100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting embryologie en teratologie $7.76   Add to cart

Summary

Samenvatting embryologie en teratologie

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van het volledige vak van embryologie en teratologie inclusief zelfgemaakte tekeningen om de leerstof te verduidelijken. 16 op 20 behaald.

Preview 4 out of 46  pages

  • May 27, 2024
  • 46
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Embryologie en teratologie
Hoofdstuk 1: voortplantingscyclus
-Ontwikkeling zaadcellen:

Meiose 1: componenten homologe chromosomenpaar uitgewisseld

Spermatogonium type A (reserve stamcellen zorgt voor herbevolking) =>
Spermatogonium type b =>primaire spermatocyt (geen deling) => secundaire spermatocyt

Meiose 2: iedere kiemcel is voorzien van een haploïd aantal chromosomen

Secundaire spermatocyt => spermatide

Spermiogenese: geen deling enkel vormveranderingen

Spermatide => vorming acrosoom (hydrolytische enzymen) => cytoplasma zakt naar
beneden en verdwijnt grotendeels => kop DNA => aanleg ring mitochondriën voor
beweging staart => aanleg staart => sperma

 Sperma rijpt in epidydimis en naar buiten gebracht via caudaepididymis
 Accesoire geslachtsklieren (vb prostaat) zorgen voor beschermlaag en voeding sperma
 Sertoli cellen: remmen testosteronproductie, controleren rijping en migratie kiemcellen
 Ledigcellen: productie testosteron



-Penetratie zaadcel in de eicel

Eicel heeft 2 beschermlagen: zona pellucida ( suikers en eiwitten) en daarrond chaperones
(follikelcellen)

Sperma eerste laag voorbij: huidje glycoproteïnne en zaadvloeistof weg => aangekomen aan zona
pellucida zal acrosoomreactie plaatsvinden dmv ligand-receptor binding => gat in zona pellucida =>
binnendringen => versmelten met oöcyt



-afweer tegen ander zaadcellen wnn er al 1 zaadcel in binnengedrongen

Corticale granules (liggen onder celmembraan), worden geactiveerd door Ca influx, bevatten
hydrolytische enzymen die receptoren zona pellucida verwijderen

Calciumgehalte stijgt door Ca influx => verandering membraanpot => elektrische draad rond eicel =>
spermacellen die willen binnendringen krijgen elektrische shock



-ovogenese

Primaire oöcyt

Primmordiale follikel: ( in profase 1 ) primaire oöcyt met 1 laag afgeplatte follikelcellen

Primaire follikel mbv FSH: follikelcellen worden kubisch en meer lagen granulosacellen


1

,Secundaire follikel: laag granulosacellen neemt toe

Tertiaire follikel: in de laag granulosacellen ruimte gevuld met vocht = rijp voor ovulatie = meiose 1
afgerond

Secundaire oöcyt: na ovulatie + poolichaampje

Wnn er bevruchting is ontstaat er een tweede poollichaampje



-fouten bij de bevruchting

 Euploïdie: volledige chromosomenset in enkelvoud of meervoud aanwezig
 Aneuploïdie: bij 1 of meerdere chromosomenparen heb je chromosoom teveel/te weinig
o Trisomie: 3 sets van hetzelfde chromosoom => oorzaak: non-disjunctie niet of translocatie
van DNA materiaal
o Vb trisomie 21 Downsyndroom
 Pseudo-hermaphrodieten: fenotype komt niet overeen met genotype
o Vaak monosomie of trisomie geslachtschromosomen
o Vb Turner X0 syndroom
o Vb klinefelter XXY syndroom
 Polyspermie: bevruchting door 2 spermatozoa of 1 abnormale diploïde spermatozoa



Hoofdstuk 2: bevruchting – klieving – gastrulatie
-embryologie periodes

1. Prenatale periode (bevruchting tot geboorte)

- Embryonale periode: bevruchting tot primitieve lichaamsvorm => organogenese
- Foetale periode: primitieve lichaamsvorm tot geboorte => groei

2. Postnatale periode (periode na de geboorte => grote diersoortverschillen)

- Nestvlieders: instaan voor zichzelf
- Nestblijvers: lang bij moederdier blijven vaak lange zwangerschap

-embryogenese

1. Zygote
2. Delingen 2, 4 en 8 zijn identiek = blastomeren = totipotent (kunnen alles worden)
a. Bij eeneiige tweeling kan problemen opleveren
b. Symmetrische deling: tweeling hetzelfde
c. Versmolten symmetrisch: siamese tweeling (diplopagus)
d. Asymmetrische deling: 1 individu tweeling te weinig zuurstof => minder ontwikkeld
e. Versmolten asymmetrische deling: 1 individu parasiet op de ander

3. Morula (16 tot 32 delingen) = pluripotent (alle kiembladen maar niet vruchtvliezen en placenta)
a. ICM = embryoblast
b. Trofoblast => vruchtvliezen en placenta
c. Stadium 2 verschillende soorten cellen = compaction

2

,4. Blastula
a. Ontstaan holte blastocoel
b. Embryoblast
c. Trofoblast

5. Blastocyst
a. Kan implanteren in baarmoederslijmvlies dmv ligand-receptorbinding want zona
pellucida is weg want cel-cel contact nogdig
b. Delaminatie: 2 lagen embryoblastcellen: hypoblast en epiblast
c. Epiblast: weefsels
d. Hypoblast: dooierzak en chorion

6. Gastrula (2 lagig naar 3 lagig kiemschijf)
a. Epiblastcellen proliferatie verdikking lengte-as = primitieve streep
b. Tot halverwege embryo tot primitieve knop= knop van Hensen
c. Epiblast (bovenkant) = ectoderm
d. Epiblast naar binnen stulpen tussen ectoderm en hypoblast = mesoderm
e. Epiblast dieper naar binnen en hypoblast verdrijven = endoderm
f. Geen 3 lagen bij buccopharyngeaal en cloacaal membraan

-Kiembladen

 ECTODERM
o OPP ECTODERM: huid (epidermis)
o NEURECTODERM: tijdelijk neurale lijstcellen tot neurale buis is ontstaan (voorloper
ruggenmerg)
 MESODERM
o INTERMEDIAIR MESODERM: delen urogenitaal stelsel
o PARAXIAAL MESODERM: somieten gaat opdelen in 3 delen
 Sclerotoom: dichtste bij ruggenmerg = skeletspieren
 Myotoom: spieren
 Dermatoom: dermis en hypodermis
o LATERAAL PLAATMESODERM
 Splanchnopleura: vlies rond organen
 Somatopleura: lichaamswand bot armen en benen, wand pericard
o Volgorde vanaf notochord: PM-IM-LPM-EEM
 ENDODERM: spijsverteringskanaal en alle orgaan afgeleid va de oerdarm



-Coeloomholte

Apoptose tussen splanchnopleura en somatopleura => oerlichaamsholte = coeloom (borst en
buikholte zonder diafragma)

-Notochord (=primitieve ruggengraat)

 Axiaal mesoderm (tussen beide delen paraxiaal mesoderm)
 Verdeling links/rechts en dorsaal/ventraal
 Stevigheid
 Geeft signalen af aan cellen: differentieer => vorming neurectoderm

3

,  Primitieve streep trekt zich terug en notochord blijft achter
 Ontstaan CZS dmv verhoging epitheel => verschil opp ectoderm en verhoog neurectoderm
 Nu stukjes notochord in tussenwervelschijf nucleus pulposus

-Ciliën op de knop van Hensen

 Bewegen naar links voor bepaalde transcriptiefactoren af te geven
o Drm milt links en niet rechts want daar ligt notochord

-Afwijkingen bij de gastrulatie

1. Sacrococcygeaal teratoma = monstertumor
a. Alle type weefsels van alle kiembladen aanwezig
b. Primitieve streep niet volledig teruggetrokken waardoor er epiblastcellen aanwezig
blijven die nog elk kiemblad kunnen vormen
2. Sirenomelia of caudale dysgenese
a. Benen aan elkaar => zeemeermin
b. Mesodermcellen zijn niet gedifferentieerd



Hoofdstuk 3: primitieve lichaamsvorm
-Neurulatie (ruggenmerg)

 Notochord aan het ontwikkelen onder ectoderm => axiaal mesoderm
 Geeft transcriptiefactoren af aan ectoderm => verhogen => neurectoderm => neurale plaat
 Neurale lijstcellen op overgang ectoderm – neurectoderm
 Neurale plaat geeft signalen aan notochord => notochord zakken
 Instulping plaat => neural groeve
 Vorming neurale buis: in het midden aan elkaar gegroeid dmv snelle klieving ectodermcellen
o In het midden als een rits naar buiten
o Wel nog craniale en caudale neuroporus (opening)
 Neurale lijstcellen boven notochord en daarboven opp ectoderm
 Vorming hersenblaasjes boven neurale buis => hoofd zwaarder => cephalocaudale welving (hoofd
en staart naar beneden)
 Craniocaudale welving: links en rechts naar elkaar toe dmv afsnoering endoderm tov hypoblast
(dooierblaas) => ontstaan oerdarm

-Neurale buis defecten

1. Anencephaly
a. Grote hersenen niet gevormd doordat niet sluiten neuroporus cranialis
2. Spina bifida
a. Neurale buis niet gelijk meegroeien met de wervels doordat neuroporus caudalis niet
sluit
3. Valoproaat
a. =medicatie voor epilepsie dat neurale buis defecten veroorzaakt (vnl spina bifida)
b. Niet nemen is geen optie => vasoconstrictie geen bloed naar embryo
c. Dosis verlagen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linavdlang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.76
  • (0)
  Add to cart