Dit is onderdeel van de complete study guide voor het vak Hindoeïsme en Boeddhisme aan de Universiteit van Amsterdam. Dit is een lijst met de door Carolina Ivanescu gegeven begrippen voor het onderdeel Hindoeïsme.
concepten van Hindoeïsme
Āryans: Een Indo-Europees volk dat in de tweede helft van het tweede millennium v.Chr. het Indisch
subcontinent binnentrok en bijdroeg aan de ontwikkeling van de Vedische cultuur.
ātman: Het innerlijke zelf of de ziel, beschouwd als eeuwig en identiek aan Brahman in de
Vedanta-filosofie.
Aum (Om): De heilige klank en het symbool dat het begin van het universum en de goddelijke
werkelijkheid vertegenwoordigt. De heilige klank Aum (Om) wordt beschouwd als de eerste trilling van
het universum en de bron van alle andere geluiden. Het reciteren van Aum creëert een vibratie die
resonantie heeft met de fundamentele energie van het universum. Deze trilling wordt gezien als een
manier om de geest te kalmeren en verbinding te maken met het goddelijke.
auspiciousness: De kwaliteit van voorspoed en welzijn; gunstige en positieve energie in rituelen en
dagelijkse activiteiten.
Bhagavad Gita: Een heilig geschrift in de vorm van een dialoog tussen prins Arjuna en de god Krishna,
waarin belangrijke filosofische en religieuze leringen worden uiteengezet.
Bhakti: Toewijding aan een persoonlijke god of godin, vaak gekenmerkt door liefdevolle aanbidding en
dienstbaarheid.
Bhakti yoga: Het pad van toewijding en liefdevolle overgave aan God als middel tot spirituele bevrijding.
Brahmā: De scheppende god in de Hindoeïstische trimoerti (drievuldigheid), naast Vishnu (de
beschermer) en Shiva (de vernietiger).
Brahman: De ultieme, onpersoonlijke realiteit of wereldziel die alle dingen doordringt en het
uiteindelijke doel van spirituele kennis en bevrijding.
caste system: Een sociaal stratificatiesysteem dat mensen in verschillende groepen (varna's) verdeelt op
basis van afkomst en beroepsrollen.
Chāndogya Upaniṣad: Een van de oudste en belangrijkste Upanishads, met leringen over de natuur van
de werkelijkheid en het zelf.
Dalit see Untouchables: De laagste sociale groep in het traditionele kastenstelsel, vaak buitengesloten en
onderdrukt.
dharma (righteous social engagement): De morele plichten en verantwoordelijkheden die individuen
hebben binnen hun sociale en kosmische orde.
, Epics: Grootschalige, vaak heroïsche gedichten zoals de Mahābhārata en de Rāmāyana, die belangrijke
religieuze en morele lessen bevatten.
Gandhi: Mahatma Gandhi, een belangrijk leider in de Indiase onafhankelijkheidsbeweging die de
principes van ahimsa (geweldloosheid) en satyagraha (waarheidskracht) voorstond.
guru: Een spirituele leraar of gids die wijsheid en kennis overdraagt aan zijn leerlingen.
Indus Valley Civilization: Een oude beschaving (ca. 2600-1900 v.Chr.) die zich ontwikkelde langs de
Indus rivier en wordt beschouwd als een van de vroege wortels van de Hindoeïstische cultuur.
jñāna yoga: Het pad van kennis en wijsheid, gericht op het verkrijgen van inzicht in de ware natuur van
de werkelijkheid en het zelf.
karma: Het principe van oorzaak en gevolg, waarbij iemands acties in het huidige leven de
omstandigheden van toekomstige levens bepalen.
Kṛṣna: Een avatar van Vishnu en een centrale figuur in de Bhagavad Gita, vereerd als een god van liefde
en toewijding.
Kundalinī yoga: Een vorm van yoga die zich richt op het opwekken van de latente spirituele energie
(kundalini) aan de basis van de wervelkolom.
Mahābhārata: Een van de twee grote epische gedichten van India, die de strijd tussen de Kaurava's en de
Pandava's en vele belangrijke filosofische en religieuze leringen beschrijft.
mantra: Heilige spreuken die worden gereciteerd tijdens meditatie en rituelen. Elke mantra produceert
specifieke trillingen die spirituele energie kunnen opwekken en een zuiverend effect hebben op de
persoon die de mantra reciteert. Deze trillingen worden geacht de geest te concentreren en spirituele
inzichten te bevorderen.
marriage (vivaha): Een belangrijk sociaal en religieus ritueel in het Hindoeïsme, waarbij twee individuen
worden verenigd in een levenslange verbintenis.
mokṣa (liberation): De bevrijding van de cyclus van geboorte en dood (samsara) en het bereiken van
eenheid met Brahman.
Osho: Een moderne spirituele leider en goeroe bekend om zijn controversiële ideeën en
gemeenschappen.
patañjali: De auteur van de Yoga Sutra's, een klassieke tekst over de filosofie en praktijk van yoga.
pūjā: Een ritueel van aanbidding waarbij offers worden gebracht aan een godheid als een teken van
toewijding. Tijdens dit ritueel worden klokken, schelphoorns en andere geluidsinstrumenten gebruikt
om heilige trillingen te creëren die de omgeving zuiveren en een goddelijke aanwezigheid oproepen. De
ritmische recitatie van hymnen en het luiden van klokken versterken de spirituele sfeer van de rituelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarsmalbrugge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.70. You're not tied to anything after your purchase.