100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Kiezen & beslissen H6+H8 $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst Kiezen & beslissen H6+H8

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 8 uitleg van de begrippen en voorbeelden daarbij

Preview 3 out of 25  pages

  • May 27, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 6

Normatieve besliskunde : De modellen die beschrijven hoe een rationeel persoon zich zou
moeten gedragen om optimale beslissingen te nemen.

Beschrijvende besliskunde : De studie naar hoe mensen daadwerkelijk beslissingen
maken.

Subjective expected utility/ De subjectieve verwachte waarden : Het model dat er vanuit
gaat dat mensen streven naar de nutsmaximalisatie, een voorkeur hebben voor het
alternatief met de grootste door henzelf verwachte opbrengst.

Vak A = 30 studiepunten x 40% haalkans = 12
Vak B = 15 studiepunten x 80% faalkans = 12
U (waarde) X P (waarschijnlijkheid) = verwachte opbrengst

Nut: De waarde van iets, niet in geld maar in persoonlijke/subjectieve waarde

Nutsmaximalisatie: De hoogste opbrengst met de minste moeite

Econs versus Human = de verschillen tussen rationeel denken (Econs) en menselijk
gedrag (Humans) te illustreren.

Econ = streven naar nutsmaximalisatie: (de hoogste opbrengst met de minste moeite).
Homo economicus kiest rationeel en objectief het meest aantrekkelijke alternatief uit het hele
aanbod. Daarbij gaat eigenbelang voor het belang van anderen (egoïstisch).

Free Riding (Profiteren zonder bij te dragen): Econ is egoïstisch en profiteert van de
bijdragen van anderen:

Human = Invloed van psychologische factoren zoals risicoperceptie, attitudes, emoties,
leerprocessen en sociale beïnvloeding spelen een grote rol. Psychologisch inzicht helpt om
gedrag realistischer te verklaren en voorspellen.

Voorziening van openbare goederen: Human wil bijdragen aan de gemeenschap zonder
er iets voor terug te vragen

Economische waarde en Nut (utiliteit)

1. Economische waarde: Economische waarde verwijst naar de geldelijke waarde die
aan een goed of dienst wordt toegekend op basis van vraag en aanbod in een markt. Het
wordt bepaald door de bereidheid van mensen om te betalen voor een bepaald goed of een
bepaalde dienst.

Voorbeeld: Een huis heeft economische waarde omdat mensen bereid zijn geld te betalen
om het te kopen of te huren. De prijs van het huis wordt beïnvloed door factoren zoals
locatie, grootte, voorzieningen en de vraag en aanbod op de huizenmarkt.


1

,2. Nut: Nut verwijst naar de mate van tevredenheid of voldoening die een persoon
verkrijgt door het consumeren of gebruiken van een goed of dienst. Het is een subjectieve
beoordeling van hoeveel waarde een goed of dienst toevoegt aan iemands leven.

Voorbeeld: Stel je voor dat je een heerlijke maaltijd eet in je favoriete restaurant. De smaak
van het eten, de ervaring van uit eten gaan en het genieten van de maaltijd dragen
allemaal bij aan het nut dat je uit de maaltijd haalt. Het nut kan variëren van persoon tot
persoon en kan afhangen van factoren zoals smaakvoorkeuren, stemming en
verwachtingen.

Welvaart en Subjectief welzijn

1. Welvaart: verwijst naar de materiële rijkdom en de economische middelen die
beschikbaar zijn voor individuen of samenlevingen. Het wordt vaak gemeten aan de hand
van indicatoren zoals het bruto binnenlands product (BBP), inkomen per hoofd van de
bevolking, werkgelegenheidscijfers en de beschikbaarheid van goederen en diensten.

Voorbeeld: Een land met een hoog BBP per hoofd van de bevolking, een lage
werkloosheid en een goed ontwikkelde infrastructuur wordt over het algemeen beschouwd
als welvarend. Dit betekent dat de mensen in dat land toegang hebben tot een breed scala
aan goederen en diensten en over het algemeen een hoger materieel comfortniveau
hebben.

2. Subjectief welzijn: verwijst naar de mate van tevredenheid, geluk en algemeen welzijn
die mensen ervaren in hun leven. Het is een persoonlijke beoordeling van hoe goed
iemand zijn leven ervaart, los van materiële rijkdom.

Voorbeeld: Stel je voor dat iemand in een land met een hoog BBP per hoofd van de
bevolking leeft, maar constant gestrest is door lange werkuren, weinig vrije tijd en weinig
sociale contacten. Ondanks het materiële comfort kan deze persoon zich niet gelukkig of
tevreden voelen. Aan de andere kant kan iemand in een land met minder materiële welvaart
een diep gevoel van tevredenheid en geluk ervaren vanwege sterke sociale banden, vrije
tijd, en een gevoel van gemeenschap.

Contrast effect: Iets duur of goedkoop vinden hangt af van je vergelijking context.
- Een huis in Amsterdam vindt gemiddeld een Groninger te duur.
- Een New Yorker vindt een huis in Amsterdam goedkoop.

Cognitieve capaciteit: Het vermogen om patronen te herkennen, vergelijkingen en
afwegingen te maken
- Systeem 1 = Ongecontroleerd, snel, onbewust, onzorgvuldig, goed in routine taken,
gevaar, en haast of tijdsdruk maakt de indruk van een persoon.
- Shortcuts: Strategie en vuistregels = heuristieken
- Systeem 2 = gecontroleerd, bewust, veel informatie nodig, afwegen, normatieve
modellen volgen.




2

, Heuristieken: Eenvoudige vuistregels, die je hoofd gebruikt bij het maken van
(ingewikkelde) beslissingen. Hierbij kan een vertekend beeld komen

Representativiteits heuristieken: Een gebeurtenis waarschijnlijker vinden wanneer deze
een representatieve afspiegeling vormt van een categorie

Kees is een stil persoon en leef graag alleen. Hij houdt van schilderen en schrijven
a. Kees is schilder
b. Kees is buschauffeur
c. Kees is zanger
Je zou A kiezen ook al zijn alle 3 de opties net zo waarschijnlijk omdat je kees niet kent, je
oordeel op je categorisering - heuristieken

Gembler Fallacy : De vergissing van willekeurigheid
- Je gooit 5x het cijfer 6, dat je hierna weer 6 gooit lijkt kleiner dan dat je 2 zou gooien
toch blijf de kans ⅙

Representativiteits vertekening: Een vertekening in het resultaat omdat er bijvoorbeeld
toeval in het spel kan zijn door dat er een te kleine steekproef is afgenomen
- Restaurant A : Scoort een 4,8 met 8 reviews
- Restaurant B : Scoort een 4,3 met 230 reviews
De kans is groter dan B een betere score heeft dan A = base rate fallacy = het negeren van
base rate of statistisch significante informatie, zoals de steekproefgrootte of de relatieve
frequentie van een gebeurtenis, ten gunste van minder relevante informatie, bijvoorbeeld
met betrekking tot een enkel geval of een klein aantal gevallen.

Cognitieve beschikbaarheid: Om te bepalen hoe vaak iets gebeurt ga je in je geheugen
graven naar voorbeelden hiervan, met hoe gemakkelijk jij je het kan voorhalen/ inbeelden
hoe waarschijnlijker het voorval voor je zal zijn. Omdat deze informatie beschikbaar is.

Beschikbaarheidsheuristiek : Hoe makkelijker je ergens een voorbeeld bij kan bedenken,
hoe vaker je denkt dat het voorkomt. Availability Heuristic: Mensen baseren hun
inschattingen van waarschijnlijkheden vaak op beschikbare informatie, zoals recente
nieuwsberichten over verkeersongelukken, waardoor ze de kans op een ongeval mogelijk
overschatten.

Framing : (Hoe je iets zegt) het bewust gebruiken van woorden die positieve of negatieve
associaties oproepen. Op die manier kun je het standpunt van iemand beïnvloeden.
- chirurg zegt dat ‘bij 80% slaag de operatie’ = positieve framing
- chirurg zegt dat ‘bij 20% faalt de operatie = negatieve framing
Bij de positieve framingen zullen meer mensen de operatie ondergaan.
- beperking = Door jouw aandoening kan je moeilijkere lopen
- uitdaging = Door jouw aandoening
Waar taal stuurt, zullen mensen volgen




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catokats. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33
  • (0)
  Add to cart