College 1 – Algemene introductie ........................................................................................................................... 2
College 2 – indicatoren en benchmarking ............................................................................................................... 4
College 3 – patiënten preferenties en gezamenlijke besluitvorming ..................................................................... 6
College 4 – Veiligheidsbeleid................................................................................................................................... 9
Gastcollege 5 Marscha Fermina – patiëntveiligheid ............................................................................................. 12
Gastcollege 6 Koen Snijders – Veilige toepassing van medische technologie ..................................................... 15
Gastcollege 7 Marieke Vos – De rol van ketenzorg en zorgpaden ....................................................................... 16
Gastcollege 8 – Jolanda van Hoeve – serious gaming ........................................................................................... 17
Gastcollege 9 Jolanda van Hoeve– Accreditatie en visitatie ................................................................................ 17
Gastcollege 10 Mirna Oosting – Informatie bij college wetgeving ...................................................................... 20
Gastcollege 10 – Kees Ebben – Evidence-based medicine en richtlijnen .............................................................. 21
, COLLEGE 1 – ALGEMENE INTRODUCTIE
Leerdoelen:
✓ De student kan het theoretische kader van kwaliteit van zorg omschrijven.
✓ De student kan de onderwerpen van het vak (gegevens in colleges en
werkgroepen) plaatsen in het theoretische kader van kwaliteit en veiligheid van
zorg.
✓ De student kan de grondleggers van het theoretische kader benoemen en hun
verschillende perspectieven en ideeën beschrijven.
✓ De student kan een eenvoudig praktijk probleem ten aanzien van de kwaliteit en
veiligheid van zorg benaderen aan de hand van de kwaliteitscirkel.
Waarom kwaliteit van zorg → Er is variatie en je moet kijken wat zijn de resultaten van de geleverde zorg en
wat levert dit op. Is variatie erg?
- Bijvoorbeeld borstkanker, er zijn heel veel behandelingen maar vooral operatie en daarna volgt
chemo. Voor die borstkanker zijn heel veel indicatoren ontwerpen bijvoorbeeld directe reconstructie.
- Indicator voor directe reconstructie kan bijvoorbeeld ook SES, leeftijd zijn.
- Ander voorbeeld is het gebruik van gen expressie profiel, het is een profiel wat gebruikt wordt op de
genen van patienten en als die test positief is kan die chemo gebruikt worden. Negatief betekent geen
chemo.
- Veel variatie in operatie sterfte na longchirurgie.
Is variatie erg? Voorbeelden hierboven, in geval van sterfte na operatie kan dit erg zijn omdat waarom ene
ziekenhuis wel veel sterfte en ander ziekenhuis niet? Het kan ook zijn dat er meer van 75 plussers in het ene
ziekenhuis en minder ander dan is de variatie ook meer.
Iedereen gen expressie en niet afhankelijk van SES.
Variatie is erg als de prognose en of kwaliteit van leven van de patient negatief beïnvloed wordt. Het is niet erg
want als de patient zelf de keuze al heeft gemaakt voor een bepaalde behandeling hoeft die variatie helemaal
niet erg te zijn en is het alsnog goede kwaliteit van zorg. Misschien kiest iemand gewoon zelf voor geen
operatie omdat ze de nazorg niet willen.
De patient moet wel informatie geven over welke opties er zijn. Patienten kunnen hier ook anders door worden
beïnvloed. Wat is er in de richtlijnen aangegeven. Als je in een richtlijn bepaalde bewijslasten wilt hebben moet
je weten waarom behandeling A beter is dan B.
➢ Kwaliteit, heel abstract begrip. Het is altijd aan iets gebonden en in dit geval de geleverde zorg.
Bijvoorbeeld telefoon, je hebt eisen zoals goede foto’s maken en snelheid. Dit is ook zo bij de zorg
alleen twist omdat je het product ook direct op jezelf laat toepassen. Het is direct de patient die de
zorg krijgt. De relatie tussen de patient en de zorg is wat kwaliteit weergeeft. Wanneer wordt ik
geholpen? Waar wordt ik geholpen? Wie levert mij de zorg? Dit geeft bepaald verwachting patroon. Je
krijgt bepaalde verwachtingen zoals oh het is een ziekenhuis dicht bij huis.
➢ Kwantiteit, aantal succesvolle behandeling, Henk heeft al zoveel behandelingen succesvol gegeven
Theoretische definitie: ZIE SLIDE
Empirische definitie: ZIE SLIDE kinkhoest al iedereen ingeënt zou worden is iedereen beter, dat is in de praktijk
niet zo dus hoe komt dat?
Context gebonden: stukje richtlijnen
Doelgericht: gewenste uitkomsten
Toevalsfactor: je weet nooit hoe iemand reageert op een bepaalde theorie
, Perspectieven op kwaliteit van zorg:
- Zorg inhoudelijk, de echt daadwerkelijk geleverde zorg
- Bedrijfskundig, hoe stuur je de zorg aan, patient centraal
- Patienten perspectief (belangrijkste),
De patient die kwaliteit van leven (overleving) wij hebben geen academisch dus wij moeten ver reizen en dat
belemmerd patienten om de zorg te krijgen.
Hoe weet de zorgverlener wat hij/zij moet doen en dat hij/zij dat goed doet: richtlijnen
➢ Kwaliteitsbewaking, zorg inhoudelijk, welke zorg wordt er geleverd. = top down model, therapeutisch
model met doel om rotte appel eruit te halen. Er zijn drie type indicatoren die hierbij horen en die
gaat echt om de kern van kwaliteit van zorg.
Donabedian, heeft poging gedaan door meer inzicht te krijgen van kwaliteit van zorg door te meten. Hij zegt
oke deze indicator bij MRI hoeveel % heeft dat in jouw ziekenhuis gekregen. Daardoor kan je kijken of je boven
of onder het gemiddelde zit. Het is idee is om bij dat model te kijken dat er een verbeter traject op moet
komen. Dat druk je uit in % en ratio. Je hebt hier veel gegevens voor nodig.
Je hebt op verschillende niveaus indicatoren.
Chirurg niveau, hoeveel patienten heb je behandeld
Hoger niveau (internationaal vergelijken) hoe hoger je zit hoe moeilijk je kan weten wat je moet gaat
verbeteren. Je kan niet goed weten wat de standaard dan is. Je kijkt vaak naar overleving, hoe hoger je zit hoe
meer factoren van belang zijn die allemaal mee spelen in het bepalen van een indicator.
IGZ is een voorbeeld
Bedrijfskundig, het kan altijd beter. Klant centraal (ook direct product) Berwick, dienstverlenend. Je gaat uit van
je gaat dingen meten maar je wil dat al wel weten voordat iemand slecht gaat scoren. Veel meer orde.
Preventief model is het.
Kwaliteitsbevordering, hoort bij preventieve model. Het zijn technieken die je eigenlijk op de productieproces
vergoot. Doe je door benchmarking bijvoorbeeld. Intercollegiale toetsing. Deming cirkel. Eerst een plan maken,
uitvoeren, toetsen en evalueren welk effect het heeft gehad. Herhalen zorg voor hogere kwaliteit.
SLIDE PLAN doornemen! Kijken wat houdt zo een PDCA cyclus in.
Je wilt de wens van de klant vertalen in een zorgproces. Patient heeft bepaald verwachtingspatroon. Afwegen
wat je belangrijk vindt.
Dienstverlening vs product.
Dienst → activiteit, interactie tussen personen maar wat is het verschil met goederen. Product is tastbaar, kan
je op voorraad hebben. Waarom dienst niet op voorraad? Gebonden aan tijdigheid, geen chirurg kan je dienst
ook niet leveren. Klant is direct product.
Dienstverlenen en zorgverlenen
Dienstverlenen is winstgevend. Het is allebei immaterieel en er is interactie dus dan is ook hetzelfde.
Zorgverlenen is een onderdeel van dienstverlenen.
5 verschillen:
1. Winstgevend
2. Doelgroep, behoefte aan zorg en dienst kan over heel veel gaan. Dienstverlenen kan over heel veel
sectoren gaan en zorg echt specifiek zorg.
3. Bij zorgverlening heb je specifiek medische kennis nodig en dienstverlenen kan gaan om heel veel
andere soorten kennis.
4. Autonomie
5. Verschil in motivatie, iemand die in de zorg werkt is minder commercieel dan andere sector
Als de zorg wordt verleend is het product ook direct de zorg terwijl de patient dat ook is, dat is hetzelfde
moment.
Zie slide voor meer verschillen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maureenbos2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.