100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting week 4 en 5 - Verdieping in de orthopedagogiek $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting week 4 en 5 - Verdieping in de orthopedagogiek

1 review
 28 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alles wat we voor week 4 en 5 moeten lezen. Bevat: Handboek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdige H8 en H11 - ook de college aantekeningen

Preview 4 out of 66  pages

  • No
  • H8 en h11
  • May 27, 2024
  • 66
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: deniseniesie • 6 months ago

avatar-seller
Week 4: College
Voorbeeldvragen – vragen
1. Kinderen met ASS hebben vaak een grote aandacht voor feiten en
details maar hebben moeite om de grotere betekenis te zien. Welke
theorie benadrukt dit kenmerk?
A. Mindblindnesstheorie
B. Theorie van executief functioneren
C. De theorie van zwakke centrale coherentie
D. De theorie van contextblindheid
2. PDD-NOS wordt beschouwd als een van de lichtere ASS. OP welke
andere psychische stoornis of handicap kan PDD-NOS erg veel lijken?
A. ADHD (ze kunnen opstandig overkomen)
B. Ticstoornis
C. Communicatiestoornis
D. Verstandelijke beperking
3. Wanneer zijn executieve functies gemiddeld geien volledig tot
ontwikkeling genomen?
A. Executieve functies worden beheerst als het kind niet meer hardop
toespreekt maar innerlijke spraak heeft ontwikkeld (6-7 jaar)
B. Executieve functies worden beheerst als het kind langetermijnprojecten
kan plannen en uitvoeren (12-13 jaar)
C. Executieve functies worden beheerst Als de jongere feedback uit de
omgeving (bv leerkrachten/ouders) kan verwerken en toepassen (15-16
jaar)
D. Executieve functies worden beheerst wanner de prefrontale cortex is
uitgerijpt (19-20)
4. ADHD wordt ook wel onthouden als afkoring Alle dagen heel druk. Ia
dat een correcte afkoritng van de mogelijke symptomen bij ADHD?
A. Nee, want volwassenen met ADHD zijn niet meer heel druk
B. Nee want om te kunnen spreken van ADHDH moeten er meer kenmerken
zijn dan alleen heel druk zijn
C. Ja hyperactiviteit oftewel heel druk zijn is het hoofdkenmerk
D. Ja maar alleen voor adhd met het overwegend hyperactief impulsie beeld

Voorbeeldvragen – antwoorden
1. Kinderen met ASS hebben vaak een grote aandacht voor feiten en
details maar hebben moeite om de grotere betekenis te zien. Welke
theorie benadrukt dit kenmerk?
A. Mindblindnesstheorie
B. Theorie van executief functioneren
C. De theorie van zwakke centrale coherentie
D. De theorie van contextblindheid
2. PDD-NOS wordt beschouwd als een van de lichtere ASS. OP welke
andere psychische stoornis of handicap kan PDD-NOS erg veel lijken?
A. ADHD (ze kunnen opstandig overkomen)
B. Ticstoornis
C. Communicatiestoornis

, D. Verstandelijke beperking
3. Wanneer zijn executieve functies gemiddeld geien volledig tot
ontwikkeling genomen?
A. Executieve functies worden beheerst als het kind niet meer hardop
toespreekt maar innerlijke spraak heeft ontwikkeld (6-7 jaar)
B. Executieve functies worden beheerst als het kind langetermijnprojecten
kan plannen en uitvoeren (12-13 jaar)
C. Executieve functies worden beheerst Als de jongere feedback uit de
omgeving (bv leerkrachten/ouders) kan verwerken en toepassen (15-16
jaar)
D. Executieve functies worden beheerst wanneer de prefronatle
cortex is uitgerijpt (19-20)
4. ADHD wordt ook wel onthouden als afkoring Alle dagen heel druk. Is
dat een correcte afkorting van de mogelijke symptomen bij ADHD?
A. Nee, want volwassenen met ADHD zijn niet meer heel druk
B. Nee want om te kunnen spreken van ADHDH moeten er meer
kenmerken zijn dan alleen heel druk zijn
C. Ja hyperactiviteit oftewel heel druk zijn is het hoofdkenmerk
D. Ja maar alleen voor adhd met het overwegend hyperactief impulsief beeld

, Belangrijke begrippen ASS
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen werden in de DSM-IV stoornissen
aangeduid met kenmerken als
= ernstige problemen op het gebied van sociale interactie en
communicatie.
 In het Nederlandse taalgebied staan pervasieve ontwikkelingsstoornissen
beter bekend als autismespectrumstoornis.
Autismespectrumstoornis (ASS)
 Spreken van een spectrum
= omdat autisme op verschillende manieren en in verschillende gradaties tot
uiting kan komen

Soorten Autistische stoornis (DSM-IV)
Autismespectru Syndroom van Asperger (DSM-IV)
m-stoornissen PDD-NOS (aan autisme verwante stoornissen; DSM-IV)
Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd (DSM-IV)
Multiple complex developmental disorder


Autistische stoornis
Als ernstigste stoornis gezien
In DSM-IV gaat men ervanuit dat een kind moet voldoen aan kenmerken uit
alle 3 de hoofdcategorieën:
1. Tekortkomingen in sociaal interactief gedrag
2. Tekortkomingen in communicatief gedrag
3. Aanwezigheid van stereotype activiteiten
Voor het spreken van een stoornis moet een kind in totaal aan minimaal 6
kenmerken (van de 12) voldoen
Syndroom van Asperger
Werd pas in de DSM-IV voor het eerst vermeld. Het onderscheidt verdwijnt
vervolgens weer in de DSM-5 (het wordt dan onderdeel van de
autismespectrumstoornissen
Ontwikkeling van het Syndroom van Asperger
 Bij het syndroom van Asperger begint het kind met een normale ontwikkeling
van minimaal 2 jaar, waarin het interesse toont voor de sociale wereld om
hem heen en waarin de taalontwikkeling normaal is.
 Na deze eerste normale ontwikkeling ontwikkelt het kind autismeachtige
kenmerken
Het syndroom van Asperger verschilt op twee belangrijke punten van de
autistische stoornis:
 bij het syndroom van Asperger ontbreken de kwalitatieve beperkingen in de
communicatie;

,  het syndroom van Asperger gaat gepaard met een normaal of hoog IQ, terwijl
de autistische stoornis veel vaker voorkomt in combinatie met een
verstandelijke beperking.
Andere geconstateerde verschillen tussen beide stoornissen:

Kenmerk Klassieke Autistische Syndroom van Asperger
Stoornis
Leeftijd van Gedragskenmerken Gedragskenmerken kunnen op
Gedragskenmerken vaststellen vóór het latere leeftijd opgemerkt worden.
derde levensjaar.
Taalontwikkeling Problemen met Formele aspecten van taal op tijd
taalontwikkeling vanaf leren, maar later taalfouten
jonge leeftijd. maken.
Motorische Tragere motorische Houterigheid en vertraagde
Vaardigheden ontwikkeling, vaak ontwikkeling van motorische
stunteligheid. vaardigheden.
Communicatiekenme Ernstige Eigenaardige communicatie
rken communicatiebeperkinge (gebruik van ongeschikte woorden,
n, beperkt taalgebruik. monologen zonder interactie).
Bewustzijn van Vaak gebrek aan Bewustzijn van anders-zijn en
Anders Zijn motivatie voor contact wens om contact te maken, maar
met anderen. moeite met sociale interactie.


Aan autisme verwante stoornis (PDD-NOS)
Aan autisme verwante stoornis (pervasieve ontwikkelingsstoornis niet
anderszins omschreven) is voor kinderen die:
 Niet voldoen aan de eis van minimaal 6 kenmerken van de autistische
stoornis,
 Niet voldoen aan de eis dat de kenmerken verspreid zijn over 3
ontwikkelingsgebieden,
 Het autistisch gedrag ontwikkelen na hun 3e jaar
Wordt vaak als ‘licht’ beoordeeld
 Onduidelijke criteria
 De stoornis is slecht gedefinieerd
 In de DSM-IV staat alleen dat er sprake moet zijn geweest van een ernstige
en pervasieve beperking waarbij het kind niet geheel voldoet aan de
criteria
 Zowel de bovengrens van deze stoornis als de ondergrens is lastig te
definiëren
 Kinderen met een ‘verwante stoornis’ hebben met elkaar gemeen dat hun
ontwikkeling van sociale cognitie beperkt is en dat de taalpragmatiek
verstoord kan zijn: kinderen worden als vreemd of excentriek beschreven
 Lichte stoornis, maar daardoor vaak niet onderkend
 Een verwante stoornis is vaak minder prominent dan de klassieke stoornis,
omdat ze lichter zijn.
 Daardoor worden ze bij het kind vaak te laat vastgesteld
 Extra lastig is dat PDD-NOS erg op ADHD kan lijken & dat de symptomen in
de loop van de ontwikkeling van het kind kunnen veranderen. Kinderen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycevries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added