100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst 'Menselijke biologie en ziekteleer' $12.81   Add to cart

Other

Begrippenlijst 'Menselijke biologie en ziekteleer'

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Begrippenlijst van het vak 'Menselijke biologie en ziekteleer'. per hoofdstuk alle begrippen met hun definitie en functie in het Nederlands. Gebaseerd op het hoorcollege gegeven door prof. Z. Callaerts-Végh en prof. R. D'Hooge . Zeer handig als verduidelijking van de leerstof.

Preview 4 out of 52  pages

  • May 27, 2024
  • 52
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Begrippen Biologie & ziekteleer
Hoofdstuk 1 – De chemie van de levende dingen
Oplosmiddel Vloeistof waarin andere substanties oplossen
Opgeloste stof Elke opgeloste substantie
Hydrofiel Polaire moleculen die aangetrokken zijn tot water en
er makkelijk met interacteren
Hydrofoob Niet-polaire, neutrale moleculen die niet interacteren
met water en niet oplossen.
Thermische beweging De willekeurige beweging of trilling van atomen en
moleculen waaruit water ontstaat als gevolg van de
temperatuur.
pH-schaal Een meting van de concentratie aan H+ionen in een
oplossing
Homeostase Syn. Natuurlijk evenwicht
Buffer Elke substantie die ervoor zorgt dat veranderingen in
de pH, die normaal bij toevoegen van base of zuur
optreden, tegengehouden worden.
Macromoleculen Organische moleculen met onbeperkte grootte,
bestaan uit duizenden/miljoenen smallere moleculen.
Dehydratatie synthese Kleinere moleculen worden toegevoegd via covalente
bindingen en een het equivalent van watermolecule
wordt verwijderd telkens wanneer subeenheid
toegevoegd wordt.
Hydrolyse Afbreken van macromoleculen en het equivalent van
watermoleculen wordt toegevoegd telkens wanneer
subeenheid verwijderd wordt.
Monosaccarides Simpelste vorm van koolhydraten, ringvormige
structuur die bestaan uit C, O en H in een 1-2-1
verhouding
Bv ribose, deoxyribose, glucose, galactose, fructose
Olliogosaccarides Korte ketens van monosaccharides gevormd door
dehydratie synthese
Bv sucrose, maltose, lactose
Polysaccharides Complexe koolhydrate waarbij door dehydratie
synthese duizenden monosaccharides
samengevoegd worden in rechte of vertakte ketens.
Bv glycogeen, zetmeel, cellulose
Triglycerides of vetten Gesynthetiseerd van een glycerol molecule en 3
vetzuurstaarten opgeslagen in bindingen
Verzadigde vetten Enkele bindingen tussen C in de staart, rechte
staarten, vast bij kamertemperatuur
Bv dierlijke vetten
Onverzadigde vetten 1 of meer atomen met een dubbele binding tussen C
in de staart, vloeibaar bij kamertemperatuur
Bv olie
Fosfolipiden Gemodificeerde vorm van lipiden en primaire
structurele component van celmembranen.
Lipiden met polaire kop en neutrale niet-polaire
staarten.
Steroïden Opmerkelijke andere structuur, maar niet-oplosbaar
in water
Bv cholesterol

1

,Proteïnen of eiwitten Macromoleculen opgebouwd uit lange reeksen
aminozuren
Polypeptide Enkele reeks van 3 tot 100 aminozuren aangemaakt
dmv dehydratie synthese
Eiwit Polypeptide langer dan 100 aminozuren en met
complexere structuur en functie
Denaturatie Verlies van biologische functie
Enzym Eiwit dat als biologische katalysator fungeert
DNA Syn. Deoxyribosenucleïnezuur
Het genetisch materiaal in levende wezens
RNA Syn. Ribonucleïnezuur
ATP Syn. Adenosinetrifosfaat
Identiek aan het adenine bevatten nucleotide in RNA,
maar ATP bezit 2 extra fosfaatgroepen.
ADP Syn. Adenosinedifosfaat
Organische fosfaatgroep en energie
Hoofdstuk 2 – De structuur en functie van cellen
Plasmamembraan Het buitenmembraan waarmee alle cellen omgeven
zijn.
Eukaryoot Menselijke cellen die bestaan uit 3
basiscomponenten: plasmamembraan, nucleus,
cytoplasma
Prokaryoot Bacteriën die enkel plasmamembraan hebben en
geen nucleus bezitten.
Nucleus of kern Membraangebonden compartiment dat het genetisch
materiaal van de cel herbergt in de vorm van lange
DNA-moleculen.
Cytoplasma Omvat alles in de cel buiten de kern samengesteld
uit cytosol
Cytosol Zachte, gelachtige vloeistof in de cel, bevat
verschillende celorganellen
Celorganellen Verschillende microscopische kleine structuren in
cytosol met gespecialiseerde functies .
Membraangebonden structuren van de cel .
Microvilli Microscopisch kleine projecties van het
plasmamembraan
Kernmembraan Dubbellaags membraan van de kern overbrugt door
kernporiën
Ribosomen Kleine structuren samengesteld uit RNA en bepaalde
eiwitten die vrij in cytosol zweven of vastgemaakt
aan RE
RE Syn. Endoplasmatisch reticulum
Uitgebreid gebouwen, vliezig systeem dat met een
vloeistof gevulde ruimte omringt is.
Ruw ER Oppervlakte bezaaid met ribosomen dat korrelig
uiterlijk geeft.
Glad ER Regio’s zonder ribosomen
Golgi-apparaat Ziet eruit als een reeks onderling verbonden met
vloeistof gevulde ruimten omgeven door een
membraan. Bevat enzymen om producten van ER
verder te verfijnen tot uiteindelijke vorm.
Blaasjes Membraangebonden bolletjes die iets in de cel
omsluiten.

2

, Transportblaasjes, secretoire blaasjes,
endocytotische blaasjes, peroxisomen & lysosomen
Mitochondriën Bestaat uit een glad buitenmembraan en
binnenmembraan met talloze plooien.
Cytoskelet Losjes gestructureerd netwerk van vezels,
microtubuli & microfilamenten
Microtubuli Kleine holle buisjes
Microfilamenten Dunne, vaste vezels
Cilia Haarachtige structuur, komen voor op cellen langs
de luchtwegen of in bepaalde kanalen van het
lichaam.
Flagella Haarachtige structuur, langer dan de cilia. Komt
enkel voor bij zaadcellen van de mens.
Centriolen Korte, staafvormige microtubulaire structuren die
zich in de buurt van de kern bevinden.
Passief transport Transporteren van een molecule zonder dat een cel
energie moet gebruiken, berust op het mechanisme
van diffusie;
Diffusie Beweging van moleculen van het ene gebied naar
het andere als resultaat van willekeurige beweging
Concentratiegradiënt Verschil in concentratie tussen 2 punten
Osmose De netto diffusie van water over een selectief
permeabel membraan.
Osmotische druk Vloeistofdruk die nodig is om osmose precies tegen
te gaan.
Kanalen opgebouwd uit eiwitten die de gehele
lipidendubbellaag omspannen.
Gated kanalen Kanalen die onder bepaalde voorwaarden openen en
sluiten
Actief transport Kan stoffen door het plasmamembraan verplaatsen
tegen hun concentratiegradiënt in, maar vereist
energie.
Endocytose Moleculen opgelost in extracellulaire vloeistof
omgeven door een holte gevormd door een
invouwing van het plasmamembraan.
Exocytose Een al in de cel aanwezig blaasje smelt met
plasmamembraan en geeft inhoudt af aan de
vloeistof rond de cel.
Receptoreiwitten Eiwitten die het plasmamembraan overspannen en
informatie over het membraan ontvangen en
verzenden.
Toniciteit Relatieve concentratie van opgeloste stoffen in 2
vloeistoffen.
Isotoon Extracellulaire vloeistof heeft dezelfde concentratie
als de intracellulaire vloeistof.
Hypertoon Concentratie buiten de cel is groter dan binnen de
cel à cel krimpt
Hypotoon Concentratie binnen de cel is groter dan buiten de
cel à cel zwelt
Metabolisme Syn. Stofwisseling
Som van alle chemische reacties die plaatsvinden in
het organisme
Metabole route Ene reactie volgt naar de andere in geordende en

3

, voorspelbare patronen.
Lineaire metabole route Metabole route waarbij het product van de ene
reactie het substraat van de andere wordt
Product Eindmateriaal bij een chemische reactie
Substraat Startmateriaal bij een chemische reactie
Cyclus metabole route Cyclus waarin substraatmoleculen binnenkomen en
productmoleculen weggaan, maar de fundamentele
cyclus herhaalt zich keer op keer.
Anabolisme Moleculen samengevoegd tot grotere moleculen met
meer energie. (vereist energie)
Katabolisme Grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere
moleculen.
(geeft energie vrij)
Glucose Suikermolecuul met 6 koolstofatomen, klein molecuul
met veel potentiële energie in zijn bindingen.
Glycolyse Glucosemolecuul opgesplitst in 2
pyruvaatmoleculenn met 3 koolstofatomen.
Citroenzuurcyclus Acetyl CoA wordt volledig afgebroken door
mitochondriale enzymes en zijn energie wordt
losgelaten.
glycogeen Opslagvorm glucose
Triglyceriden Opslagvorm vet
Anaëroob Metabolisme zonder zuurstof gedurende korte
periode
Hoofdstuk 3 – Van cellen naar orgaansystemen
Weefsel Groepen gespecialiseerde cellen die qua structuur
vergelijkbaar zijn en gemeenschappelijke functies
vervullen
Epitheelweefsels Weefsels die bestaan uit cellagen die verschillende
oppervlakken en lichaamsholten bekleden en
bedekken.
Bv huid, binnenkant mond, bekleding
binnenoppervlakken spijsverteringsstelsel, longen,
blaas, bloedvaten en tubuli van de nieren.
Klieren Epitheelweefsels dat gespecialiseerd zijn om
producten te synthetiseren en uit te scheiden.
Exocriene klieren Scheiden producten af in een hol orgaan of kanaal
Bv zweetklieren
Endocriene klieren Scheiden hormonen af in de bloedvaten
Bv schildklier
Squamous epithelium Bestaat uit 1 of meer lagen afgeplatte cellen
Cuboidal epithelium Bestaat uit kubusvormige cellen.
Columnar epithelium Bestaat uit hoge, rechthoekige cellen.
Slijmbekercellen Cellen in het kolomepitheel.
Eenvoudig of simple Bestaat uit 1 laag en is zo dun dat moleculen er
epitheel gemakkelijk doorheen kunnen.
Gestratificeerd epitheel Bestaat uit meerdere lagen of strata en is dikker.
Basismembraan Ondersteunende niet-cellulaire laag die zich onder de
cellen van het epitheelweefsel bevindt.
Tight junctions Sluiten het plasmamembraan van aangrenzende
cellen zo strak af dat er niets tussen de cellen kan
passeren.
Bv in spijsverteringstelsel of blaas

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liencnapelinckx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.81
  • (0)
  Add to cart