Onderzoeksverslag Sociale Psychologie (cijfer: 7,2) Universiteit Utrecht Psychologie 1e jaar
342 views 4 purchases
Course
Sociale Psychologie
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Onderzoeksverslag Sociale Psychologie . "Heeft de woordkeuze in nieuwsmedia een directe invloed op de automatische evaluaties van Nederlanders ten opzichte van vluchtelingen?" Behaalde resultaat: 7,2.
Onderzoek suggereert dat nieuwsmedia invloed kunnen hebben op de attitudes van
Nederlanders ten opzichte van vluchtelingen, met name impliciete attitudes. Deze studie
onderzoekt of woordkeuze in nieuwsmedia invloed heeft op de impliciete attitudes van
Nederlanders ten opzichte van vluchtelingen. De verwachting is dat relatief negatievere
woordkeuze in nieuwsmedia de impliciete attitude van Nederlanders ten opzichte van
vluchtelingen negatief beïnvloedt in vergelijking met relatief minder negatieve woordkeuze.
Dit is getest aan de hand van de Implicit Assosciation Test (IAT) bij eerstejaars
Psychologiestudenten. Uit het onderzoek is, tegen de verwachting in, geen significant resultaat
gekomen. Deze uitkomst kan mogelijk worden verklaard doordat een impliciete attitude over
een langere periode wordt gevormd en niet door één negatief artikel is te beïnvloeden.
Daarnaast kan de mate van framing een mogelijke verklaring zijn.
Sleutelwoorden: impliciete attitudes, Implicit Association Test (IAT), vluchtelingen,
stereotypering, automatische evaluaties, framing, media
1
,Inleiding
De vluchtelingestoom naar Nederland is al enkele jaren een veelbesproken onderwerp. Dit heeft
te maken met de stijging van het aantal vluchtelingen sinds 2011. De piek hiervan lag in 2015,
maar ook in 2017 telden Nederland nog 103.860 vluchtelingen. Eind 2016 waren dit er 101.744
(Vluchtenlingen Werk Nederland, 2018). Het toestroom heeft gevolgen voor de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND). Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor de procedurele behandeling
van de asielverzoeken. Al deze vluchtelingen dienen namelijk te integreren in onze
samenleving. Dit is nodig om volwaardig deel te kunnen nemen aan de Nederlandse
samenleving. Dit kan door te werken of een opleiding te volgen. De Nederlandse taal beheersen
is daarbij een voorwaarde, zo stelt de Rijksoverheid (2014). Echter is integreren voor
vluchtelingen minder makkelijk dan het klinkt. Dit heeft voor een groot deel te maken met de
negatieve opvattingen van Nederlanders over vluchtelingen (Kloosterman, 2018). Dit wordt
mede veroorzaakt door vooroordelen en (negatieve) associaties die worden gelegd met
vluchtelingen. Maar waarom hebben Nederlanders vooroordelen over vluchtelingen?
Dit is een gevolg van de automatische associaties die we leggen met vluchtelingen. Zo’n
associatie kan zijn tussen twee categorieën, zoals geslacht en beroep. Deze associaties zijn
onbewust en automatisch. Wanneer één van de categorieën een waardeoordeel of evaluatie
bevat wordt er gesproken van een impliciete attitude. Dit kan zowel positief als negatief zijn.
Deze impliciete attitude wordt gevormd door stereotypen en categorisering. Stereotypering en
categorisering op zich vormen geen probleem. Het wordt pas problematisch wanneer categorie-
activatie leidt tot stereotype-activatie en wanneer deze stereotypen foutief en negatief zijn
(Devine, 1989).
Stereotypen zijn gedeelde generalisaties van groepen mensen. Dit is niet per definitie
negatief, het kan namelijk ook positief zijn. Zo worden mannen vaak gezien als dominant en
agressief, maar ook als sterk. Vrouwen daarentegen zijn weer zorgzaam en empathisch, maar
2
, roddelen veel. Allport (1954) stelde dat stereotypering een onvermijdelijk proces is. Het speelt
een grote rol bij sociale perceptie. Stereotypering is daarom niet per definitie negatief, sterker
nog, we hebben het nodig om orde aan te brengen in deze complexe wereld. We categoriseren
stimuli op grond van waargenomen overeenkomsten of verschillen, waardoor we in staat zijn
efficiënt te handelen en te reageren op wat er op ons afkomt.
Devine (1989) toonde aan dat categorisatie lijkt te leiden tot stereotype activatie. Devine
toonde daarbij echter ook aan dat dit niet afhankelijk is van expliciete vooroordelen. Hoewel
vroeger werd gedacht dat stereotypen en vooroordelen expliciete responses waren, wordt dit
tegenwoordig gezien als (gedeeltelijk) impliciete processen. Mensen zijn zich niet altijd bewust
van hun vooroordelen en ze worden dat ook soms onbedoeld geactiveerd. Onderzoek heeft
aangetoond dat de aanwezigheid van een stereotiep object voldoende kan zijn om het
geassocieerde stereotiep te activeren (Gaertner & McLaughlin, 1983).
Een belangrijk sociaal onderscheid is volgens Tafjel en Turner (1979) de categorisering
in wij of zij. Dit wordt ook beschreven als ingroup (wij-groep) en outgroup (zij-groep). Volgens
deze theorie ontlenen mensen een deel van hun identiteit en zelfvertrouwen aan het
groepslidmaatschap. De theorie stelt ook dat doordat mensen een positief zelfbeeld nastreven,
mensen ingroup als beter zien dan outgroup. Dit heeft als gevolg dat er andere attributies
worden gemaakt over het gedrag van de ingroup en outgroup. Positief ingroup gedrag wordt
vaak geattribueerd aan de interne kenmerken van de ingroup, en negatief ingroup gedrag vaak
wordt verklaard door situationele factoren. Voor de outgroup wordt dit omgedraaid. Positief
outgroup gedrag wordt verklaard door de situatie, en negatief outgroup gedrag wordt vaak
geattribueerd aan de interne kenmerken.
De automatische evaluaties die hieruit volgen kunnen leiden tot problemen, want als het
onbewust en onbedoeld gebeurt, hoe kan het dan worden voorkomen? Onderzoek van
Nunspeet, Ellemers en Derks (2015) toont aan dat automatische evaluaties kunnen worden
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rowanhaen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.