Hoorcolleges geneesmiddelen
Hoorcollege 1: Inleiding cursus
Apps: NHG Standaarden (richtlijnen voor practica) & FK van Zorginstituut Nederland
Site: Farmacotherapeutisch Kompas & NHG standaarden
Boeken: Medical Pharmacology at a Glance & Farmacotherapie op maat
Hoorcollege 2: Recept schrijven
Waarom is voorschrijven van een geneesmiddel zo ingewikkeld?
Richtlijn = ziektegericht → maar een patiënt heeft ook andere dingen, zoals een leeftijd, nierfunctie, andere klachten
Je kan dus niet bij iedereen bij dezelfde klacht hetzelfde medicijn geven, want ook andere factoren spelen een rol.
Farmacotherapie = patiëntgericht
Patiënt met ziekte A → medicijn C
Thema’s in de gezondheidszorg m.b.t. medicatie:
➢ Zorgkosten
o Vergrijzing (toenemende polyfarmacie)
o Generiek voorschrijven
o Doelmatigheid/richtlijnen
➢ Medicatieveiligheid
o Bijwerkingen: LAREB
➢ Resistentie ontwikkeling antibiotica
➢ Preventie en risicomanagement (preventie is economisch gezien gunstiger, want dan is de doelgroep veel
groter en je behandelt ze veel langer → iedereen wordt behandeld, maar slechts een klein deel zou de
aandoening anders hebben)
o CVRM + Diabetes Mellitus 2
o Kosten/baten, NNT, etc.
➢ Farmaceutische industrie (me too geneesmiddelen → middel die al bestaat op de markt, maar als een
andere variant (met een vergelijkbaar werkingsgebied) op de markt wordt gebracht)
o Ontwikkeling nieuwe geneesmiddelen
o Beïnvloeding voorschrijvers door de industrie
Zorgkosten:
➢ Toename polyfarmacie
➢ Circa 66% van de alle 65-plussers heeft 2 of meer chronische aandoeningen
o Voor 85-plussers is dat 85%
➢ Groei van aantal soorten geneesmiddelen dat artsen volgens richtlijn moeten voorschrijven
➢ Het voorschrijven van geneesmiddelen ter voorkoming/behandeling van bijwerkingen
In de afgelopen 20 jaar zijn er dingen gebeurd waardoor de prijzen van geneesmiddelen omlaag zijn gegaan:
➢ Invoering wet Geneesmiddelen prijzen (WGP) → de prijs bekijken in een aantal landen om ons heen →
hiervan een gemiddelde prijs → dit is het maximale bedrag wat wij hiervoor betalen
➢ Preferentiebeleid → alleen het preferente middel wordt betaald door de zorgverzekeraar, als de apotheek
iets anders mee geeft moet deze zelf het verschil betalen (generieke middelen)
o De verzekeraar geeft dan aan dat verzekerden met een basispolis binnen een bepaald
geneesmiddelencluster slechts recht hebben op één of enkele varianten
➢ Steeds meer generieke middelen voorgeschreven (geen merkgeneesmiddelen) → dezelfde werkzame
stof/stoffen als het merkgeneesmiddel (70% van de verstrekkingen generiek)
➢ Ziekenhuisbudget → bepaald budget voor het ziekenhuis, als ze hier overheen gaan dan moeten zij het zelf
betalen
Medicatieveiligheid:
➢ Jonge dokters schrijven een groot deel van de medicatie voor → deze zouden beter opgeleid moeten
worden in het voorschrijven van geneesmiddelen
➢ Veel vermijdbare voorschrijffouten
➢ Schatting in Nederland: ongeveer 1250 doden per jaar
➢ Na een jaar neemt het aantal fouten onder artsen toe (meer zelfvertrouwen, minder zenuwachtig)
➢ Veel over in de media → grote invloed
,Resistentie ontwikkeling antibiotica:
➢ Bacteriën die niet meer reageren op antibiotica (geen enkele soort)
➢ Als we niet goed omgaan met antibiotica dan kunnen we dit niet meer gebruiken en zullen mensen weer
overlijden aan (onschuldige) infecties
➢ Alle aangrijpingspunten die bij de bacterie voor de hand liggen gebruiken we al voor antibiotica
Farmaceutische industrie:
Geneesmiddelenonderzoek:
➢ Idee/hypothese
➢ Synthese (chemische laboratorium, moleculen)
➢ Farmacologie
o Doel: therapie werking, werkzame dosis, toxische werking (mutagen, teratogeen, carcinogeen)
o Methode: gen/cel/orgaan/dier
➢ Klinische farmacologie
o Fase 1: dosis-bijwerkingen (gezonde vrijwilligers) → dit doe je niet bij medicijnen waar mensen erg
ziek van worden
▪ Farmaceutische kinetiek mens
o Fase 2: dosis-werking-bijwerkingen (dose-finding) (kleine selectie patiënten)
▪ Farmaceutische kinetiek patiënt
o Fase 3: effectief/veilig (grotere aantallen patiënten, klinische trial)
▪ Geneesmiddelen registratie (als deze 3 fases goed zijn gegaan)
• Kan mis gaan: als het geregistreerd is, dan is er voldaan aan de eisen van registratie
→ dit hoeft niks te zeggen over de veiligheid voor grote groepen → hierdoor is fase
4 verplicht
o Fase 4: effectief/veilig (zeer grote aantallen patiënten, epidemiologie)
▪ Zwart driehoekje → eerste 5 jaar op de bijsluiter van een nieuw medicijn → er kunnen
bijwerkingen optreden die niet eerder zijn opgemerkt
Kosten: miljarden
Tijd: 12 jaar ongeveer
Surrogaat eindpunt (wordt gebruikt voor geneesmiddelenonderzoek) → als je zoekt naar een medicijn voor een
langere levensduur kijk je naar bijvoorbeeld cholesterol en bloeddruk
De patiëntenpopulatie en omgeving worden zo gunstig mogelijk geselecteerd, om de meeste effecten uit het
geneesmiddel te halen.
Vergelijking van geneesmiddel vaak alleen met een placebo → terwijl er beter kan worden vergeleken tussen
verschillende geneesmiddelen binnen een cluster
De Gedragscode Geneesmiddelenreclame door de CGR zegt dat het geven en ontvangen van geschenken alleen is
toegestaan als het geen invloed heeft op de beroepsuitoefening. Er mogen dus geen geschenken worden gegeven
met merknamen van bijvoorbeeld geneesmiddelen.
Daling uitgaven geneesmiddelen → vaak doordat het patent eraf is.
Medicatie-gerelateerde ziekenhuisopnames (door bijvoorbeeld verkeerd voorschrijven, te hoge dosis, verkeerd
innemen, niet voorgeschreven) → vaak door bloeddrukverlagende, diabetes, bloedplaatjes en pijn geneesmiddelen
Op een recept:
➢ Naam/adres/telefoonnummer voorschrijver (er moet meteen contact opgenomen kunnen worden met de
voorschrijver, als er bijvoorbeeld iets mis is) (er wordt niet bij elk recept gecheckt of de voorschrijver klopt)
➢ Datum
➢ Het middel (de generieke stof naam)
➢ Sterkte
➢ Toedieningsvorm
➢ De duur
➢ Hoeveel keer per dag iets moet worden gebruikt (tijdstip, of je er iets bij moet eten)
➢ Handtekening of paraaf
➢ Naam/geboortedatum/adres patiënt (hangt af van het middel hoeveel gegevens er moeten staan)
, Naam, arts, adres, tel. Datum Meestal krijg je mee voor 2 weken, als dit goed is gegaan
krijgt je opnieuw.
R/ “Recipe” = neem generieke/stof naam Per os = oraal
(Merknaam®), toedieningsvorm, sterkte Bij opiaten gelden andere regels, omdat dit een soort
heroïne is.
da. = geef af te leveren hoeveelheid Opiaatrecept:
S/ “Signa” = schrijf op het etiket dosering, eventueel ➢ Onuitwisbare inkt
inname instructies, waarschuwingen ➢ Getallen voluit (sterkte + af te leveren hoeveelheid)
➢ Nauwkeurige instructie (dosis per keer + max. dosis
24 uur)
➢ Volledige handtekening
Paraaf/handtekening ➢ Volledige adres patiënt
Naam patiënt, geboortedatum/leeftijd, adres ➢ Per receptpapier slechts 1 preparaat voorschrijven
Wie mogen er voorschrijven in NL?
➢ Bepaalde geneesmiddelen zijn uitsluitend op recept verkrijgbaar; de zogenoemde UR-geneesmiddelen
(Uitsluitend op Recept)
➢ In de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is bepaald welke
beroepsbeoefenaren bevoegd zijn om recepten voor UR-geneesmiddelen te schrijven
o Van oudsher zijn dat drie beroepen: artsen, tandartsen en verloskundigen
o Zij mogen binnen hun deskundigheidsgebied en voor zover zij bekwaam zijn voorschrijven
➢ In 2012 hebben verpleegkundig specialisten en physician assistants (voor vijf jaar) een
voorschrijfbevoegdheid gekregen. De wet stelt een aantal voorwaarden aan die bevoegdheid. Zij mogen
geneesmiddelen voorschrijven:
o Binnen hun deskundigheidsgebied
o Voor zover het om minder complexe, routinematige recepten gaat waarvan de risico’s te overzien
zijn
o Bovendien moet volgends landelijk geldende richtlijnen, standaarden en daarvan afgeleide
protocollen worden gehandeld. Welke UR-geneesmiddelen dit exact zijn is afhankelijk van de lokale
situatie. Hierover moeten afspraken gemaakt worden
➢ De wet biedt daarnaast de mogelijkheid om bepaalde groepen verpleegkundigen een
voorschrijfbevoegdheid toe te kennen
o Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt voor:
▪ Diabetes/long/oncologie verpleegkundigen
▪ Voorwaarden:
• Een arts eerst een diagnose moet hebben gesteld
• Richtlijnen, standaarden en protocollen worden gevolgd
• Afspraken over samenwerking artsen en verpleegkundigen
• Geen brede voorschrijfbevoegdheid, maar beperkt aantal geneesmiddelen.
Diabetesverpleegkundigen mogen bloedglucoseregulerende geneesmiddelen
voorschrijven, longverpleegkundigen bepaalde inhalatiemedicatie
➢ Andere beroepsbeoefenaren, zoals bijvoorbeeld doktersassistentes en praktijkondersteuners, mogen geen
recepten schrijven. Ook niet in opdracht van een arts
➢ Wel mogen zijn zogenaamd voorwerk verrichten door het recept te schrijven waarna de arts het controleert
en vervolgens autoriseert. Een dergelijke werkwijze wordt vaak gebruikt bij herhalingsrecepten
➢ De werkwijze waarbij de arts vooraf blanco receptpapier ondertekend en de doktersassistente het recept
vervolgens invult, wordt als onjuist beschouwd
➢ Artsen en andere voorschrijvers mogen geneesmiddelen per 1 januari 2014 alleen nog elektronisch
voorschrijven → richtlijn Elektronisch voorschrijven (2013)
,Hoorcollege 3: Inleiding farmacologie en farmacotherapie
Gezondheidszorg:
Geneesmiddelen:
Bij 50% van de consulten een recept → meer dan 15 miljoen geneesmiddelen per dag
Rationaliteit, irrationaliteit (invloeden?) → 10% van de ziekenhuisopnamen t.g.v. geneesmiddelen
Therapietrouw: 30-70%
Cultuur (verwachtingen, gewoontes)
Wat is farmacologie?
Farmacodynamiek = de invloed van de geneesmiddelen op de patiënt
Farmacokinetiek = het opnemen tot uitscheiden van het geneesmiddel
, First pass effect → geneesmiddel gaat door de lever (door absorptie) → vanuit maagdarmkanaal
Dit kan je omzeilen door een injectie, rectaal (gedeeltelijke omzeiling van de poortader), inhalatie (meestal lokaal)
Nieren en excretie via gal (komt uit in maagdarmstelsel) → 2 routes voor verlaten
Als het via de nieren gaat moet het wateroplosbaar zijn (hier zorgt de lever voor)
Je wilt dat de werkzame stof redelijke stabiel blijft tussen de groene (werkzaam) en rode (toxisch) lijn. Dit is vaak in
de realiteit niet zo.
Onder farmacodynamiek verstaat men het geheel van de farmacologische (toxische en therapeutische) werkingen
van geneesmiddelen in het lichaam (m.a.w. wat het geneesmiddel met het organisme doet). Centrale concepten in
farmacodynamiek zijn de receptortheorie en de dosis/effect relatie.
Farmacokinetiek bestudeert het geheel van veranderingen in de tijd van de hoeveelheid of de concentratie van
geneesmiddelen en hun metabolieten in het lichaam (m.a.w. wat het organisme met het geneesmiddel doet).
Grafisch wordt dit weergegeven in de dosis/tijd respectievelijk de concentratie/tijd curve. Factoren die het verloop
van deze curve bepalen zijn (behalve de tijd) de zogenoemde ADME factoren: A = absorptie, D = distributie, M =
metabolisatie, E = excretie. Kennis van factoren die farmacokinetische veranderingen teweegbrengen, vormt de
basis voor het bepalen van de optimale toedieningsvorm en het dosisregime.
Additie: als men van 2 geneesmiddelen die in een (verschillende) dosering hetzelfde welomschreven effect hebben,
een willekeurig percentage van de dosis van het ene geneesmiddel vervangt door hetzelfde percentage van de dosis
van het andere geneesmiddel en het uiteindelijke effect blijft hetzelfde, dan spreekt men van additie. (1+1=2)
Synergisme: als men van 2 geneesmiddelen, die in een (verschillende) dosering hetzelfde welomschreven effect
hebben, een willekeurig percentage van de dosis van het ene middel vervangt door hetzelfde percentage van de
dosis van het andere geneesmiddel en het uiteindelijke effect neemt toe, dan spreekt men van synergisme.
Daardoor lijkt het vaak mogelijk om geneesmiddelen in deze combinatie in lagere doses te gebruiken; op deze wijze
worden toxische bijwerkingen door hoge doses vermeden. (1+1>2)
Onderwijsmethode (WHO 6-step) voor het voorschrijven van medicatie:
1. Patient’s problem
2. Therapeutic objective
3. Treatment choice
a. Standard (best evidence)
b. Verify suitability for patient
4. Start treatment
5. Give patient information/instruction
6. Monitor treatment
Dit is een continu proces.
Farmacotherapie:
Stappenplan:
1. Probleem patiënt (pathofysiologie, oorzaken, klachten, prognose)
2. Therapeutisch doel
3. Standaardtherapie/geneesmiddelen (therapiekeuze: mogelijkheden, standaardtherapie)
4. Controleren geschiktheid patiënt
5. Therapie/farmacotherapie uitvoeren
a. Recept, toedienen
b. Patiëntinformatie
c. Afspraken
6. Evaluatieplan, controle
Standaardtherapie geneesmiddelen:
Theory-based, experience-based, opinion-based, evidence based (fundamenteel onderzoek, clinical trial (controlled,
randomized, double blind), epidemiologisch)
Grond van literatuur: protocollen, standaarden, richtlijnen, compendia, formularia
Indicatiegericht: ziekte a → geneesmiddel b
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeedriehuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.