answer: Generativiteit op het werk
Content preview
Samenvatting ontwikkelingspsychologie
Boek: Levensfasen BSN: 9789462365087
Tip: zorg dat je weet van je docent welke maanden/levensjaren je daadwerkelijk in getallen moet
kennen, het zijn er nogal wat.
1. De prenatale periode
Conceptie: bevruchting – het begin van het menselijk leven.
Prenatale periode: voordat het kind geboren wordt. (Hier kunnen de eerste ervaringen al ontstaan
voor het kind -> prenatale leerervaringen.)
Ontogenese: de ontwikkeling van een specifiek individu.
Hierbij speelt de omgeving een belangrijke rol.
Fylogenese: de ontwikkeling van een soort.
Hierbij speelt erfelijkheid een belangrijke rol.
Drie belangrijke factoren bij de prenatale ontwikkeling:
1. Groei: letterlijk de toename van masse/lengte of omvang. Hierop heb je beperkte invloed.
2. Rijping: het in staat zijn om nieuwe functies te vervullen. Het is een lichamelijk fysiologisch
proces. Niet/nauwelijks beïnvloedbaar. (Voorbeeld: je kan een kind van drie maanden niet
leren lopen. Er is rijping voor nodig voordat het lichaam in staat is deze functie te vervullen.)
3. Leren: erfelijkheid (intelligentie) en eventuele stoornissen hebben hier invloed op. De
omgeving speelt hier ook een grote rol in.
Zygote: bevruchte eicel.
1. Eerste trimester (maand 1-3)
Week 1 tot en met 10.
Germinale fase (week 1-2) de celdeling van de zygote van 1 cel naar enkele biljoenen.
Tweede fase (week 3-9) ontwikkeling van centrale zenuwstelsel, ogen, hart, tanden, oren, en het
Embryonaal! gehemelte en de externe genitaliën.
De foetus is nu herkenbaar als mens. Ook ontwikkelt het brein vanaf de derde week. Vanaf hier zijn
de eerste drie maanden dus heel belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen.
2. Tweede trimester (maand 4-6)
De foetus begint met allerlei bewegingen maken. Buigen,
Strekken, handen knijpen, kruip- en klimbewegingen.
Ontstaan van zenuwverbindingen in hersenen
In deze maanden ontwikkelen zich de meeste reflexen.
Er komen 8 reflexen tot stand in bepaalde weken maar
verdwijnen ook weer als het centrale zenuwstelsel zich
verder ontwikkeld.
1. Rooting en sucking reflex:
Wanneer de wang of de mondwand wordt
aangeraakt draait het hoofd daarnaartoe en steekt
het de tong uit. (Als anticipatie op zuigen aan
borst).
2. Palmar relfex / grijpreflex:
Vingers sluiten bij aanraken palm.
3. Plantar / babyskinreflex:
, Tenen krommen bij aanraken voetzool.
4. Mororeflex: omklemmingsbeweging met de benen als schrikreactie op plotselinge geluiden
of bewegingen.
5. Asymmetrische tonische nekreflex: wanneer het hoofd een kant op buigt strekken het been
en de arm aan diezelfde kant.
6. Spinal galant reflex: bij stimulatie van de buik of rug roteert of buigt het ruggenmergkanaal
45 graden naar de gestimuleerde kant.
7. Tonische labyrinth(ine) reflex forewards: bij het bewegen van het hoofd voor- en
achterwaarts buigt het hoofd boven en onder het niveau van de ruggengraat door.
8. Uterine withdrawal reflex: terugtrekken v/h lichaam bij knijpen tenen
Drie typen reflexen:
- Trimitieve:(ontwikkelen zich 9 weken na conceptie): vlucht- of vechtreflexen
- Transitionele: (6-8 maanden na geboorte) ondervinden van zwaartekracht om zo te kunnen
lopen, staan, springen, enzovoort.
- Posturele: (rond 10 maanden) rechtop staan, lopen, springen, enzovoort.
Een kiemblad of kiemlaag van een embryo is een verzameling van cellen die dezelfde oorsprong
hebben in de embryogenese en die zullen uitgroeien tot specifieke lichaamsweefsels.
Ectoderm: het buitenste kiemblad van een embryo.
Mesoderm: het middelste kiemblad van een embryo.
Endoderm: het binnenste kiemblad van een embryo.
Primitieve reflexen
De zuigreflex, de stapreflex, de grijpreflex, ook wel de primitieve reflexen genoemd deze reflexen
zorgen dat het kind kan overleven. De eerste groep reflexen ontstaat al in de baarmoeder.
Transitionele reflexen
De transitionele reflexen ontstaan in de overgangsfase tussen de primitieve en posturale reflexen.
Deze komen maand 6 tot 8 na de geboorte en duren een paar maanden. Deze helpen het kind om
onder andere zwaartekracht te ervaren en leren beheersen.
Posturale reflexen
Ongeveer 10 maanden na de geboorte, nemen de posturale reflexen het over. Zo is het kind dan in
staat om te leren zitten, opstaan, lopen, praten, enzovoort.
3. Derde trimester (maand 7-9)
Dit trimester is kenmerkend voor de snelle gewichtstoename van de foetus.
De beperkte ruimte in de uterus maakt dat het een vaste positie aanneemt. Het ligt steeds vaker met
het hoofd naar beneden.
7 maanden 38 cm en 1300 gram
8 maanden 40 cm en 2500 gram
9 maanden 3000 tot 4000 gram
De omgeving van het embryo en de foetus
Middelen die van buiten komen en invloed hebben op de prenatale ontwikkeling noem je
teratogenen. Dit zijn enkele teratogenen:
- Ondervoeding (heeft invloed op hersenontwikkeling)
- Chemicaliën en stralingsgevaar (Hiroshima en Nagasaki)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catvis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.