2.1 Het Keynesiaanse kruis
Inkomen en effectieve vraag:
Model = vereenvoudige weergave van de werkelijkheid. Een model richt zich op
factoren en probeert tussen deze factoren verbanden te leggen.
In de vorige katern kreeg je een model van het netto binnenlands inkomen via de
bestedingsmethode: Y = C + I + O + E – M
In europa zijn steeds meer gaan samenwerken en sinds de komst van de euro
spelen wissekoersen binnen de Europese Monetaire Unie geen rol meer. Daarom is
de formule van het netto binnenlands inkomen nu: Y = C + I + O
Een andere manier om de bestedingen in een land te meten is door te kijken naar de
effectieve vraag. Effectieve vraag = de totale vraag in een land naar producten en
diensten die worden voortgebracht uit de productiefactoren in een land. Door de
effectieve vraag owrden producten en diensten geproduceerd, die zorgen voor
inkomens in een land. De bestedingen van de een zijn het inkomen van de ander.
Y is gelijk aan de EV. EV = C + I + O dus, Y = C + I + O
Keynesiaanse kruis = geeft het evenwicht weer op de goederenmarkt van de
economie. Het model geeft het verband weer tussen de bestedingen (de effectieve
vraag, EV) en het inkomen (Y), er is gegeven rente en inflatie. Is bedacht door John
Maynard Keynes. De EV-lijn geeft weer wat de bestedingen zullen zijn van
consumenten, bedrijven en de overheid bij een bepaald inkomensniveau, dit is de
bestedingslijn.
Waar de lijnen elkaar kruisen is het korte termijn evenwicht. In dit punt is het inkomen
voor de consumenten, bedrijven en de overheid precies genoeg om de bestedingen
te kunnen betalen.
Wanneer het inkomen boven het evenewichtspunt stijgt, nemen de bestedingen
minder hard toe dan het inkomen. Onder het evenwichtspunt is dat andersom.
Waardoor veranderd de effectieve vraag?:
De effectieve vraag begint niet in de oorsprong. Dit betekent dat er zonder inkomen
toch bestedingen worden gedaan.
- Autonome consumptie
De consumptie stijgt als het besteedbaar inkomen toeneemt.
Autonome consumptie = consumptie die onafhankelijk van het inkomen
worden gedaan. Wanneer deze consumptie toeneemt zal de EV-lijn
evenwijdig omhoog schuift. Dit kan als het consumentenvertrouwen toeneemt.
- Autonome investeringen
De investeringen zijn in een economie niet afhankelijk van het nationaal
inkomen maar van de rentestand in een land. Hoe lager de rente hoe meer
investeringen. De investeringen in het keynesiaanse kruis zijn geheel
autonoom en hangen niet af van een toename van het inkomen. We gaan er
vanuit dat het kruis rente en inflatie gegeven zijn en niet veradern. Als de
autonome investeringen toenemen zal de EV-lijn omhoog schuiven.
Bijvoorbeeld als het producentenvertrouwen toeneemt en bedrijven bij iedere
stand van het inkomen in een land meer gaan investeren
, - Autonome overheidsbestedingen
De overheidsbestedingen zijn ook autonoom, omdat deze niet veranderen
door een verandering van het inkomen maar alleen veranderen door
aangepast overheidsbeleid. Als de autonome overheidsbestedingen stijgen
zal de EV-lijn omhoog schuiven. Bv als de overheid hogere overheidsuitgaven
afspreekt waardoor de bestedingen van de overheid stijgen
Hogere bestedingen op de bestedingslijn worden verklaard doordat de consumptie
toeneemt (niet-autonome deel). Niet-autonome consumptie en het inkomen hangen
samen. Wanneer de bestedingen toenemen is dat voor een andere factor in de
economie inkomen. Met dat inkoen kunnen vervolgens bestedingen worden gedaan.
De bestedingen nemen toe bestedingslijn schijft omhoog wanneer de autonome
C, I of O toenemen.
De bestedingen dalen bestedingslijn schijft omlaag wanneer de autonome C, I of
afnemen.
Als consumenten extra inkomstn krigjen zullen ze niet alles consumeren van het
extra inkomen maar juist sparen.
Consumenten kunnen met inkomen: C + B + S
1. Consumeren
2. Belasting betalen
3. Sparen
Daaruit volgt: C+ B+ S = C + I + O
Evenwicht op de vermogensmarkt: S = I + (B – O)
Marginale consumptiequote = het percentage van het inkomen dat wordt besteed
aan consumptie.
Berekening: Verandering van de consumptie (C)
Verandering van het inkomen (Y)
Multipliereffect = het effect wanneer de marginale consumptiequote of een autonome
besteding toeneemt (bv overheidsbesteding) , het effect op de totale bestedingen in
een land groter zal zijn dan de toename van de oorspronkelijke bestedingen zelf.
Stel dat de overheid besluit extra in de economie te investeren, de autonome
overheidsbestedingen gaan dan omhoog. De vraag van bedrijven naar kapitaal en
arbeid neemt dan toe, waardoor bedrijven meer kunnen produceren. Bij bedrijven zal
het inkomen van de werknemers stijgen en daarmee zullen zij meer gaan
consumeren. Meer consumptie betekent voor bedrijven meer productie.
Als consumptie stijgt productie omhoog inkomen omhoog bestedingen
stijgen. Hiervoor heb je dus maximale consumptie nogid. Als er alleen maar wrodt
gespaard of dat de belastingdruk omlaag gaat zal de consumptei omlaag gaan wat
zorgt voor minder bestedingen.
Spaarlek = hoeveel extra inkomen consumenten sparen, en dus niet kunnen
uitgeven. Hoe meer consumenten sparen, des te minder consumenten uitgeven, des
te lager de multiplier.
Marginale spaarquote = hoeveel een consument spaart van iedere extra euro aan
inkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijntersteege. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.31. You're not tied to anything after your purchase.