100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verloskunde OWG8.3: Te zwaar, te groot, te veel? $5.16   Add to cart

Case

Verloskunde OWG8.3: Te zwaar, te groot, te veel?

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is de volledige uitwerking van OWG8.3: Te zwaar, te groot, te veel?

Preview 3 out of 17  pages

  • May 27, 2024
  • 17
  • 2022/2023
  • Case
  • -
  • 7-8
avatar-seller
OWG8.3
Te zwaar, te groot, te veel?
Globale leerdoelen:

• De VIO kan de integrale verloskundige zorg bij een posi>eve discongruen>e toelichten.
• De VIO kan de integrale verloskundige zorg bij een vrouw met obesitas toelichten.
• De VIO kan de integrale verloskundige zorg rondom schouderdystocie toelichten en
toepassen in een oefensitua>e.

Leerdoelen vanuit onderwijsgroep:

1. Beschrijf de invloed van obesitas op de preconcep>e, prenataal, nataal en postpartum + rijtje van
joke (aandachtspunt beleid 1e en 2e lijn)
2. Beschrijf de invloed van posi>eve disconguen>e/macrosoom op de preconcep>e, prenataal, nataal
en postpartum + rijtje van joke.
3. Beschrijf de invloed van de schouderdys op de preconcep>e, prenataal, nataal en postpartum +
rijtje van joke.
4. Beschrijf de invloed van de polyhydramnion op de preconcep>e, prenataal, nataal en postpartum +
rijtje van joke.

1. Obesitas van pre-concep2oneel tot postpartum
(Bron: factsheet KNOV)
Obesitas wordt volgens de WHO-classifica>e gedefinieerd als een BMI
≥ 30 kg/m2. De BMI kan bij een zwangerschap op twee manieren
berekend worden: op grond van zelf-gerapporteerd gewicht vóór de
zwangerschap en (zelf-gerapporteerde of gemeten) lengte, of op grond
van gemeten gewicht >jdens intake en (zelf-gerapporteerde of
gemeten) lengte.

Perined cijfers over obesitas bij zwangere vrouwen ontbreken. Cijfers
van het Centraal Bureau van de Sta>s>ek (CBS) geven ons inzicht in het
percentage obesitas bij niet-zwangere vrouwen, gebaseerd op zelf-
gerapporteerd gewicht en lengte. De prevalen>e van obesitas bij vrouwen boven de 20 jaar is 15,6%.
De prevalen>e s>jgt met de lee_ijd.

In een Nederlandse popula>e zwangere vrouwen met een intake in het 1e trimester in de eerstelijns
verloskunde is de prevalen>e van obesitas 12,1% op basis van zelf gerapporteerd preconcep>oneel
gewicht.

Pathofysiologie
Het ontstaan van obesitas berust op een complex mechanisme in de vetcel dat van invloed is op
hormonale processen in het lichaam. Vetcellen zorgen voor vetopslag en produceren als een
endocrien orgaan cytokines en hormonen die betrokken zijn bij het glucose- en lipidenmetabolisme,
ontstekingsmechanismen, stolling, bloeddruk en het eetgedrag. Obesitas gaat gepaard met een hoge
concentra>e vrije vetzuren in het bloed. Dit veroorzaakt oxida>eve stress in cellen van vele weefsels
(zoals pancreas en lever), resulterend in stoornissen van het glucose- en lipidenmetabolisme. Tevens
neemt de secre>e van adipokines vanuit het abdominale vet toe. Dit kan bijdragen aan ß-
celdisfunc>e van de pancreas, inflamma>e, vaatnieuwvorming, endotheeldisfunc>e,
immuniteitstoornissen en atherogenese. Deze mechanismen dragen bij aan de toegenomen

,ontwikkeling van atherosclerose, hypertensie, diabetes, kanker, astma en subfer>liteit bij personen
met obesitas.

Gewichtstoename ontstaat door een langdurige onevenwich>gheid in de energiebalans. Enerzijds
bevorderen een zidende leefs>jl en hoogenerge>sche voeding gewichtstoename en obesitas,
anderzijds verkleinen regelma>ge lichamelijke ac>viteit en laagenerge>sche voeding het risico op
overgewicht.

Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren zijn cruciaal als determinant van voeding- en beweeggedrag. De term obesogene
omgeving verwijst naar een omgeving waarin het gemakkelijk is (iets) te veel energie in te nemen via
voeding en/of (iets) te weinig energie te verbruiken door lichamelijke inac>viteit. Omgevingsfactoren
kunnen worden onderverdeeld in de fysieke omgeving (is er bijvoorbeeld een speelplaats die goed is
onderhouden?), de sociale omgeving (wat vindt men ervan als ik een appel prefereer boven een
energierijk tussendoortje?) en de economische omgeving (kan ik de contribu>e van de sportclub
betalen?). Hoewel erfelijke aanleg een rol speelt bij het ontstaan van obesitas, is het tot dusverre,
met uitzondering van enkele zeldzame muta>es, niet mogelijk gebleken varia>es in het gene>sch
materiaal op te sporen die de ontwikkeling van overgewicht in een vroeg stadium kunnen voorspellen
en die kunnen worden ingezet bij gene>sche screening.

Risicofactoren voor het krijgen van obesitas
In reviews naar gewichtstoename door stoppen met roken worden gemiddelden tussen 2,5 en 5 tot 6
kg lichaamsgewicht toename gerapporteerd, met veel individuele varia>e. Vrouwen komen
gemiddeld meer aan dan mannen. Het gewicht stabiliseert na ongeveer 6 maanden.

In retrospec>eve gegevens van 36.030 vrouwen 6 maanden postpartum (n = 36.030) en vrouwen 18
maanden postpartum (n = 26.846) werd aangetoond dat zwangerschap geassocieerd is met
gewichtss>jging: 6 maanden postpartum was het gewicht gemiddeld 0,3 tot 0,4 kg en na 18 maanden
0,16 tot 0,20 kg hoger per kg gewichtstoename in de zwangerschap. Bij een gewichtstoename van
ongeveer 12 kg >jdens de zwangerschap, zou volgens berekening postpartum gewichtstoename
voorkomen kunnen worden door 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Ook zou door het
geven van borstvoeding de kans op een gewichtstoename van meer dan 5 kg gereduceerd kunnen
worden, onagankelijk van de gewichtstoename >jdens de zwangerschap, behalve bij de vrouwen
met een BMI ≥ 35

Psychologische factoren
Problema>sch eetgedrag kan onderverdeeld worden in drie subtypen: lijngericht eten, extern eten en
emo>oneel eten. De lijngerichte eter wil voldoen aan het westerse slankheidsideaal. Afwijkingen
hiervan kunnen het gevoel van zelfwaardering nega>ef beïnvloeden. Dit type eter hanteert strenge
gedrags- en dieetregels die op disfunc>onele ideeën over de effecten van voedsel berusten. Deze
regels zijn dermate rigide dat zij slechts een beperkte >jd kunnen worden nageleefd. De emo>onele
eter hee_ problemen met het herkennen van hongergevoelens en verzadiging. Eenzaamheid,
verveling en somberheid verhogen de kans op ongewenst eetgedrag. De externe eter laat zich vooral
prikkelen door het zien of ruiken van eten of door situa>es die hiermee geassocieerd worden.
Emo>oneel eten bleek een variabele bij de rela>e tussen nega>eve levensgebeurtenissen en de
verandering in lichaamsgewicht. Laag-emo>onele eters vertoonden de natuurlijke reac>e: afvallen,
terwijl hoog-emo>onele eters een atypische stress reac>e vertoonden: aankomen

, Ziektebeelden en gewichtstoename
Hypothyreoïdie, polycysteusovariumsyndroom (PCOS), Cushing syndroom, syndroom van Down,
groeihormoondeficiën>e, hypothalamusbeschadiging (tumor, trauma, opera>e), gene>sche
syndromen geassocieerd met hypogonadisme (bijvoorbeeld Prader-Willi) kunnen samengaan met
gewichtstoename. Echter, in het algemeen zal de gewichtstoename door de meeste aandoeningen
niet meer zijn dan 10 kg, zodat de bijdrage aan het ontstaan van obesitas beperkt is. De werkgroep is
van mening dat er alleen bij duidelijke aanwijzingen voor een onderliggende aandoening nader
onderzoek verricht moet worden en alleen dan als het opsporen van een dergelijke aandoening ook
andere consequen>es hee_. De behandeling van obesitas is namelijk al>jd relevant, onagankelijk
van de oorzaak.

Geneesmiddelen en gewichtstoename
Geneesmiddelen die gewichtstoename kunnen veroorzaken zijn: An>diabe>ca, an>depressiva, SSRI’s,
an>-epilep>ca, an>psycho>ca en hormonale an>concep>e. De werkgroep is van mening dat obesitas
zelden veroorzaakt wordt door het gebruik van geneesmiddelen. De bijdrage van geneesmiddelen tot
het ontwikkelen van obesitas zal slechts beperkt zijn.

Eetstoornis en gewichtstoename
De eetstoornis binge ea>ng disorder (eetbuistoornis) kan van belang zijn voor het ontwikkelen en/of
in stand houden van obesitas. Bij deze eetstoornis is er sprake van herhaalde episodes van eetbuien,
die een onaangename spanning opleveren. De eetbui wordt meestal niet gevolgd door compensatoir
gedrag (bijvoorbeeld braken, laxeren) zoals bij boulimia. Bij de eetstoornis boulimia nervosa is het
gewicht vaak normaal, omdat dit compensatoir gedrag wel optreedt. Psychologische factoren, zoals
emo>oneel eten (eten als reac>e op nega>eve gebeurtenissen), kunnen een rol spelen bij het
ontstaan van obesitas. Seksueel misbruik of andere vormen van geweld en affec>eve verwaarlozing
bij kinderen zijn geassocieerd met het voorkomen van obesitas op volwassen lee_ijd.

Preconcep>onele risico’s
(Bron: NHG) Over het algemeen hebben vrouwen met obesitas een regelma>ge menstruele cyclus
zonder aanwijzingen voor verstoringen van geslachtshormoonsynthese en -metabolisme. De mening
over de oorzaak van subfer>liteit bij deze vrouwen is niet eensluidend. De duidelijkste oorzaak voor
subfer>liteit bij vrouwen met obesitas is anovula>e. Door de verminderde gevoeligheid van de
perifere weefsels voor insuline (insulineresisten>e) bij obesitas neemt de insulineconcentra>e toe.
Insuline s>muleert de bijnieren, lever en ovaria tot een verhoogde androgeenproduc>e, wat
anovula>e veroorzaken kan. Daarnaast gaat de aanwezigheid van het viscerale abdominale vet
gepaard met hyperinsulinemie. Het polycysteusovariumsyndroom (PCOS) is de meest voorkomende
oorzaak van anovula>e. Bij 65% van de PCOS-pa>ënten draagt overgewicht of obesitas bij tot
anovula>e. Ook hee_ obesitas invloed op de zwangerschapskansen bij subfer>ele vrouwen die wel
ovula>es hebben. Het blijkt dat elk punt boven een BMI van 29 een verminderde kans op
zwangerschap gee_ van 4%

Een verhoogde BMI (25-30 kg/m2) hee_ een rela>e met (herhaalde) miskraam.
Supramaniam et al vonden een lager succespercentage van fer>liteitsbehandelingen (IVF/ICSI) bij
vrouwen met obesitas (BMI ≥ 30) in vergelijking met vrouwen met een normaal gewicht. Er was na
IVF/ICSI zowel een reduc>e in het aantal vastgestelde zwangerschappen als een hoger aantal
miskramen bij vrouwen met een BMI ≥ 30 in vergelijking bij vrouwen met een normaal BMI.

(Bron: NHG) Uit verschillende prospec>eve onderzoeken en dwarsdoorsnedeonderzoeken is gebleken
dat obesitas een significante associa>e hee_ met erec>ele disfunc>e bij mannen met en zonder
comorbiditeit, zoals hypertensie, diabetes mellitus en mic>eklachten. Ook bij vrouwen met obesitas

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ernasmit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.16
  • (0)
  Add to cart