PSYCHOGERONTOLOGIE
Hoorcollege 1: Belangrijke thema’s en begrippen bij veroudering
1. Psychogerontologie: definitie
Psychogerontologie is de psychologie van het ouder worden en het sociaal-emotioneel
functioneren van ouderen.
De sandwich-generatie zijn mensen die zorg dragen (verantwoordelijk voelen om zorg te
dragen) voor hun eigen ouders en voor hun eigen kinderen (en kleinkinderen).
2. Vergrijzing
2.1 Ouderen: wie zijn ze?
Er zijn verschillende termen: senioren, bejaarden,.. = ouderen
Welke leeftijd: Chronologische leeftijd:
- 65-74jaar: ‘jonge’ ouderen
- 75-84jaar: ‘oude’ ouderen
- > 85jaar: ‘oudste’ ouderen
- > 100jaar: ‘centenarian’
- > 110jaar: ‘super centenarian’
De biologische leeftijd is gebaseerd op de kwaliteit van de werking van de
lichaamssystemen/organen. De ‘biologische leeftijdstest’ (nagaan levensverwachting +
hoe gezond men gaat ouder worden). De biologische leeftijd komt vaak niet overeen met
de kalenderleeftijd (een kind met progeria bijvoorbeeld, de verouderingsziekten).
De psychologische leeftijd is gebaseerd op het functioneren op
psychologische/cognitieve tests (geheugen, intelligentie, leercapaciteit,..). Een voorbeeld
v/e discrepantie tussen de kalenderleeftijd en de psychologische leeftijd: Mensen met
jongdementie scoren slecht op cognitieve testen (geheugentaken).
De sociale leeftijd is gebaseerd op welke sociale rollen een persoon inneemt (familie,
werk, gemeenschap). Bijvoorbeeld: een grootouder heeft een hogere sociale leeftijd dan
een ouder, een gepensioneerde is ‘ouder’ dan een werkende persoon.
2.2 Functionele vs. chronologische leeftijd
De chronologische leeftijd
wordt het meest gehanteerd
(‘leeftijd volgens de jaren’).
- Bevolkingspiramides
- Bevolkingsvooruitzichten
2.3 Vergrijzing: enkele cijfers
1
,De vergrijzing van de bevolking (dubbele vergrijzing): De bevolkingsvooruitzichten van
hoeveel mensen er boven de 60 en 65jaar gaan zijn (er is sprake van een dubbele
vergrijzing). Niet enkel het aantal ouderen stijgt maar binnen de groep van ouderen gaan
de oudere ouderen ook stijgen.
De babyboomers (mensen die geboren zijn vlak na WOII zijn er veel kinderen geboren)
zijn de mensen die nu gerekend worden tot de groep van ouderen.
3. Biopsychosociale perspectief
Het biopsychosociaal perspectief: De ontwikkeling/veroudering is een complex
samenspel van biologische, psychologische en sociale processen.
- Biologische: De werking van de lichaamsfuncties en structuren doorheen het
verouderingsproces
- Psychologische: Cognities, gevoelens, emoties, persoonlijkheid
- Sociale: Positie binnen sociale structuren (familie, cultuur, wereld, land,
gemeenschap,..)
3.1 Vier principes van het ouder worden
Er zijn vier principes die horen bij het ouder worden:
1) Veranderingen in de levensloop verlopen continu: Continuïteitsprincipe,
hetgene dat gebeurt op oudere leeftijd bouwt voort op gebeurtenissen uit het
verleden
2) Enkel de ‘overlevenden’ zijn diegenen die oud worden: De enige voorwaarde
om oud te worden = niet doodgaan
Degene die zich laten omringen door steunfiguren, emotioneel gezond
geweest zijn, niet veel lichamelijke aandoeningen,.. zijn degene die
ouder worden
3) Individualiteit doet ertoe: Myrthe, als mensen ouder worden lijken ze steeds
meer en meer op elkaar (klopt niet)
4) Normaal verouderen is verschillend van ziekte: Normaal verouderen (primair),
pathologisch verouderen (secundair en tertiair) en optimaal (succesvol) ouder
worden
3.2 Continuïteitsprincipe voorbeeld
Er zijn een aantal manieren om niet zo oud te worden: overgewicht, overmatig
alcoholgebruik, fysiek inactief blijven, roken,
3.3 Interindividuele verschillen
De hippocampus is een structuur i/d hersenen die belangrijk is bij het leren (het volume
van de hippocampus gaat afnemen bij het ouder worden). Indien iedereen op dezelfde
manier zou verouderen, zouden de bolletjes op dezelfde lijn zitten. Er zijn dus duidelijk
veel (inter)individuele verschillen op vlak van verouderen.
2
, 4. Persoonlijk versus sociaal ouder worden
Personal aging zijn veranderingen binnen het individu (ontogenetische benadering).
Social aging: Mensen veranderen gelijktijdig met of als resultaat van een veranderende
omgeving (Paul Baltes: normatieve en niet normatieve invloeden):
- Normatieve leeftijd gerelateerde invloeden: Mensen laten zich leiden door
gebeurtenissen te laten plaatsvinden die in een bepaalde cultuur vasthangen aan
bepaalde leeftijden aan bepaalde momenten in de levensloop
- Normatieve geschiedenis gerelateerde invloeden
- Niet normatieve invloeden
4.1 Social aging: normatieve leeftijdsgerelateerde invloeden
Social aging zijn culturele normen.
- Normatieve leeftijdsgerelateerde invloeden: zich laten leiden door die
gebeurtenissen te laten plaatsvinden die een cultuur of een generatie vasthangen
aan bepaalde momenten in de levensloop
- Normatieve gescheidenisgerelateerde invloeden: gebeurtenissen die iedereen
binnen een bepaalde cultuur op een bepaald moment overkomt (ongeacht de
leeftijd)
- Niet normatieve invloeden: toevallige gebeurtenissen die een individu overkomt
5.
Modellen van ontwikkeling
5.1 Nature versus nurture
Veroudering stoelt op de principes van de ontwikkelingspsychologie:
- Nu vaak: Developmental science aangezien wanneer er met ouderen gewerkt
wordt, is het belangrijk om het bio-psycho-sociaal perspectief te gaan hanteren
- Naast het psychologische, ook het sociale en het biologische perspectief
Er moet nagegaan worden of onze ontwikkeling/groeien vooral te maken heeft met nature
(het verouderingsproces ligt vast in onze genetica) of met nurture.
- Nuture: Gesell stelt dat het maturatieproces volledig vast ligt (ouders kunnen
praktisch niks beïnvloeden)
- Nurture: John B Watson stelt dat de ontwikkeling volledig wordt beïnvloed door de
omgeving die de ouders scheppen
3
, 5.2 Nature en nurture is wisselwerking
(1) Organismic model ligt volledig aan de kant van de nature
Nature bepaald de ontwikkeling
Genetische predisposities bepalen verandering
Verandering gebeurt in fasen/trappen
(2) Mechanismic model
Nurture bepaald de ontwikkeling
Externe ervaringen bepalen verandering
Blootstelling aan ervaringen gebeurt continu (aangezien continu
blootgesteld wordt aan ervaringen)
(3) Interactionistisch model
Nature en nurture: complex samenspel van genen en omgevingservaringen
Niche-picking: Kinderen worden met bepaald vaardigheden/talenten
geboren (flexibele gewrichten/beenderen,..) waardoor ze sporten uitkiezen
waarbij ze hun aangeboren talenten verder kunnen ontwikkelen (die
kinderen gaan vaak naar een ballet – of turnles).
Reciprociteit (wederkerigheid): Als individu heb je een impact op de
ervaringen van iedereen maar anderen hebben ook een invloed op jou als
individu (levensvoetafdruk)
In onze genetica ligt vast dat we op een bepaald moment grijze haren gaan
krijgen. Wanneer we fel blootgesteld worden aan de zon, ga je sneller rimpels
krijgen en gaat je oud sneller verouderen.
5.3 Verouderingsproces
5.3.1 Biologische theorieën (achtergrond)
Waarom worden we oud en sterven we: Onderzoekers zijn het erover heen binnen de
voorgeprogrammeerde theorieën dat alles vast ligt binnen het individu, tot men de
seksuele maturiteit bereikt heeft en tot men de kans gehad heeft om zich te reproduceren
(het overlevingsprincipe).
Het genoom bevat de erfelijke eigenschappen (richtlijnen die men nodig heeft om
proteïne te produceren, belangrijke bouwstenen binnen ons lichaam). Het genoom zit in
elke kern van de cellen en bestaat uit chromosomen (23 vader en 23 moeder). De
chromosomen zijn georganiseerd in DNA-moleculen, op elk DNA-molecule zitten er genen
(op een specifieke plaats).
Het gen bevat de genetische instructies om de proteïne te gaan maken. Eiwitten
produceren is enorm belangrijk aangezien we niet kunnen voortbestaan zonder proteïne
en eiwitten. Mutaties kunnen in de genen voorkomen:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulineverbinnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.05. You're not tied to anything after your purchase.