Ja, ook voor het vak psychologie moet je toch nog een 'boek' leren. Het werd bij mij niet echt duidelijk aangegeven, maar er is een reader voor dit vak die je moet leren voor het tentamen. No worries! Ik heb de reader gekocht en voor je samengevat, dit document bevat dus alle belangrijke informatie...
Samenvatting psychologie:
Lesweek 1 en 2
Zelfwaardering:
Zelfwaardering: mensen hebben evaluaties van hun specifieke kenmerken. Daarnaast
hebben ze ook een algehele evaluatie van zichzelf
- Voel je je goed over jezelf dan heb je waarschijnlijk een relatief hoge zelfwaardering.
- Twijfel je regelmatig aan je eigen capaciteiten? Maak je je zorgen of je wel goed
genoeg bent? Dan ben je waarschijnlijk iemand met een relatief lage zelfwaardering.
Zelfwaardering van menen is gemiddeld het laagst aan het begin van de volwassenheid.
Om zelfwaardering te meten zijn er verschillende vragenlijsten ontworpen, waarvan de
bekendste van Rosenberg 91965). Over het algemeen zijn mensen tevreden met zichzelf.
Kwetsbare zelfwaardering:
Er zijn verschillende aspecten aan zelfwaardering. Mensen kunnen op al deze aspecten van
elkaar verschillen.
- Mensen verschillen in hoe hoog hun algemene niveau van zelfwaardering.
- De mate waarin hun expliciete en impliciete zelfwaardering overeenstemmen.
- De stabiliteit van zelfwaardering.
- Contingentie van zelfwaardering
Impliciete en expliciete zelfwaardering:
Expliciete zelfwaardering is wat mensen antwoorden als je vraagt hoe ze over zichzelf
denken zoals bij de vragenlijst.
Impliciete zelfwaardering gaat over die aspecten van zelfwaardering die niet tot uiting
komen als je mensen rechtstreeks vragen stelt over hoe ze zichzelf zien, maar die aan het
licht komen in zogenaamde indirecte meningen of in lichaamstaal.
- Een lage zelfwaardering kan bijv. tot uiting komen in wegkijken.
Een hoge expliciete maar lage impliciete zelfwaardering betekent dat iemand onzeker is van
binnen, maar naar buiten toe het eigen zelfvertrouwen opklopt. Zulke mensen kunnen:
- Defensief en zelfs agressief reageren wanneer ze zich aangevallen voelen.
- Neigen om leden van andere groepen omlaag te duwen.
- Versterkt gebruik van stereotypen en vooroordelen.
Stabiliteit van zelfwaardering:
Een stabiele (expliciete) zelfwaardering kent weinig fluctuaties: als je meet hoe iemand op
dit moment over zichzelf denkt en doet dit later weer zie je weinig schommeling.
- Bij een instabiele zelfwaardering zijn die schommelingen er wel.
In het algemeen gaat een hoge zelfwaardering samen met een meer stabiele zelfwaardering,
maar er zijn ook mensen met een hoge instabiele zelfwaardering.
, - Deze mensen zijn defensiever omdat ze hun zelfwaardering steeds moeten
beschermen.
- Negatieve feedback = boos en vijandig.
- Sterkere fysiologische signalen van stress bij slecht scoren op een test in vergelijking
met mensen met stabiele zelfwaardering.
Ook mensen met een te lage zelfwaardering zijn snel van streed bij het krijgen van feedback.
Contingentie van zelfwaardering
= de mate waarin iemands zelfwaardering afhankelijk is van het bereiken van een bepaalde
standaard, bijv. prestaties, sociale goedkeuring of uiterlijk.
- Bij mensen met een hoge contingentie gaat de zelfwaardering bijv. meteen omhoog
als ze een goed cijfer halen, maar ook meteen omlaag als ze niet worden uitgenodigd
voor een feestje.
Niet alleen de mate van die afhankelijkheid kan verschillen, maar ook de aard.
- Voor de ene persoon is de zelfwaardering bijv. sterk gekoppeld aan succes en bij de
ander aan uiterlijk.
Een paar voorbeelden van levensgebieden waaraan mensen hun zelfwaardering kunnen
koppelen, zijn:
- Prestaties en succes: succes in werk of sport
- Sociale goedkeuring en erbij horen: goede relaties met anderen.
- Uiterlijk
- Innerlijk standaard, zoals ethisch hoogstaande normen waarmaken.
Sommige onderzoekers veronderstellen dat niet contingente zelfwaardering meer ‘van
binnenuit’ komt: het is een basisvertrouwen dat je een waardevol mens bent.
- Iemand met niet-contingente zelfwaardering kan wel teleurgesteld of van streek zijn,
maar dat is niet van invloed op het gevoel van eigenwaarde en de emotionele impact
is daardoor ook minder heftig.
Dit ideaal komt voort uit het idee van Rogers, dat mensen idealiter opgroeien met het
gevoel dat ze onvoorwaardelijk geaccepteerd worden zoals ze zijn. Onvoorwaardelijk is
hetzelfde als niet-contingent.
- Als je zo bent opgevoed, kun je als volwassene autonoom zijn: in contact staan met
jezelf en je eigen keuzes maken, want je hoeft je niet steeds aan te passen of heel
hard je best te doen om je zelfwaardering te ‘verdienen’.
o Je moet dit niet idealiseren. Altijd positief over jezelf denken is ook niet goed.
Het is daarnaast moeilijk om een onderscheid te maken tussen menen met een gezonde
zelfacceptatie en menen die er domweg goed in zijn om ‘het ford te bewaken’.
- In de praktijk is het idee van een autonome, stabiele zelfacceptatie vooral bruikbaar
als ideaal over hoe we graag zouden willen zijn.
Het is wel zo dat het ene contingentie-domein je kwetsbaarder maakt dan het andere.
, - Externe domeinen van afhankelijkheid: bijv. uiterlijk en goedkeuring, heb je zelf vaak
geen invloed op.
- Interne domeinen van afhankelijkheid: contingenties die te maken hebben met je
eigen innerlijke standaard. Bijv. zelfwaardering verbinden aan het naleven van
ethische normen.
Mensen die hun zelfwaardering baseren op zelf-congruentie en zelfontwikkeling scoren
hoger op maten voor psychologische gezondheid.
Zelfevaluatie-motieven
Het is moeilijk om onpartijdig te blijven naar jezelf wanneer je jezelf moet beoordelen
(mensen zullen er moeite mee hebben om tot de conclusie te komen dat ze een ‘loser’ zijn)
Wishfull thinking = wensen en verlangens spelen mee wanneer we nadenken over onszelf.
Bij het vergaren en verwerken van informatie over onszelf kunnen vier motieven een rol
spelen:
1. Zelfverheffingsmotief: We willen onszelf in een positief daglicht zien.
2. Consistentiemotief: we vinden het prettig om een stabiel en samenhangend
zelfbeeld te hebben.
3. Acuraatheidsmotief: belangrijk dat een beeld van onszelf overeenkomt met de
werkelijkheid, zoals we echt zijn.
4. Zelfverbeteringsmotief: streven ernaar onszelf te ontwikkelen en te verbeteren.
Het zelfverheffingsmotief:
De meeste mensen hebben een positief beeld van zichzellf en hebben dan ook het idee dat
ze iets beter zijn dan de gemiddelde andere persoon.
Illusoire superioriteit of het above-average-effect: de illusie dat je beter bent dan anderen.
- Het above-average-effect treedt ook op als mensen zichzelf vergelijken met hun
eigen vrienden, hoewel het minder sterk is als mensen zich met concrete andere
mensen vergelijken dan als ze zich vergelijken met abstracte anderen.
Samenvattend tot nu toe:
- Mensen zijn geneigd neer te kijken op groepen waar ze zelf niet bij horen en hun
eigen groep leuker en beter te vinden.
- Mensen beoordelen zichzelf graag obv de piekmomenten waarop ze op hun best
waren
- Wanneer men negatieve feedback krijgt zijn ze geneigd de betrouwbaarheid van de
test in twijfel te trekken.
- Andere reactie bij negatieve feedback is zeggen dat het kenmerk waarop je slecht
scoort eigenlijk helemaal niet belangrijk is, en dat andere dingen veel belangrijker
zijn.
- Mensen hebben de neiging om successen aan zichzelf toe te schrijven en
mislukkingen aan anderen, aan omstandigheden of pech: zogenoemde zelfdienende
vertekening (self-serving bias)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YenteMarlou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.