100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting literatuur Neuropsychologie $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting literatuur Neuropsychologie

17 reviews
 522 views  56 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle literatuur voor het vak Neuropsychologie. Zie de eerste pagina voor een inhoudsopgave.

Last document update: 5 year ago

Preview 4 out of 77  pages

  • No
  • Zie inhoudsopgave
  • May 25, 2019
  • May 29, 2019
  • 77
  • 2018/2019
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: liannevdk • 4 year ago

review-writer-avatar

By: estherhvdh • 4 year ago

review-writer-avatar

By: jostimmerman • 4 year ago

review-writer-avatar

By: MarileenKoning • 5 year ago

review-writer-avatar

By: hinkevdl • 5 year ago

review-writer-avatar

By: marielleschouwenaar • 5 year ago

Translated by Google

Good summary

review-writer-avatar

By: aigboer • 5 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Literatuur Neuropsychologie
K&W= Boek Fundamentals of Human Neuropsychology – Kolb & Whishaw

Inhoudsopgave
College 1 K&W H1 p. 1-17, 22-26 & H3 p. 53-59, 64-83..........................................................................2
Hoofdstuk 1 De ontwikkeling van neuropsychologie p. 1-17 & 22-26................................................2
Hoofdstuk 3 Organisatie van het zenuwstelsel p. 53-59 & 64-83.......................................................5
College 2 K&W H1 p. 17-21 & H4 p. 85-87 & H5 p. 115-118, 131-137 & H3 p. 59-64 & H23 p. 635-650
..............................................................................................................................................................13
Hoofdstuk 1 De ontwikkeling van Neuropsychologie p. 17-21.........................................................13
Hoofdstuk 4 De structuur en elektrische activiteit van neuronen p. 85-87......................................14
Hoofdstuk 5 Communicatie tussen neuronen p. 115-118 & 131-137...............................................15
Hoofdstuk 3 Organisatie van het zenuwstelsel p. 59-64...................................................................18
Hoofdstuk 23 Hersenontwikkeling en plasticiteit p. 635-650...........................................................19
College 3 K&W H16 & H26 p. 730-749..................................................................................................25
Hoofdstuk 16 De frontaal kwabben..................................................................................................25
Hoofdstuk 26 Neurologische aandoeningen p. 730-749...................................................................30
College 4 K&W H18 & H27 p. 783-790..................................................................................................37
Hoofdstuk 18 Leren en geheugen.....................................................................................................37
Hoofdstuk 27 Psychiatrische en gerelateerde stoornissen p. 783-790.............................................44
College 5 K&W H20 & H27 p. 761-774 & H6 p. 168-170.......................................................................46
Hoofdstuk 20 Emoties en het sociale brein......................................................................................46
Hoofdstuk 27 Psychiatrische en gerelateerde stoornissen p. 761-774.............................................49
Hoofdstuk 6 De invloed van medicijnen en hormonen op gedrag p. 168-170..................................52
College 6 K&W H22 & H28 & H12 p. 322-328 & H2 p. 37-39 & H21 p. 598-603 & Paper.....................53
Hoofdstuk 22 Aandacht en bewustzijn.............................................................................................53
Hoofdstuk 28 Neuropsychologisch onderzoek.................................................................................56
Hoofdstuk 12 Variaties in cerebrale asymmetrie p. 322-328............................................................58
Hoofdstuk 2 Onderzoek naar de oorsprong van het menselijk brein en gedrag p. 37-39.................59
Hoofdstuk 21 Ruimtelijk gedrag p. 598-603.....................................................................................60
Crone EA. (2009). Executive functions in adolescence: Inferences from brain and behavior. .........61
College 7 K&W H24 & paper.................................................................................................................64
Hoofdstuk 24 Neurologische ontwikkelingsstoornissen...................................................................64
Konrad, K., Firk, C., & Uhlhaas, P. J. (2013). Brain development during adolescence: neuroscientific
insights into this developmental period. .........................................................................................69
College 8 K&W H23 p. 650-667 & H25 p. 720-726 & paper..................................................................72


1

, Hoofdstuk 23 Hersenontwikkelingen plasticiteit p. 650-667............................................................72
Hoofdstuk 25 Plasticiteit, herstel en revalidatie van het volwassen brein p. 720-726......................74
Foulkes L, & Blakemore SJ. (2018). Studying individual differences in human adolescent brain
development. ..................................................................................................................................76



College 1 K&W H1 p. 1-17, 22-26 & H3 p. 53-59,
64-83
Hoofdstuk 1 De ontwikkeling van neuropsychologie p. 1-17 & 22-26
Volgens het Nationaal Instituut voor Neurologische stoornissen en beroertes hebben ongeveer 1.7 miljoen
Amerikanen jaarlijks medische zorg nodig door traumatische hersenschade (een wond aan de hersenen die het
gevolg is van een slag op het hoofd).
Neuropsychologie is het wetenschappelijke gebied dat de relatie tussen het functioneren van de hersenen en
gedrag onderzoekt. Neuropsychologisch onderzoek naar de relatie tussen de hersenen en gedrag kan
beperkingen in gedrag identificeren die veroorzaakt worden door hersenschade en ziektes die het brein
aantasten.
De neuropsychologie wordt beïnvloed door twee experimentele en theoretische onderzoeksstromingen naar
het functioneren van de hersenen:
- De brain theory: het brein is de oorzaak van gedrag.
- Neuron theory: het idee dat de eenheid van hersenstructuur en -functie het neuron of de zenuwcel is.

1.1 De Brain Theory
Wat is het brein?
Het brein is het weefsel binnen de schedel. Het brein heeft twee symmetrische helften, ook wel hemisferen
genoemd.
Het basisplan van de hersenen is dat van een buis gevuld met zoute vloeistof, dat cerebrospinale vloeistof
genoemd wordt, die de hersenen beschermd en helpt bij het verwijderen van metabole afvalstoffen. De
buitenste laag van de hersenen is de cerebrale cortex.
De vouwen of hobbels in de cortex worden gyri genoemd en de kreukels tussen deze gyri worden sulci
genoemd. Sommige grote sulcis worden fissures (kloven) genoemd. De longitudinale fissure verdeeld de
hersenen in twee hemisferen. De laterale fissure verdeeld elke
hemisfeer in twee helften. Het corpus callosum verbind de twee
hemisferen met elkaar.
De cortex van elke hemisfeer vormt vier lobben, vernoemd naar
onder welk bot het ligt:
- Temporaal kwab (boven je oor);
- Frontaal kwab (vooraan in hoofd);
- Pariëtaal kwab (achter de frontaal kwab en boven de
temporaal kwab);
- Occipitaal kwab (achteraan in hoofd).
De hersenstam is verbonden met het ruggenmerg, dat afdaalt
langs de achterkant van de wervelkolom.

Hoe is het brein gerelateerd tot de rest van het zenuwstelsel?
Het brein en ruggenmerg worden samen het centrale zenuwstelsel genoemd. Het centrale zenuwstelsel is met
de rest van het lichaam verbonden door middel van zenuwvezels. Deze vormen het perifere zenuwstelsel. Een
belangrijk verschil tussen beide zenuwstelsels: na beschadiging van het perifere zenuwstelsel herstelt dit zich
weer, bij het centrale zenuwstelsel is dit niet het geval en blijft beschadigd.
Zenuwvezels die informatie brengen naar het centrale zenuwstelsel zijn verbonden met zintuiglijke receptoren
op de huid en met spieren. Dit heet het somatische zenuwstelsel. Informatie verzamelt aan de rechterkant van
het lichaam, wordt in de linkerhemisfeer verwerkt, en andersom. Hetzelfde geldt voor het aansturen van
bewegingen door het brein. De organen worden bestuurd door het automatische zenuwstelsel.



2

,Overzichtelijk is deze onderverdeling dus:
- Centraal zenuwstelsel (CNS): het brein beschermd door de schedel en het ruggenmerg beschermd
door de ruggenwervels.
- Perifeer zenuwstelsel (PNS): neuronen en zenuwen buiten het CNS:
o Somatisch zenuwstelsel (SNS):
 Sensorische verbindingen met receptoren in de huid;
 Motorische verbindingen met lichaamsspieren;
o Automatisch zenuwstelsel (ANS): sensorische en motorische verbindingen met interne
organen.
1.2 Perspectieven op het brein en gedrag
Aristoteles: Mentalisme
De Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v. Chr) was de eerste persoon die een formele theorie over gedrag
ontwikkelde. Hij stelde dat een non-materiele psyche verantwoordelijk is voor menselijke gedachten,
percepties en emoties en voor processen als verbeelding, mening, verlangen, pijn, geheugen, etc.
De psyche is volgens hem onafhankelijk van het lichaam en werkt via het hart. De filosofische opvatting dat een
persoon zijn mind/psyche verantwoordelijk is voor gedrag, wordt mentalisme genoemd.

Descartes: Dualisme
Descartes (1596-1650) schreef de eerste neuropsychologische tekst in 1684. Hij gaf het brein hierin een
prominente rol. Beschreven als niet-materieel en zonder ruimtelijke omvang, was de geest, zoals descartes het
zag, anders van het lichaam. Het lichaam opereert als een machine, maar de geest beslist welke bewegingen
het lichaam maakt. Hij lokaliseerde de plek van de actie van de geest in de pijnappelklier, een kleine structuur
hoog in de hersenstam.
Descartes standpunt dat de geest en het lichaam apart zijn maar kunnen interacteren, wordt het dualisme
genoemd, om aan te geven dat gedrag door twee dingen veroorzaakt wordt.
Geest-lichaam probleem: een persoon is capabel tot bewustzijn en rationaliteit door een geest, maar hoe kan
een non-materiële geest bewegingen in een materieel lichaam veroorzaken?

Darwin: Materialisme
Het idee is dat rationeel gedrag volledig verklaard kan worden door de werking van het zenuwstelsel. Het is
niet nodig om naar een non-materiële geest te verwijzen. Materialisme is ontstaan uit evolutionaire theorieën
van Wallace (1823-1913) en Darwin (1809-1892).

Evolutie door natuurlijke selectie
Observaties dat ondanks de diversiteit levende organismen erg veel op elkaar lijken wat betreft skelet, spieren,
organen, zenuwstelsels etc ondersteunde het idee dat levende dingen gerelateerd moeten zijn. Dit zou
verklaard kunnen worden als alle dieren afstammen van dezelfde voorouder.
Natuurlijke selectie is Darwin’s theorie voor het verklaren van hoe nieuwe soorten evolueren en hoe ze
veranderen over de tijd. Individuele organisme met goede kenmerken die hen helpen te overleven in hun
omgeving, hebben meer kans op nakomelingen die ook deze kenmerken hebben.

Natuurlijke selectie en overerfbare factoren
Rond 1857 ontdekte Mendel dat bloemen bepaalde kenmerken overerven (dit noemen we nu genen). Dus: de
ongelijke vaardigheid van individuele organismen om te overleven en zich voort te planten is gerelateerd aan
verschillende genen die ze erven van hun ouders en doorgeven aan hun nakomelingen.
Mendel realiseerde zich dat de omgeving een rol speelt in hoe genen bepaalde kenmerken tot uiting brengen.
Epigenetische factoren veranderen niet de genen die een individu erft, maar hebben wel invloed op of een gen
actief is of niet en bepalen zo fenotypische eigenschappen.
De omgeving en ervaringen spelen een belangrijke rol in hoe dieren zich aanpassen en leren. Aanpassing en
leren zijn op hun beurt veroorzaakt door de vaardigheid van het brein om nieuwe verbindingen en connecties
te vormen. Dit is neuroplasticiteit.

Hedendaagse perspectieven
Als een wetenschappelijke theorie, is de hedendaagse breintheorie zowel materialistisch en neutraal met
betrekking tot opvattingen, inclusief religieuze opvattingen.

1.3 Hersenfunctie: Inzichten van hersenletsel

3

, Lokalisatie van functies
De eerste algemene theorie die voorstelde dat verschillende delen van het brein verschillende functies zou
hebben was ontwikkeld in 1800 door Gall en Spurzheim. Zij ondersteunden deze bevinding door de observatie
dat er verbindingen waren tussen de cortex en het ruggenmerg elk naar een kant van het lichaam.
Zij hadden het idee dat een bobbel op het hoofd veroorzaakt zou worden door een goed ontwikkeld gebied en
dat een persoon hierdoor beter zou zijn in een bepaalde vaardigheid.
Spurzheim noemde zijn onderzoek naar de relatie tussen kenmerken van de oppervlakte van de schedel en een
persoon zijn mentale capaciteiten de frenologie.

Lateralisatie van functies
Een nu legendarische reeks waarnemingen en speculaties leidde tot de bevestiging dat taal zowel in de
hersenen gelokaliseerd is als lateraal, dat wil zeggen dat het zich aan één kant van de hersenen bevindt. Deze
ontdekking leidde tot het principe van lateralisatie van functies, dat één cerebrale hemisfere een functie kan
vervullen die niet door de ander wordt gedeeld.
Resulterend van meerdere onderzoeken (waaronder meneer Tan/Monsieur Leborgne), lokaliseerde Broca
spraak in de derde gyrus van de frontaal kwab aan de linkerkant van het brein.

Een gelateraliseerd taalmodel
Wernicke creëerde het eerste model van hoe het brein taal produceert. Zijn patiënten konden wel praten,
maar wat ze zeiden had geen betekenis (in tegenstelling tot de patiënten van Broca die niet konden praten,
maar wel begrip hadden). Zijn model: Geluidsgevoelens komen de hersenen binnen via de auditieve route.
Geluidsbeelden worden opgeslagen in het gebied van Wernicke en worden via de boogvormige (arcuate)
fasciculus naar het gebied van Broca gestuurd voor articulatie over het motorische pad.
Volgens Wernicke's model, als de temporale kwab beschadigd is, blijft de spraakbeweging in het Broca-gebied
bewaard, maar de spraak slaat nergens op, omdat de persoon geen woorden kan monitoren. Schade aan het
gebied van Broca veroorzaakt verlies van spraakbeweging zonder verlies van geluidsbeelden, en daarom wordt
Broca's afasie niet vergezeld door een verlies van begrip.

Disconnectie
Wernicke voorspelde aan de hand van zijn model ook een ander soort taalstoornis, maar zag nooit zo’n geval.
Wanneer de boogvormige fascilus die beide spraakgebieden verbindt, zou worden doorgesneden, zou dit
resulteren in conduct afasie. Klanken en bewegingen blijven dan bewaard, maar de spraak is verstoord doordat
het niet van het ene gebied op de andere overgedragen kan worden. De patiënt kan dan niet herhalen wat hij
hoort.
Door zijn ontdekking werden er later meer gevallen beschreven waarbij er sprake is van disconnecties tussen
gebieden:
- Alexia: verlies van leesvaardigheid door een disconnectie tussen het visuele gebied en Wernicke’s
gebied.
- Apraxie: de onmacht om sequenties van bewegingen te maken door een disconnectie tussen het
motorische gebied en sensorische gebieden.
Disconnectie is om twee redenen belangrijk in de neuropsychologie:
- Het voorspelt dat complex gedrag opgebouwd is uit verschillende stappen.
- Disconnectie van bepaalde hersenstructuren door de verbindingen door te snijden, kan deze
structuren beschadigen alsof deze structuren zelf beschadigd zijn.

Neuroplasticiteit
Neuropsychologen erkennen dat, hoewel alle functies mogelijk niet worden hersteld na een blessure, de
plasticiteit van de hersenen kan worden aangesproken om significante functionele verbeteringen te
produceren.

Hiërarchische organisatie
Hughlings-Jackson stelde het principe van cerebrale organisatie voor waarin informatie serieel en
georganiseerd als een functionele hiërarchie verwerkt wordt. Elk hoger level verwerkt meer complexere
aspecten van gedrag en doet dit via de lagere levels.

Meerdere geheugensystemen


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k2908. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  56x  sold
  • (17)
Add to cart
Added