100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting literatuur estate planning $11.45   Add to cart

Summary

Complete samenvatting literatuur estate planning

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een complete samenvatting van alle voorgeschreven literatuur van het vak estate planning. Ook een korte samenvatting van de verplichte jurisprudentie is opgenomen.

Preview 4 out of 72  pages

  • May 28, 2024
  • 72
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Estate Planning

Week 1: Huwelijksvermogensrecht
Hoofdstuk 3 Huwelijksvermogensrecht
3.1 Inleiding
Divorce estate planning: d.m.v. HVW worden de vermogens van de echtgenoten zo ingericht dat de
vermogensrechtelijke en fiscale gevolgen van de echtscheiding, zo veel mogelijk overeenkomstig hun
wensen zijn.

Ingevoerde veranderingen:
Per 1 jan 2012: wijzigingen van Titels 6, 7 en 8 van Boek 1 BW; vergoedingsrechten o.m..
Per 1 jan 2018: invoering wettelijke beperkte gemeenschap.
De overgangsbepaling bepaalt niets over art. 1:95a BW, waardoor dit art. onmiddellijke werking
heeft. Dit betekent dat deze bepaling ook gaat gelden voor de reeds vóór 1 jan 2018 bestaande
gevallen waarbij een onderneming buiten de gemeenschap valt o.g.v. de door de echtgenoten
gemaakte HVW, terwijl voor het overige sprake is van de wettelijke algehele gemeenschap van
goederen. Inmiddels is het wetsvoorstel ook door de EK aangenomen over dat art. 1:95a alleen vt
moet zijn op gemeenschappen ontstaan na 1 jan 2018. De wetswijziging volgt vermoedelijk later dit
jaar. De vergoeding van 1:95a wordt overigens niet belast bij de andere echtgenoot. Indien de
onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak zal art. 1:95a nauwelijks betekenis
hebben. De winst valt al in de gemeenschap en winst is geen vrucht van het ondernemingsvermogen,
wat niet in de gemeenschap valt (art. 1:94 lid 6). Het aandeel in de personenvennootschap valt o.g.v.
rechtspraak van de HR niet in de huwelijksgemeenschap. Ook bij personenvennootschappen heeft
het art. weinig betekenis, omdat overwegende zeggenschap vaak ontbreekt. Uitgekeerd dividend van
de dga valt als vrucht niet in de gemeenschap.

3.2 Huwelijksgemeenschap
3.2.1 Boedelmenging
De wettelijke algehele gemeenschap van goederen
Gemeenschap: alle goederen der echtgenoten, bij de aanvang van het huwelijk aanwezig, of nadien,
zolang de gemeenschap niet is ontbonden en de bijbehorende schulden (art. 1:94 oud).
Boedelmenging vindt plaats op het moment van voltrekking van het huwelijk. Uitzonderingen:
- Verknochtheid
- Goederen onder uitsluitingsclausule
Het doet niet terzake wie van de echtgenoten een schuld is aangegaan. Dat is alleen van belang voor
de vraag wie extern aansprakelijk is; wie kan de schuldeiser in rechte aanspreken? Zowel diens privé-
als gemeenschapsvermogen kan worden uitgewonnen (art. 1:96 lid 1).

De wettelijke beperkte gemeenschap van goederen
Gemeenschap: alle goederen die reeds voor aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten
gezamenlijk toebehoorden, en alle overige goederen door ieder van hen afzonderlijk of tezamen
vanaf de aanvang van de gemeenschap tot haar ontbinding verkregen (art. 1:94 lid 2 nieuw).
Uitzonderingen:
- Door erfrecht of gift verkregen vermogen (art. 1:94 lid 2 onder a), tenzij insluitingsclausule.

,Bestuur beide huwelijksgemeenschappen
De ‘nieuwe’ gerechtigde is onbevoegd om bestuurshandelingen t.a.v. het door hem nieuw verworven
vermogen te verrichten voorzover het goederen betreft op naam van de andere echtgenoot of
goederen verkregen krachtens erfopvolging, making, lastbevoordeling of gift (art. 1:97). Dat recht is
voorbehouden aan degene van wiens zijde de betrokken vermogensbestanddelen in de
gemeenschap zijn gevallen. Andere echtgenoot kan geen goederenrechtelijke handelingen
verrichten: vervreemden, bezwaren, noch feitelijke handelingen: verbouwen, schilderen enz. T.a.v.
goederen die niet op naam zijn gesteld, zijn beide partners afzonderlijk en zelfstandig
bestuursbevoegd.

Tijdens het bestaan van de huwelijksgemeenschap zijn beide echtgenoten gerechtigd tot de
huwelijksgemeenschap en hebben zij daarin geen aandelen. Het betekent ook, dat in geval van een
faillissement, het in de gemeenschap gevallen goed o.g.v. art. 63 Fw geheel in de
faillissementsboedel valt. Zou men het goed bij HVW buiten de gemeenschap hebben gehouden, dan
zou de niet-failliete echtgenoot o.g.v. art. 61 Fw voor zijn aandeel in het goed een terugneemrecht
hebben. Het maken van HVW verdient dus aanbeveling.

De gemeenschap wordt van rechtswege ontbonden op de datum van indiening van het
verzoekschrift tot echtscheiding, art. 1:99 lid 1 sub b. Huwelijksgemeenschap wordt dan een Boek 3
gemeenschap waarbij beide echtgenoten bestuursbevoegd zijn o.g.v. art. 3:166.

3.2.1.1 Vergoedingsrechten bij beide huwelijksgemeenschappen
Ontstaan vergoedingsrechten: echtgenoot heeft meer bijgedragen in de kosten van de huishouding
dan waartoe deze is gehouden of een gemeenschapsschuld is betaald uit privévermogen of een
privéschuld uit de gemeenschap. Ook o.g.v. rechtspraak: als een aan een echtgenoot in privé
toekomend bedrag wordt gestort op een rekening van de huwelijksgemeenschap, dan heeft die
echtgenoot een vordering tot terugneming (reprise). Als die vordering wegens ontoereikend
gemeenschapsvermogen niet kan worden verhaald op de gemeenschap, kan die echtgenoot de helft
van hetgeen die niet op de gemeenschap heeft kunnen verhalen, verhalen op het privévermogen van
de andere echtgenoot. De investering door een echtgenoot vanuit privé in een gemeenschapsgoed
of de investering vanuit de gemeenschap in een privégoed van een echtgenoot deelt mee in de
waardestijging of -daling van dat goed indien het na 2012 geschiedt; beleggingsleer. Voor die tijd,
geldt de nominaliteitsleer. Indien het gaat om de financiering van verbruiksgoederen, beloopt de
vergoedingsvordering echter steeds het nominale bedrag (art. 1:87 lid 3 sub b).

Directe investering (art. 1:87 lid 2 sub a): echtgenoot betaalt uit zijn eigen vermogen mee aan de
verkrijging door de andere echtgenoot -> tijdstip van de investering is beslissend voor het naar
evenredigheid bepalen van de vergoedingsvordering.
Indirecte investering (sub b): echtgenoot voldoet (mede) of lost de schuld die de andere echtgenoot
heeft aangegaan ter verkrijging van het goed (mede) af.
De vergoedingsvordering kan gedurende het huwelijk niet verjaren (art. 3:321 lid 1 sub a BW) en is te
allen tijde opeisbaar. Voor de estate planning kunnen echtgenoten de vergoedingsvorderingen
anders inrichten. Indien in hun HVW een dergelijke ovk wordt aangegaan en er is nog geen sprake
van vorderingen, zal er geen sprake zijn van een gift. Ook niet als er sprake is van een voldoening van
een natuurlijke verbintenis (art. 1:87 lid 4).

,3.2.1.2 Zaaksvervanging bij beide huwelijksgemeenschappen
Het verkregen goed blijft buiten de gemeenschap indien de echtgenoot aan wie het goed wordt
geleverd bij de verkrijging daarvan meer dan de helft van de tegenprestatie ten laste van zijn
privévermogen heeft voldaan, art. 1:95. Wordt een goed voor minder dan de helft gefinancierd uit
privévermogen en voor het overige uit de gemeenschap dan geldt de boedelmenging en valt het
goed in de gemeenschap. Voor het aannemen van zaaksvervanging, waardoor het goed gaat behoren
tot het privévermogen van een echtgenoot moet het goed wel aan die echtgenoot worden geleverd.

3.2.2 Verknochtheid
3.2.2.1 Algemeen
De mate van verknochtheid hangt af van de aard van het goed, zoals deze aard mede door de
maatschappelijke opvattingen wordt bepaald. Een goed dat een verknocht goed vervangt, zet om die
reden de verknochtheid niet automatisch voort. Ook dat moet vast worden gesteld d.m.v. de aard
van het goed. Verschillende graden van verknochtheid (van sterk naar zwak):
- Het goed valt zowel goederenrechtelijk als wat de waarde daarvan betreft (dus geen
waardeverrekening) buiten de gemeenschap. Denk aan het recht op toekomstige termijnen
van een invaliditeitspensioen.
- Het goed valt zelf niet in de gemeenschap, maar de waarde daarvan wel. Bijv. het aandeel in
de vof. De vennoot-echtgenoot blijft zeggenschap behouden (dat valt niet in de
gemeenschap), maar de waarde van de aan dit aandeel verbonden vermogensrechten wel.
- Het recht op toedeling van de betrokken goederen bij verdeling van de ontbonden
gemeenschap. Zie bijv. art. 1:101.
- Wilsrechten van de legitimaris en van de kinderen o.g.v. de wettelijke verdeling (art.
4:19-22).
Tot heden heeft de HR geen schuld aangemerkt als een verknochte schuld, maar uit de
wetgeschiedenis volgt dat schulden die voortvloeien uit goederen die onder uitsluitingsclausule zijn
verkregen, als verknochte schulden worden aangemerkt. Bij overlijden van de echtgenoot aan wie
goederen en/of schulden verknocht zijn, zal de verknochtheid vervallen.

3.2.2.2 Verknochtheid en estate planning
Wanneer een voor de deelgenoten/erfgenamen voordelige uitleg van de aard van het goed en
daarmee van de verknochtheid verdedigbaar is en wordt gedragen door literatuur, zou de fiscus dat
moeten volgen. Hier geldt fiscaal volgt civiel.

3.2.3 Uitsluitingsclausule bij de wettelijke algehele gemeenschap van goederen en de
verrekenbedingen
3.2.3.1 Algemeen
Het was heersende leer dat de erflater of schenker kan bepalen dat de vruchten van de uitgesloten
goederen ook buiten de gemeenschap vallen. Voor de verrekenbedingen is dat uitdrukkelijk bepaald
in art. 1:134. Ook geldt voor de verrekenbedingen als hoofdregel dat de verplichting tot verrekening
geen betrekking heeft op vermogen dat krachtens erfopvolging, making of gift wordt verkregen of
hetgeen door zaaksvervanging in de plaats is getreden (art. 1:133 lid 2). Hier kan echter van worden
afgeweken, art. 1:132. Indien gelden die onder uitsluitingsclausule zijn verkregen, worden
bijgeschreven op een tot de huwelijksgemeenschap behorende bankrekening, ontstaat een
vergoedingsrecht voor de echtgenoot die het heeft verkregen.

, 3.2.3.2 De vorm
De uitsluitingsclausule deelt in de vorm van de beschikking of de schenking waaraan zij wordt
verbonden; bij een vormvrije schenking is de uitsluitingsclausule ook vormvrij. Het bewijs van de
uitsluitingsclausule kan dan problemen opleveren -> aanbeveling om het altijd op schrift te stellen.
Het moet ook meteen bij het maken van de beschikking of het doen van de gift worden verbonden.
Op een later moment kan niet. Het later op schrift stellen wat al eerder is afgesproken, mag wel.

3.2.3.3 Voorwaardelijke uitsluitingsclausule
Het is mogelijk om voorwaarden aan de uitsluitingsclausule toe te voegen, bijv. dat het eindigt indien
het huwelijk wordt ontbonden door overlijden en dat er geen echtscheidingsprocedure was
aangevangen. Sterke uitsluitingsclausule: zowel de waarde als het goed vallen altijd buiten de
gemeenschap waarin de verkrijger te eniger tijd is gehuwd of blijft buiten een verrekening krachtens
HVW. Zwakke uitsluitingsclausule: de waarde van het verkregen vermogen wordt alleen bij
echtscheiding beschermd. Wanneer het huwelijk eindigt door overlijden is het vaak aantrekkelijk de
waarde van het uitgesloten vermogen alsnog bij overlijden in een verrekening te betrekken of in een
gemeenschap te laten vallen (=obligatoir voorwaardelijke uitsluiting; uitgesloten goed blijft zelf
privé, maar de waarde wordt verrekend of valt in de gemeenschap). Het uitgesloten vermogen wordt
dan over twee overlijdens ‘uitgesmeerd’, waardoor progressievoordeel voor de heffing van de EB
wordt bereikt. De zwakke uitsluitingsclausule en de tweetrapsmaking waarbij
kleinkinderen als verwachters zijn benoemd botsen echter met elkaar; o.g.v. de zwakke uitsluiting
zou de waarde van het uitgesloten goed voor de helft naar de echtgenoot van de verkrijger gaan,
terwijl het goed naar de verwachters gaat.

3.2.3.4 Insluitings- of gemeenschapsclausule
Het is mogelijk te bepalen dat de verkrijging tot de gemeenschap behoort en pas in geval van
echtscheiding tot het privévermogen gaat behoren. De erflater/schenker kan aan het vallen in de
gemeenschap ook één of meer andere voorwaarden verbinden die facultatief of cumulatief werken.
De echtgenoot die zich beroept op een insluitings- of gemeenschapsclausule zal die moeten stellen
en bewijzen (art. 150 Rv).

3.2.4 Overgang van uitsluiting naar gemeenschap
3.2.4.1 Algemeen
Stel, de man is eigenaar van een woning, waarde €700.000. Partijen zijn het erover eens dat
deze woning aan de vrouw dient toe te komen of dat zij recht heeft op de helft van de waarde
daarvan. Ze wijzigen hun HVW aldus, dat er een beperkte gemeenschap ontstaat van de woning.
Indien het de bedoeling is dat de woning geheel toekomt aan de vrouw zonder vergoeding van de
helft van de waarde daarvan aan de man, worden in de beperkte gemeenschap meer goederen
ingebracht ten belope van de waarde van de woning. De woning wordt dan toegedeeld aan de vrouw
en de andere goederen aan de man. Zo wordt niemand over- of onderbedeeld.

3.2.4.2 De rechtsvraag
3.2.4.3 Van uitsluiting naar de wettelijke algehele of beperkte wettelijke gemeenschap van goederen
HR: het overgaan van uitsluiting van gemeenschap naar algehele gemeenschap is geen schenking,
omdat de bevoordeelde partner niet kan beschikken over de door hem o.g.v. de boedelmenging

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mueni. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.45
  • (0)
  Add to cart