Cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis:
LES 1: Inleiding:
1. Wat is cultuurgeschiedenis?
De specifieke invulling die we hieraan geven, is zeer bepalend voor de structuur van de lessen en de
structuur van het handboek.
- Wat is cultuur?
We hebben heel veel definities van cultuur, waarbij heel veel dimensies aan bod komen.
Etymologie cultiveren het bewerken van land.
Het is dus een woord dat uit een landbouwcontext komt. Het verwijst naar het bewerken van
land, vee, ... .
Niet-bewerkt land betekende niet – ontwikkeld.
Een niet – bewerkt volk was dus een niet-ontwikkeld volk.
Vanaf het einde van de nieuwe tijd wordt ze een vorm van ontwikkeling, beschaving.
Het was de eerste betekenis van cultuur.
- Enerzijds algemene ontwikkeling, anderzijds ideeën onder invloed van de Romantiek.
- Het zet zich af tegen een algemene ontwikkeling, en gaat benadrukken dat er nog andere
ontwikkelingspaden zijn.
- Het is een nostalgisch teruggrijpen naar het verleden.
Hier komt de tweede betekenis vandaan.
Het was een specifieke manier van leven van een groep mensen zoals hoe mensen drinken
bijvoorbeeld.
- Een derde betekenis: het resultaat en de praktijk van intellectuele of artistieke activiteit.
- Verschillende opvattingen binnen de cultuurgeschiedenis.
Ze is heel sterk veranderd doorheen de jaren, en al zeker wanneer ze verbreed werd.
Niet alleen meer de taal, de kunst, de feesten die ze vierden, maar ook ineens de eetcultuur,
het slapen, ... (= de tweede betekenis).
Het zijn zaken die heel verschillend zijn, omdat ze heel onbewust zijn en geen uiting zijn van
grote intellectuele uitingen, ... .
- In de loop van de 19de – 20ste eeuw gebeurt dit voornamelijk. Dit vindt zijn uiting in een aantal
tradities, die heel uiteenlopend zijn, die verschillende accenten gaan leggen en een verschillende
invulling hebben van wat cultuurgeschiedenis is:
Duits: meer op taal gericht, op het Duitse taalgebied. Het is een niet-elitaire vorm van
cultuurgeschiedenis
Engels: de artistieke producten van een bepaald tijdperk, de verheven producten (de
schilderkunst, de literatuur, de wetenschap, ...)
Frans: bijna uitsluitend focussen op niet-tastbare uitingen van cultuur (geen schilderproducten
en dergelijke meer, maar denkkaders, mythes, ...)
- Cultuur is in ieder geval een gecontesteerd begrip betekenisverschuiving.
We kunnen er niet één definitie van geven, omdat quasi alles vandaag cultuur geworden is. Hoe
kunnen we dan cultuurgeschiedenis schrijven als we nog niet eens weten wat cultuur is?
Probleem waarmee we kampen.
In de late 18de – 19de eeuw: zeer elitair. Het was een representatief van de tijdsgeest.
Bv. Jacob Burkhart schrijft over de Renaissance; hij probeert te verklaren waarom de
Renaissance daar plaats vindt, op dat moment. Dit doet hij door te gaan kijken naar de grote
werken van dat moment, de literatuur die daar geproduceerd wordt ... .
20ste eeuw: verbreding van de niet-elitairen van de bevolking, zoals subculturen,
jongerenculturen, ... .
Ze gaan kijken naar bv. welke cultuur er bestond onder de ambachtsgezellen, en niet naar
de grote culturen zoals de Renaissance.
Helemaal anders dan die van Burkhart dus. Het is nu meer volkser, alledaagser, ... .
Dit heeft voor een deel te maken met wie cultuur reproduceert. Iedereen reproduceert
cultuur, en niet alleen zij die kunst en wetenschap reproduceren.
Het is voor een deel ook beïnvloed door de massa-media.
o Kijken we naar de grootste bestseller van de 19de eeuw: Bleak House. Naar hedendaagse
maatstaven zou dit tegenvallen (0,25%).
1
, o Als we vandaag gaan kijken naar bv. Gangnam style, of GOT... Dit om iets te zeggen
over de impact van massamedia.
- Een eerste element van het gecontesteerde karakter van het begrip cultuur, zeker in de loop van
de 20ste eeuw, is de tegenstelling van dat elitaire – democratisch element en de verbreding van de
non-elitairen.
Zeker aan het einde van de 20ste eeuw worden er naar groepen gezocht die net niet in die
elitaire groep zitten, denk hierbij aan gender history, van machtelozen in een samenleving, ... .
Hoe hebben zij die cultuurgeschiedenis toch mee beleefd en bepaald?
- Tweede element: de thematische invulling van het begrip ‘cultuur’.
Welke onderdelen van het menselijk leven behoren tot cultuur?
Uitzonderlijk – alledaags
Bewust – onbewust
o Van verheven invulling
o High culture, beschaving, ideeëngeschiedenis
o Zeer sterk gericht op wetenschappen en kunsten
Naar alledaags
o Mentaliteiten, rituelen, symbolen, gewoonten, consumptie, ...
- Een laatste element over wat cultuur nu precies is:
Is het iets mentaal, of iets materieel?
Dit gaat enerzijds heel oppervlakkig over dat materiële objecten ook tot cultuur hoort,
anderzijds gaat het over de rol van cultuur.
En heel specifiek over de vraag: wat is de autonomie van cultuur tegenover de rest van de
samenleving?
o Met andere woorden: wordt cultuur gevormd door de maatschappelijke context, of
vormt cultuur zelf die context?
Dit is een bron voor eindeloze discussies. In dit laatste element is er niet één enkele tendens,
verschillende ideeën en visies die niet in één richting wijzen.
2. Een historiografisch perspectief
- Burke het is geen domein dat duidelijk te definiëren valt, waarvan de grenzen uitgebreid zijn,
verlegd zijn.
Steeds meer is een groter deel van de geschiedenis tot cultuurgeschiedenis gaan behoren.
We werken met verschillende benaderingen, methodes en interpretaties van cultuur om
cultuurgeschiedenis te kunnen begrijpen.
We beginnen dus eerst met het bestuderen van de elitaire cultuur, en nadien met de meer
alledaagsheid, de onbewuste cultuuruitingen, met niet-elitaire cultuuruitingen.
Met andere woorden: we gaan kijken naar hoe het vakgebied veranderd is in de loop van de
19de – 20ste eeuw. Cultuur wordt gelijkgesteld aan beschaving, aan vooruitgang.
- Ruwweg valt deze evolutie in 2 periodes:
Cultural History:
Van ca. 1850 – ca. 1980
Van een discipline die heel marginaal was binnen het vakgebied van de geschiedenis naar
een omkering van haar positie naar een dominante positie.
Ze zal een veel grotere greep krijgen op de geschiedbeoefening.
Het is iets dat duidelijk voelbaar is in dat vakgebied.
Ze ontstaan buiten de academies, ze hadden geen plaats in de universiteiten (was gericht
op politieke geschiedenis, juridische bronnen, , geschiedenis van instellingen, ...).
De cultuurgeschiedenis was een marginaal onderdeel van de historische tendens, het was
nooit een drijvende factor waar de focus op lag.
Vanaf de jaren ’80 zal dit gaan veranderen:
New cultural History :
Verklaringselement; haar positie ging helemaal gaan omdraaien.
2
,3. Kenmerken van cultuurgeschiedenis:
- Focus op menselijke subjectiviteit:
Met andere woorden: houdt zich bezig met de creativiteit van de menselijke geest.
Met de manier waarop de mens van vroeger de wereld begreep en vormgaf.
Ze richten zich op de menselijke subjectiviteit, op wat die menselijke geest creëert.
Dit met behulp van geloofssystemen, denkkaders, religie, met behulp van hoe mensen
denken.
Cultuurhistorici hebben hier allerlei concepten en modellen voor ontwikkeld.
Ze proberen te achterhalen hoe de mensen de wereld begrepen vanuit mentaal perspectief.
Dit meestal op basis van een structuralistische benadering je gaat ervan uit dat cultuur-
uiting uitingen van diepere structuren. Bv. hoe we Valentijn vieren. In de Filippijnen beleven
ze dit anders, of in de 19de eeuw, ... .
Hoe ze dit daar toen beleefden, zegt iets over de diepere structuren, over hoe ze toen
dachten bijvoorbeeld.
o Met andere woorden: we zien het tipje van de ijsberg (de cultuur), maar daaronder ligt
nog een hele berg (= de bredere structuur)
- Met een holistische benadering
We zijn gericht op collectieven, groepen.
Cultuur is niet eigen aan één persoon, maar aan vele mensen.
Zoals kunstuitingen, ceremonies, ... functioneerden alleen maar binnen een groep, en
binnen de samenleving waarin deze plaatsvinden.
Met andere woorden: op basis van kunstwerken die we kunnen analyseren, kunnen we iets
zeggen over het land waar het kunstwerk gemaakt werd, en niet alleen over de kunstenaar
die het gemaakt heeft.
o Bv. Vegetatiërs in de middeleeuwen waren er geen vegetariërs, omdat er geen
denkkader was om er vegetariër te zijn.
- Gebaseerd op hermeneutische interpretatie
In de cultuurgeschiedenis probeert men niet te verklaren zoals in de exacte wetenschappen.
In de cultuurgeschiedenis willen ze het verleden begrijpbaar maken, geen verklaringen
aanbieden.
Ze willen begrijpen waarom actoren iets doen, bepaalde zaken denkbaar waren of niet –
denkbaar waren en zo verder.
Het is ook een meer subjectieve kijk, een geïnterpreteerde kijk.
Het is bepaald door het denkkader waarin de interpretator leeft. Iemand uit een andere
periode, met een ander denkkader, kan een andere visie hebben over bv. de Renaissance.
- Doelstellingen:
Een vervolg op historiografie, geschiedenis en evolutie van de eigen discipline.
Inzicht & kennis over de ontwikkeling van het domein van de geschiedenis te gaan
vervolledigen.
Aanknopingspunt voor duiding van recente trends
Zoals eerder vermeld: de cultuurgeschiedenis was ‘de Assepoester van de geschiedenis’, die
ineens niet meer zo marginaal was en net heel dominant was.
Ze gingen gaan kijken naar culturele verklaringen in domeinen van bv. de economische
geschiedenis om antwoorden te kunnen bieden.
De cultuurgeschiedenis eigende zich een positie toe die determinerend werd voor de andere
domeinen van de geschiedbeoefening.
4. Waarnemer – sociaaleconomisch (boven)
- Cultuurgeschiedenis als bron van kritiek & theorie
3
, Kritiek op Rankeaans empiricisme (Ranke: streven naar objectiviteit; empirisme. Ze gaan de
bronnen gaan bestuderen op basis van empirisme, geschreven bronnen).
Dit is problematisch voor de cultuurgeschiedenis per definitie zijn mensen zoals Von Ranke
bezig met de elitaire bronnen, de mensen van bovenaf.
Ze zijn dus niet bezig met mensen die niet konden schrijven, bijvoorbeeld. Dus deze mensen
kan je niet gaan traceren uit die geschreven bronnen, uit die empirie.
De traditionele geschiedenis hield zich ook niet bezig met cultuurgeschiedenis.
Als antwoord hierop hebben cultuurhistorici allerlei modellen ontwikkeld uit de andere
luiken: sociologie, linguistiek, archeologie, ... .
Ze gebruiken theoretische kaders uit deze disciplines.
Toch blijft het nog steeds een referentiepunt; een ‘ideaal’ bronnen worden nog altijd centraal
geplaatst in het schrijven van een historisch werk.
Nog heel veel bij de geschiedschrijving bestaat nog steeds het idee dat geschiedschrijving
bronfragmentjes analyseren is.
Cultuurgeschiedenis aanvaard dat niet, ze gaan een voortdurende kritiek geven op de
traditionele manier.
Omdat ze geen enkele plaats had in de traditionele geschiedenis, en ook haar tekort aan
bronnen, gaat ze dus voortdurend kritiek gaan geven op die traditionele manier.
Ze trekt voortdurend dingen in vraag: genderperspectieven, eurocentrische visie, ... .
o Al die kritieken, bevragingen, komen bijna allemaal voort uit de cultuurgeschiedenis.
Vandaar dat ze belangrijk is om te gaan bestuderen
Cultuurgeschiedenis als ‘toolkit’
Het kan een bron zijn voor concepten, modellen, om culturen te begrijpen, bevragen, ... .
o Bv. dat je leert hoe think description werkt en kunt gaan gebruiken.
o Met andere woorden: dat het een hulpmiddel kan zijn bij je eigen onderzoek.
LES 2: The Great Tradition
The great tradition wordt gebruikt door Peter Burke
- Even ter herhaling: cultuur is iets onstabiel, aan veranderingen onderhevig.
- Het beste wat we kunnen doen, is een historiografisch overzicht weergeven binnen het domein zelf
dat zich definieerde binnen de cultuurgeschiedenis.
- We gaan de visies van de eigentijdse auteurs gaan volgen, hoe het evolueerde, hoe het afgebakend
werd, ...
3 periodes:
Periode van the great tradition
o Onstaanfase van de cultuurgeschiedenis tot aan, ruwweg, de tweede wereldoorlog.
o Het is het fundament. Alles wat we hierna zijn, zijn ontwikkelingen/ kritiek geven/
afwijken op deze great tradition.
o Het is enerzijds het grote voorbeeld, anderzijds het grote voorbeeld waartegen men zich
gaat afzetten.
Rise of popular culture (WO II tot Jaren 80)
o Cultuurbegrip verbreden; alledaags, onbewust, alle sociale groepen, ... .
o Ze vonden de great tradition te elitair, ze willen gaan kijken naar volkscultuur.
o Dit in 3 verschillende stromingen: Frankrijk, Engeland & antropologie in de VS.
New cultural History (vanaf de Jaren 80)
1. The great tradition
- Grote namen die we vandaag tegenkomen, worden nog steeds aangereikt in bv het onderwijs. Ze
blijven zeer invloedrijk. Tegelijkertijd worden ze vaak bekritiseerd.
- Daarnaast: een brede traditie.
4