100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
WG 9 EBR (Master) $3.44   Add to cart

Class notes

WG 9 EBR (Master)

 54 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 8 pagina's voor het vak Europees Belastingrecht aan de UL (WG 9 EBR (Master))

Preview 2 out of 8  pages

  • May 24, 2019
  • 8
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Nieuwboer
  • 9
avatar-seller
EBR – uitwerkingen week 9 – ATAD I en II

Vraag 1 (max 1 pagina)
A Inc. is een lichaam gevestigd in de Verenigde Staten. Naast zijn
industriële werkzaamheden houdt A Inc. alle aandelen Z Limited
(in Bermuda gevestigde limited liability company, vergelijkbaar
met een Nederlandse besloten vennootschap). A Inc. is tevens de
99,9% commanditaire vennoot in C CV, een in Nederland
gevestigde commanditaire vennootschap. De 0,1% beherende
vennoot is Z Limited. C CV is de enige aandeelhouder van B BV,
een in Nederland gevestigde besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid. Gegeven is dat C CV niet een open
commanditaire vennootschap is in de zin van art. 2 lid 3 onderdeel
c AWR.

B BV is een winstgevende operationele vennootschap. Het leent
langlopend van C CV en betaalt een vaste zakelijke rente aan C
CV. Veronderstel dat C CV verder geen activiteiten heeft en dat de
rente geheel aftrekbaar is van de in Nederland belastbare winst
van B BV.

Op grond van de federale belastingwet in de Verenigde Staten
worden zowel B BV als C CV als niet-transparant aangemerkt.
Veronderstel dat voor het overige de belastingwet in de
Verenigde Staten gelijk is aan de Nederlandse wet
vennootschapsbelasting en tevens dat het belastingverdrag
tussen Nederland en de Verenigde Staten conform het OESO-
Modelverdrag is ingericht.

Beschrijf de belastingheffing van A Inc., B BV en C CV wanneer
alle bepalingen van de anti-ontwijkingsrichtlijn in alle lidstaten in
werking zijn getreden.




Een van de lastigste
dingen in de ATAD is dat
dingen van elkaar afhankelijk zijn geworden. Bijv. in de CFC: de moeder is

1

, afhankelijk geworden van de belastingdruk in de CFC Dochter. Er zit een
soort gelaagdheid in, de belastingheffing van de één is afhankelijk worden
van de belastingheffing van de ander.

De volgorde waarin de vraag wordt behandelen is daarom van belang.
In hoofdlijnen: wat zou er binnen de ATAD de regels kunnen zijn die op A
Inc. van toepassing kunnen zijn? Heeft A Inc. te maken met de hybrid
mismatch bepalingen? Ja. CFC-regel bij A Inc. van invloed? Ja.
Earningsstripping?

En bij B BV? CFC: Nee, want BV is geen aandeelhouder van iemand. Wel
hybrid mismatches.

En bij C CV? CFC: nee. Hybrid mismatches? Ja.
Normaal is de richtlijn alleen van toepassing op lichamen, maar op grond
van art. 1 lid 2 is voor een niet-belastingplichtige hybrid art. 9bis ook van
toepassing.

Wat is een ‘handige’ volgorde om te bepalen wat de fiscale gevolgen zijn?
Wie zou je als eerste behandelen en wie als laatste?

Allereerst B BV:
Art. 2 lid 9 ATAD: (definitie)
Art. 2 lid 9 ATAD 2 (aanvullende versie)
Art. 9 lid 2 ATAD: (wat moet je er mee doen?)

Waarom is de rente niet belast?
Art. 2 lid 9 sub b ATAD 2-situatie:
‘Een situatie waarbij een belastingplichtige of, met betrekking tot artikel 9
lid 3, een entiteit betrokken is, en waarin:

Een betaling aan een hybride entiteit aanleiding geeft tot een aftrek
zonder betrekking in de heffing en de mismatch het gevolg is van
verschillen in de toerekening van betalingen aan de hybride entiteit
krachtens de wetgeving van het rechtsgebied waar de hybride entiteit is
gevestigd of geregistreerd en het rechtsgebied van een persoon met een
deelneming in die hybride entiteit.’
(Deduction/no-inclusion)

Of art. 9bis ATAD? ‘Mismatches door een omgekeerde hybride’
1. Indien een of meer gelieerde entiteiten die geen inwoner zijn in totaal
een direct of indirect belang hebben van 50 percent of meer in de
stemrechten, de kapitaalbelangen of de rechten op een deel van de winst
van een hybride entiteit die is opgericht of gevestigd in een lidstaat, zich
bevinden in een rechtsgebied dat of in rechtsgebieden die de hybride
entiteit als een belastingplichtige aanmerken, wordt de hybride entiteit
beschouwd als inwoner van die lidstaat en belast naar haar winst voor
zover die winst niet anderszins wordt belast krachtens de wetgeving van
de lidstaat of een ander rechtsgebied.
2. (…)’

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  2x  sold
  • (0)
  Add to cart