Samenvatting van het vak geneesmiddelen (GZW), met eerst een overzicht van alle aandoeningen met bijbehorende medicatie ( uitleg) en daarna alle andere onderwerpen (zoals farmacologie, farma promotie, etc.).
Extensive and complete overview. Sometimes written in keywords so the explanation is not equally clear.
Seller
Follow
esmeedriehuis
Reviews received
Available practice questions
Oefenvragen Geneesmiddelen (GZW)
Flashcards36 Flashcards
Free9 sales
Flashcards36 Flashcards
Free9 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Jij, als gezondheidswetenschapper, wordt benadert voor een programma over de niet medicamenteuze adviezen bij astma met betrekking tot het voorkomen van astma-aanvallen bij kinderen. Wat is de meest effectieve niet-medicamenteuze therapie?
Answer: Niet (mee)roken
2.
Eerste keus middel als profylactische behandeling bij astma is ...
Answer: inhalatie corticosteroïden
3.
De halfwaardetijd van hydrochloorthiazide (diureticum) is ongeveer 13 uur. Wanneer de patiënt een nierinsufficiëntie heeft wat gebeurd er dan met de halfwaardetijd?
Answer: Deze wordt langer
4.
Hoeveel tabletten paracetamol (500 mg) moeten er minimaal worden ingenomen voordat dit gevaarlijk kan zijn voor een persoon? (eenmalige inname, een gezond persoon, met een normaal lichaamsgewicht)
Answer: >20 tabletten
5.
Waarmee kan, indien er tijdig mee wordt begonnen, de absorptie van een geneesmiddel effectief worden verminderd?
Answer: Toedienen actieve kool (norit)
6.
Wat is een veelvoorkomende bijwerking van snel/kort werkende nitraten zoals nitroglycerine?
Answer: Hoofdpijn
7.
Toxische Epidermale Necrolyse (TEN) is een type ……. reactie
Answer: IV
8.
Met Farmacodynamiek wordt bedoeld:
Answer: werking en bijwerking van een stof op de patiënt (het lichaam)
9.
Welk geneesmiddel is geïndiceerd als onderhoudsbehandeling bij angina pectoris?
Answer: Metoprolol (β-blokker): werkt op het hart door het ritme en de contractiekracht te verlagen
10.
Het first pass effect is het grootst bij ...
Answer: orale toediening
Content preview
Hoofdpunten geneesmiddelen
Astma Situatie: luchtwegaandoening door reversibele bronchusobstructie (chronische ontsteking)
→ vermijden: specifieke/allergische prikkels of niet-specifieke prikkels (zoals roken, mist,
inspanning, geneesmiddelen)
Geactiveerde ontstekingscellen geven ontstekingsmediatoren af zoals histamine, cytokinen
en leukotriënen → bronchospasme, zwelling mucosa en mucusproductie
Vermijd: acetylsalicylzuur & NSAID’s (ontstekingsremmer) en bètablokkers
(bronchoconstrictie door bèta1 blokkering)
Toedieningsvorm: poederinhalator (voldoende inspiratiekracht nodig) of dosisaërosol (op
tijd ademen, anders blijft het achter in de keel)
❖ Bèta-2-sympathicomimetica
o Bronchodilatatie (stimulatie bèta2-receptoren (agonist))
o Kortwerkend (symptomatische behandeling) (SABA) (stap 1)
▪ Salbutamol
o Langwerkend (onderhoudsbehandeling) (LABA) (stap 3 + ICS)
▪ Salmeterol
o Bijwerkingen: tremor, vaatdilatatie, tachycardie
❖ Anticholinergica (parasympathicolytica → parasympatisch = rust)
o Ipratropium
o Remmen werking acetylcholine door antagonist muscarinereceptoren
o Kinderen & ouderen (bij ouderen blijft het aantal cholinerge receptoren
hetzelfde, terwijl de bèta2-adrenerge receptoren afnemen)
❖ Corticosteroïden ICS) (stap 2 → als vervanging eventueel LRTA)
o Profylaxe bij astma (aanvalsmedicatie)
o Ontstekingsremmend (bijvoorbeeld prednison) → remmen infiltratie van
ontstekingscellen en de vorming en degranulatie van mediatoren
o Bijwerkingen: orofaryngeale candidiasis en heesheid (mond spoelen!),
lengtegroei in het eerste jaar van behandeling vertraging (1,5 cm)
❖ Xantinederivaten (3de-lijns)
o Theofyline
o Bronchodilatatie door remming enzym fosfodiësterase in gladde
spiercellen van de bronchioli
o Geringe therapeutische breedte & veel CYP-interacties
❖ Antileukotriënen (LRTA) (3de-lijns)
o Cystenyl leukotriënenreceptor-antagonist
o Bronchodilatatie < 2 uur
o Bijwerkingen: buikpijn, hoofdpijn, dorst, inductie CYP3A4
Anafylaxie ❖ Epinephrine (i.m.)
o Adrenaline
❖ Chloorfenamine (i.v.)
o Antihistamine
Hooikoorts ❖ Antihistaminica
❖ Nasale corticosteroïden
Hypertensie 95% essentiële hypertensie (primair) → toename sympathische neuronale activiteit en
toename angiotensine II activiteit, oorzaak onbekend
5% secundaire hypertensie → oorzaak bekend (bijvoorbeeld nierziektes of ziekte van de
urinewegen, afwijkingen van bloedvaten van de nieren, hyperaldosteronisme) →
verwijzen naar internist
Bloeddrukverhogende middelen: NSAID’s, sympathicomimetica, orale anticonceptie,
alcohol, kruiden, glycyrretinezuur (drop, zoethout), erytropoëtine, cyclosporine,
stimulanatia (methylfenidaat, amfetamine)
Doel: verkrijgen van een bloeddruk van maximaal 140/90
❖ RA(A)S remmers (ACE-remmers en ARB’s (angiotensine II receptorblokkers) (A)
o ACE-remmers → voorkomt overzetting angiotensine I in angiotensine II
, ▪ Minder GFR → meer vasodilatatie efferent vat → bloed
makkelijker uit de glomerulus → minder eiwitverlies
▪ Gunstig voor mensen met diabetes type 2 → druk glomerulus
omlaag
o ARB’s → blokkeert receptor angiotensine II
o Indicaties: hypertensie, hartfalen, diabetische proteïnurie
o Contra-indicatie: angio-oedeem
o Bijwerkingen: prikkelhoest (alleen bij ACE, dan overstappen naar ARB),
hyperkaliaemie (door het vasthouden van natrium), nierfalen (afferente
vat nauwer & efferente vat wijder), hypotensie, valneiging, angio-oedeem
❖ Bèta-receptorblokkerende sympathicolytica (bètablokker) (B)
o Selectief bèta1: atenolol, metoprolol
o Of niet selectief: propranolol
o Initieel: blokkering bèta-1-receptor → minder gevoelig → HMV omlaag
o Uiteindelijk: perifere weerstand door remming renine afgifte (RAAS)
o Indicaties: hypertensie, hartfalen
o Bijwerkingen: bradycardie, hypotensie, duizeligheid, koude
handen/voeten
o Contra-indicaties: astma (bètablokkers zijn nooit helemaal selectief,
waardoor ook de bèta1-receptoren geblokkeerd kunnen worden en
bronchoconstrictie kan ontstaan), perifeer arterieel vaatlijden
o Interacties: met verapamil/digoxine → bradycardie
o Lipofiliteit belangrijk voor passage hersenbarrière
❖ Calciumantagonisten (C)
o Remt calciuminstroom via L-type kanalen (staan aan, uit of neutraal) →
afname vaattonus
o Dihydropyridines → vasodilatatie = voor hypertensie behandeling
o Je hebt ook verapamil en diltiazem, die zijn voor angina pectoris en
atriumfibrilleren (antiaritmisch)
o Bijwerkingen: bijwerkingen die relatie hebben met vaatverwijding
(hoofdpijn, roodkleuring), hypotensie, valneiging, oedeem, obstipatie
o Interactie: verapamil met bètablokker of CYP-450 (bijvoorbeeld
simvastatine) → bradycardie
❖ Diuretica (D)
o Remming natrium en H20 terugresorptie omlaag → verlaging perifere
vaatweerstand (vaatverwijding)
o Lisdiuretica (lis van Henle) → bij hartfalen
▪ Remming Na+/2Cl- cotransport
▪ Hoger aanbod van Na+ in distale tubulus en eerste gedeelte
verzamelbuis activeert het Na+/K+ countertransport met een
hogere K+ uitscheiding
▪ Bijwerkingen: dehydratie, hypokaliaemie, hypotensie
o Thiazidediuretica (distale tubulus) → hypertensie, mild hartfalen
▪ Zelfde werking als lisdiuretica, maar andere locatie
▪ Bijwerkingen: hypokaliaemie, jicht, hyponatriaemie
o Kaliumsparende diuretica (corticale verzamelbuis) → voorkomen K-
depletie bij gebruik lisdiureticum en/of thiazidediureticam, ook gebruikt
(spironolacton) bij hartfalen NYHA III
▪ Remming Na+/K+-uitwisseling door: blokkade aldosteronreceptor
en remming corticaal natrium kanaal
▪ Bijwerkingen: hyperkaliemie, gynaecomastie (spironolacton)
o Interacteis: first dose hypotensie: diureticum en start ACE-remmer
Jong, obesitas, blank: eerst A/B, dan C/D (hoog renine-niveau → RAAS-actief)
Oud, slank, negroïde: eerst C/D dan A/B
Overige middelen:
❖ A1-blokkers → calcium uit sarcoplasmatisch reticulum blokkeren → vasodilatatie
❖ Renine-remmers → omzetting angiotensinogeen in angiotensine I voorkomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeedriehuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.