100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting OMT2 slides en nota's les (geslaagd in 1ste zit met deze samenvatting) $5.34
Add to cart

Summary

Samenvatting OMT2 slides en nota's les (geslaagd in 1ste zit met deze samenvatting)

1 review
 156 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting vak OMT 2. Bevat slides, nota's van de lessen, incl de oplossingen van de voorbeeld oefeningen gemaakt tijdens de les. Vak gedoceerd door T. Vantilborgh, aan de VUB. (geslaagd in 1ste zit met deze samenvatting)

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 46  pages

  • May 24, 2019
  • February 7, 2021
  • 46
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: zoravanweert • 4 year ago

avatar-seller
OMT 2
1. Psychologie als wijze van denken.
1.1. Onderzoek produceren of consumeren?
- Rol van onderzoek “producent” versus rol van onderzoek “consument”
o Consumeren: gebruiken voor besluiten vormen (welke vorm van therapie)
o ! Evindence based tewerk gaan!
- Voorbeelden om het belang van de rol van onderzoek “consument” te illustreren:
o Facilitated communication treatment
o Scared-straight approach
o “Mindfulness kan je beter doen presteren op school”

1.2. Hoe werken wetenschappers
- Wetenschap is gebaseerd op empirie
o Empirische methode is gebaseerd op data van
 Directe zintuiglijke waarnemingen
 Meetinstrumenten
o Empirische wetenschappers trachten systematisch, nauwkeurig, en repliceerbaar
onderzoek te verrichten
o Empirie is niet gebaseerd op eigen ervaringen, intuïtie, of autoriteitsfiguren (zie
verder)
- Wetenschappers testen theorieën
o Theorie-data cyclus
 Hypothese-> data-> ondersteuning voor theorie of hyp verworpen->
studie niet goed opgezet of theorie is fout-> hypothese…
o Onderzoek Harlow (1958): cupboard theory vs contact comfort theory
 Hechting omdat voeding geven= cupboard theorie (food)
 Hechting door genegenheid, affectie= contact comfort theorie (cosy)
o Kenmerken van een goede theorie
 Ondersteund door data
 Falsifieerbaar: moet theorie kunnen ontkrachten (niet alleen
immunisering)
 Parsimonie (principe van “Occam’s razor”): simpelste theorie wint
o Voorbeeld niet-falsifieerbare theorie:
 Facilitated communication treatment believers
 Zie boek “De ongelovige Thomas heeft een punt”
o Theorie wordt geëvalueerd op basis van alle beschikbare bewijs.( zowel pro-
contra studies afwegen)
- Wetenschap kan fundamentele en toegepaste vragen beantwoorden

, o Fundamenteel onderzoek: studie zonder direct praktische implicaties ( kennis die
later kan leiden tot andere studies)(unif)
o Toegepast onderzoek: directe implicaties vb: in school gaan testen
o Vertalend onderzoek: brug tussen fundamenteel en toegepast, abstract niveau
(labo)
- Wetenschap is continu in ontwikkeling
o Theorieën worden continu getest, aangepast, en gefalsifieerd
o Wetenschappers zetten vervolgonderzoek op: voorbeeld impact van kleur op
approach- en avoidance motivatie in context (afhankelijk van context) (Meier et
al., 2012)
- Wetenschappers publiceren hun resultaten in vaktijdschriften
o Manuscripten worden ingestuurd naar wetenschappelijke tijdschriften (bv.
Nature, Science, Psychological Bulletin) Zo communiceren naar andere
wetenschappers.
o Peer-review
o Rol van de editor
o Rol van de reviewers
o Reject, revise, of accept
 1) relevant voor het tijdschrift?
 2) review door andere wetenschapper (dubble blind: wetenschapper en reviewer
weten niet wie ze zijn): kwaliteits controle (reject, revisie, accept)
- Wetenschappers communiceren met het brede publiek via journalisten
o Media: wetenschappers via persbericht een simplistische (voor iedereen
begrijpbare) versie van onderzoek schrijven. Vaak ongenuanceerd en veel info
verloren (vb klassieke muziek VS IQ: bevorderd een aspect op IQ test media->
intelligenter als klassieke muziek luistert.)

1.3 Bronnen van informatie
• Onderzoekers:
• Gebruiken een vergelijkingsgroep
• Controleren voor derde variabelen (confounders)
• Trachten informatie te evalueren zonder bias
• Onderzoek is beter dan:
• Eigen ervaring
• Intuitie
• Autoriteitsargumenten

Onderzoek VS ervaring
• Ervaring heeft geen vergelijkingsgroep!!!
• Er zijn derde variabelen (confounders) bij ervaring
• Bottom line: onderzoek is beter dan ervaring
• Dr. Benjamin Rush – aderlatingen
• De behandeling met aderlatingen werd nooit vergeleken met een controle groep
• Ervaring is “confounded”
• We controleren onze eigen ervaringen niet voor meerdere, gelijktijdig optredende factoren
die een invloed hebben op onze gevoelens en gedrag
• Onderzoek is beter dan eigen ervaring, want…

, • … onderzoekers gebruiken een controle groep, controleren voor derde variabelen, en
trachten informatie te evalueren zonder bias: Voorbeeld: onderzoek Bushman (2002) naar
catharsis hypothese
• Onderzoek is wel probabilistisch! : tot op zekere hoogte voorspellen, niet voor iedereen,
uitzonderingen.(onderzoek agressie- fysieke inspanning)
- Biases:
• Een goed verhaal
• Availability heuristic : recente gebeurtenissen
• Present/present bias: denken voornamelijk aan meest levendig (aderlatingen)
• Confirmation bias :opzoek naar info dat bevestigd (IQ test: laag-> IQ test niet betrouwbaar)
• Confirmatory hypothesis testing: test zo leiden tot je idee bevestigd is (vragen intovert intov
suggestief opstellen)
• Bias blind spot : denken dat je niet vatbaar bent voor biassen.
• Dunning-Kruger effect (te hoog inschatten van onze eigen competenties)

Autoriteiten geloven
= VB.: Vaccinatie protest USA, Trump tweets.

Wetenschappelijke bronnen
• Verschillende vormen:

• Empirische artikels gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften
• Review artikels gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften (bv.: meta-analyse)
• Boekhoofdstukken (edited books)
• Wetenschappelijke boeken
• Niet wetenschappelijk:
• Boeken voor brede publiek
• Wikipedia
• Populaire media

2. Grondbeginsels van alle onderzoek
2. 1 Drie soorten uitspraken
Variabelen
• Variabelen versus constante
• Onafhankelijke versus afhankelijke variabele
• Meten versus manipuleren van variabelen
• Van conceptuele variabele naar geoperationaliseerde variabele
Voorbeeld: Hebben mensen die veel SMS berichten sturen tijdens het rijden met de wagen een
grotere kans op ongevallen in het verkeer?
• Wat zijn de (onafhankelijke en afhankelijke) variabelen?
• Hoe zou je de onafhankelijke variabele meten?
• Hoe zou je de onafhankelijke variabele manipuleren?
Drie soorten uitspraken
Uitspraken over:
1. Frequenties: Hoeveel keer iets voorkomt. beschrijvend onderzoek. Variabele
altijd gemeten niet gemanipuleerd.
Voorbeelden:

, • 60% van de tieners versturen SMS berichten tijdens het rijden
• 12% van de kiezers heeft een voorkeur voor Groen
2. Verbanden: altijd 2 variabelen ~Correlationeel onderzoek.
-Voorbeelden:
• Schuchtere personen zijn beter in het herkennen van gezichtsuitdrukkingen
• Zelf-controle hangt positief samen met studieresultaten
-Verband tussen 2 variabelen:
• Positief / Negatief
• Geen verband
• Curvelinear verband
 Bij squatterplot: hoe verder de punten van de rechte hoe meer fouten werden
gemaakt en hoe lager de correlatie.
3. Causale verbanden: ~Experimenteel onderzoek.
-Voorbeelden:
• Muziek lessen verbeteren je IQ
• Stress veroorzaakt Diabetes type-II
 Opgelet! Gebruik van werkwoorden kan een groot verschil maken tussen
verband en causaal verband! (media: journalisten kiezen vaak voor causale
werkwoorden omdat deze sterker klinken, zo vaak fouten over uitspraken,
uitkomsten van een onderzoek.)




2.2 Vier aspecten validiteit
= onderzoek beoordelen op basis van deze vier aspecten.

1) Externe validiteit
= in welke maten kan onderzoek uitspraken doen over de veralgemeenbaarheid?

o Kunnen we veralgemenen vanuit de steekproef naar de populatie?

2) Interne validiteit
= Uitspraken over causale verbanden, is dit mogelijk?

3) Statistische validiteit
= Komen de uitspraken van de wetenschapper overeen met de statistische data die vermeld wordt?

4) Construct validiteit
= Hoe goed hebben we gemeten/ gemanipuleerd? (betrouwbaarheid, convergente validiteit)

Validiteit en uitspraken over frequentie
Construct validiteit van de variabele:
• Hoe goed heb je de variabele gemeten?
Externe validiteit is essentieel!:
• Kunnen we veralgemenen van de steekproef naar de populatie?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CaithlinVanDorpe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.34  5x  sold
  • (1)
Add to cart
Added