het examenmatrijs dat je krijgt voor je examen Commerciele Calculaties heb ik hier punt voor punt behandelt. ik vond dit het moeilijkste vak van het MBO, en heb dit dan dus ook zo uitgebreid en duidelijk mogelijk proberen te beschrijven. uiteindelijk ben ik geslaagd met een 6,3!
Kosten en opbrengsten nooit berekenen met BTW, tenzij anders wordt vermeld.
1.1
exploitatiebegroting
Exploiteren betekent uitbaten, een onderneming runnen om winst te maken. Een startende
ondernemer markt een exploitatiebegroting, als onderdeel van het ondernemingsplan. Hij
moet immers weten of hij winst kan maken. Een exploratiebegroting is een overzicht van
omzet, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst
Investeringsbegroting
De gewenste beginbalans van een startende onderneming kun je ook investeringsbegroting
noemen. Daarop begroot de ondernemer welke bezittingen nodig zijn, en op welke manier hij
die wil financieren.
Liquiditeitsbegroting
Daar kun je zicht op krijgen door een liquiditeitsbegroting te maken. Dat is een plannen van
verwachte inkomsten en uitgaven. Aan deze begroting kun je zien wanneer je
liquiditeitsprobleem kunt verwachten. Je kunt dan op tijd maatregelen nemen of de planning
bijstellen
1.2
Integrale kostprijs
Intergraal betekend alles omvattend. De integrale methode word zo genoemd, omdat je met
deze methode de variabele en de fase kosten opneemt in de kostprijs. Een ander woord ervoor
is de standaard kostprijs. Als een bedrijf veel soorten producten verkoopt, kan het behoorlijk
lastig worden de vaste kosten op de goede manier te verdelen over de producten. Vaak kan
men de normale productie ook niet goed vaststellen. Je gebruikt alleen deze berekening om
erachter te komen wat de prijs per stuk is. Om de integrale methode te kunnen hanteren, moet
je voor elk product de volgende gegevens hebben:
Totale constante kosten = C
Totale variabele kosten = V
De normale productie = N
De werkelijke productie = W
De constante kosten per product = C/N
De variabele kosten per product = V/W
Kostprijs = C/N + V/W
Differentiële kostprijs
differentiële kostprijs is de kostprijs op basis van de extra kosten die nodig zijn om extra
producten te kunnen leveren.
Toename van de totale kosten
Toename van de productie
, 1.3
Kostprijs-plusmethode
Je stelt dan de verkoopprijs vast door bovenop de kostprijs een percentage winst te zetten. Dat
winstpercentage wordt ook vaak een mark-up genoemd. Deze opslag is meestal een
percentage. Voor de kostprijs-plusmethode maakt het niet uit op welke manier je de kostprijs
berekend. Dat kan met directe en indirecte kosten, of je kunt de integrale kostprijs nemen.
Winst in % van de kostprijs
Kostprijs = 100%
Verkoopprijs = 100% + winst%
Voorbeeld: een kostprijs van 1,- met een mark-up van 30% word het een verkoopprijs van
1,30
Prijsbepalingsmethode
Bij een winstberekening: altijd omzet exclusief BTW nemen.
Winstmarge per artikel
Als percentage van de totale prijs
Als percentage van de verkoopprijs
Brutowinstmarge
Brutowinst als percentage van de omzet
nettowinstmarge
Nettowinst als percentage van de omzet
1.4
Vast budget
Een vast budget ligt vast voor een hele budgetperiode. Neem bijvoorbeeld leasekosten van
auto’s van de vertegenwoordigers: het contract ligt vast. Het maakt voor dit budget niet uit of
de vertegenwoordigers veel verkopen of weinig. Het budget voor deze leasekosten zal niet
veranderen. Een vast budget bestaat alleen uit constante kosten.
Variabel budget
Bij een variabel budget hangen de kosten ergens vanaf: bijvoorbeeld van de omzet van het
aantal bezoekers. Een voorbeeld is een budget voor een cash refund-actie. Hoe meer mensen
bij deze verkoopactie het bonnetje insturen, hoe hoger de kosten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvatting10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.